Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 februari 2002
gepubliceerd op 03 mei 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 1993, gesloten in het Paritair Comité voor de erkende controleorganismen, betreffende het nationaal akkoord 1993-1994

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012344
pub.
03/05/2002
prom.
26/02/2002
ELI
eli/besluit/2002/02/26/2002012344/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 FEBRUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 1993, gesloten in het Paritair Comité voor de erkende controleorganismen, betreffende het nationaal akkoord 1993-1994 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de erkende controleorganismen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 1993, gesloten in het Paritair Comité voor de erkende controleorganismen, betreffende het nationaal akkoord 1993-1994.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 februari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de erkende controleorganismen Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 1993 Nationaal akkoord 1993-1994 (Overeenkomst geregistreerd op 30 augustus 1993 onder het nummer 33701/CO/219) Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en bedienden van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de erkende controleorganismen.

Voor het begrip bediende wordt verwezen naar de definitie die reeds vermeld is voor de in deze collectieve overeenkomst behandelde materies : - hetzij in de collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Comité voor de erkende controleorganismen; - hetzij in de overeenkomsten of gebruiken die bestaan op het vlak van de ondernemingen van de sector.

Bij ontstentenis daarvan, zijn de bepalingen van de huidige overeenkomst van toepassing op de mannelijke en vrouwelijke bedienden die een functie uitoefenen behorend tot de beroepenclassificatie vastgesteld in de artikelen 2 tot 4 van de collectieve arbeidsovereenkomsten van 20 januari 1978, gesloten in het Paritair Comité voor de erkende controleorganismen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 29 september 1978.

Werkzekerheid

Art. 2.Tijdens de duur van het huidig akkoord zal in geen enkele onderneming overgegaan worden tot ontslag om economische en/of technische redenen.

Indien er zich echter uitzonderlijke omstandigheden zouden voordoen, die een invloed zouden kunnen hebben op de tewerkstelling, zal de onderneming de voorzitter van het paritair comité hiervan onmiddellijk op de hoogte brengen.

De toestand zal vervolgens op het meest gepaste niveau onderzocht worden teneinde een oplossing te zoeken.

In ieder geval zal er niet tot ontslag kunnen overgegaan worden vooraleer de sociale gesprekspartners alle mogelijke tewerkstellingsbehoudende maatregelen hebben uitgeput, zoals onder meer het brugpensioen, de loopbaanonderbreking, de deeltijdse arbeid, het vrijwillig vertrek, de vorming, de herklassering, de interne of externe mutatie, enz.

Bovenstaande bepalingen doen geen afbreuk aan het recht over te gaan tot verbreking wegens dringende redenen of omwille van persoonlijke of professionele redenen.

Brugpensioen

Art. 3.Voor de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 wordt de leeftijdsgrens vanaf 1 januari 1993 tot 31 december 1994 gebracht op 58 jaar : - voor de administratieve bedienden; - voor de technische bedienden, rekening houdend met de arbeidsorganisatie, met de kwalificaties en de functies uitgeoefend in de onderneming; - voor alle bedienden, om medische en/of sociale redenen.

Al de op ondernemingsvlak bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten inzake brugpensioen worden onder dezelfde voorwaarden en binnen de wettelijke bepalingen verlengd tot 31 december 1994.

In voorkomend geval zullen partijen aan de bevoegde Minister vrijstelling van de vervangingsplicht vragen.

Loopbaanonderbreking

Art. 4.§ 1. Onverminderd de wettelijke bepalingen, wordt in geval van geboorte of adoptie van een kind of in geval van de zorg voor een kind of ascendent die onder hetzelfde dak woont en permanente verzorging nodig heeft, een recht op volledige beroepsloopbaanonderbreking toegekend aan de voltijdse administratieve bedienden in de ondernemingen die 10 of meer administratieve bedienden te werk stellen.

De duur van de beroepsloopbaanonderbreking wordt beperkt tot 6 maanden, tenzij de werkgever akkoord gaat met een langere periode.

Een administratieve bediende kan bij dezelfde werkgever slechts éénmaal gebruik maken van dit recht. § 2. In ondernemingen die 10 tot minder dan 50 administratieve bedienden tewerkstellen en in deze die 50 tot 100 administratieve bedienden tewerkstellen, kunnen respectievelijk slechts één of twee bedienden tegelijk afwezig zijn om reden van beroepsloopbaanonderbreking.

In de ondernemingen met meer dan 100 administratieve bedienden, heeft 1 bediende per bijkomende schijf van 100 administratieve bedienden eveneens recht op beroepsloopbaanonderbreking. § 3. De beroepsloopbaanonderbreking kan door de werkgever geweigerd worden, indien hij binnen een termijn van twee maanden, ingaande vanaf de datum van de aanvraag, kan bewijzen dat de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening hem geen plaatsvervanger heeft kunnen bezorgen voor dezelfde functie.

Koopkracht

Art. 5.§ 1. In de ondernemingen waar geen syndicale delegatie bestaat, worden de baremieke en effectief betaalde wedden verhoogd met 2 pct. vanaf 1 januari 1994. § 2. In de andere ondernemingen worden de baremieke en effectief betaalde wedden verhoogd met 1 pct. vanaf 1 januari 1994.

Bovendien zal in het raam van de koopkracht 1 pct. verhoging op een andere manier kunnen aangewend worden op ondernemingsvlak, in akkoord met al de organisaties vertegenwoordigd in de syndicale delegatie.

Te dien einde zal een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak onderhandeld worden vóór 31 december 1993. Deze zal getekend worden door de vakbondssecretarissen van bovengenoemde syndicale organisaties.

Indien op het vlak van de onderneming terzake vóór 31 december 1993 geen akkoord gesloten wordt, zullen de baremieke en effectief betaalde wedden vanaf 1 januari 1994 met 2 pct. verhogen.

Syndicale waarborgen

Art. 6.De jaarlijkse bijdrage voor de syndicale waarborgen, zoals voorzien in artikel 4, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 1978 en aangepast door artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 1980 en artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 mei 1989 wordt vanaf 1 januari 1993 verhoogd van 1 700 BEF naar 2 500 BEF. Het bedrag van deze verhoging komt niet in aanmerking voor de berekening van de afhoudingen wegens stakingen zoals bepaald in het artikel 4, § 2 van bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst.

Indexpremie

Art. 7.De artikelen 11, 12 en 13 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 januari 1978 houdende de arbeids- en loonsvoorwaarden, die de toekenning van een aanvullende vergoeding ("indexpremie") regelen worden opgeheven vanaf 1 januari 1993.

Zij zullen terug van kracht worden indien een einde gesteld wordt, gedeeltelijk of volledig, aan de jaarlijkse bijdrage voor de syndicale waarborgen zoals voorzien in artikel 6 van het huidig akkoord.

Voor de bedienden die nog in dienst zijn op 1 januari 1993 wordt uitdrukkelijk bepaald dat de betaling van deze aanvullende vergoeding niet als een verworven recht kan worden beschouwd in de zin van artikel 23 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités.

Vorming en tewerkstelling

Art. 8.§ 1. Vorming en tewerkstelling voor risicogroepen De collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni en 3 juli 1991 betreffende de maatregelen ten voordele van de risicogroepen wordt verlengd tot 31 december 1994.

In uitvoering van het interprofessioneel akkoord zal de jaarlijkse bijdrage van 0,25 pct. voor risicogroepen echter verminderd worden tot 0,15 pct. voor de jaren 1993 en 1994.

Deze fondsen zullen aangewend worden voor initiatieven voor de tewerkstelling en opleiding van risicogroepen, welke nader te bepalen zijn door het paritair comité. § 2. Syndicale vorming Het fonds voor syndicale vorming, ingesteld door de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 januari 1985 en 17 juli 1986 wordt behouden voor de jaren 1993 en 1994. Het bedrag van de jaarlijkse bijdrage is gelijk aan 0,4 pct. van 75 pct. van de loonsom.

Versoepeling van de arbeidsorganisatie

Art. 9.De bepalingen van hoofdstuk IV van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 januari 1985, gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1987, inzake de versoepeling van de arbeidsorganisatie, worden verlengd voor de duur van de huidige overeenkomst.

Beroepenclassificatie

Art. 10.Een paritaire werkgroep zal opgericht worden teneinde de actualisering van de bestaande beroepenclassificatie, ingesteld door collectieve arbeidsovereenkomst van 20 januari 1978, te onderzoeken.

De resultaten van dit onderzoek zullen vóór 31 december 1994 aan het paritair comité dienen voorgelegd te worden.

Rechtsbijstand met betrekking tot de strafrechtelijke aansprakelijkheid van de agent-bezoeker

Art. 11.Er zal een paritaire werkgroep worden opgericht teneinde de mogelijkheden terzake te onderzoeken. De besluiten van deze werkgroep dienen vóór 31 december 1994 aan het paritair comité voorgelegd te worden.

Sociale vrede

Art. 12.De sociale vrede zal verzekerd zijn in de sector tijdens de duurtijd van de huidige overeenkomst.

Bijgevolg zal op sectoraal vlak of in de ondernemingen geen enkele eis van algemene of collectieve aard gesteld of ondersteund worden die van aard zou zijn de verbintenissen van de ondernemingen voorzien in deze overeenkomst uit te breiden.

De huidige overeenkomst werd afgesloten in een geest van wederzijdse rechten en verplichtingen.

Bijgevolg is de naleving van de verplichtingen van elk van de partijen afhankelijk van de eerbiediging door de andere ondertekenaars van hun verplichtingen.

Duur

Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor bepaalde duur. Zij heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1993 en treedt buiten werking op 31 december 1994.

Evenwel zijn de bepalingen met betrekking tot de koopkracht (artikel 5), de syndicale waarborgen (artikel 6) en de indexpremie (artikel 7) van onbepaalde duur.

Deze bepalingen zijn opzegbaar met een vooropzeg van drie maanden betekend bij een ter post aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het paritair comité.

De opzegtermijn van drie maanden gaat in de eerste dag van de maand volgend op de maand tijdens dewelke de vooropzeg werd betekend.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 februari 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^