Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 februari 2002
gepubliceerd op 24 oktober 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juni 2000, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de vaststelling van de beroepenclassificaties en de lonen van de werklieden en werksters in de garages van de ondernemingen voor goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of van de ondernemingen voor goederenbehandeling voor rekening van derden

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012343
pub.
24/10/2002
prom.
26/02/2002
ELI
eli/besluit/2002/02/26/2002012343/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 FEBRUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juni 2000, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de vaststelling van de beroepenclassificaties en de lonen van de werklieden en werksters in de garages van de ondernemingen voor goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of van de ondernemingen voor goederenbehandeling voor rekening van derden (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juni 2000, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de vaststelling van de beroepenclassificaties en de lonen van de werklieden en werksters in de garages van de ondernemingen voor goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of van de ondernemingen voor goederenbehandeling voor rekening van derden.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 februari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juni 2000 Vaststelling van de beroepenclassificaties en de lonen van de werklieden en werksters in de garages van de ondernemingen voor goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of van de ondernemingen voor goederenbehandeling voor rekening van derden (Overeenkomst geregistreerd op 10 juli 2000 onder het nummer 55305/CO/140.04.09) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers ressorterend onder het Paritair Comité voor het vervoer en behorend tot de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of tot de subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden, alsook op hun werklieden. § 2. Onder "subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden", wordt bedoeld : de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en die zich inlaten met : 1° het goederenvervoer voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor waarvoor een vervoervergunning vereist is die door de bevoegde overheid afgeleverd werd;2° het goederenvervoer voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor waarvoor geen vervoervergunning vereist is;3° de verhuur met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer ten lande, voertuigen waarvoor een vervoervergunning vereist is, die door de bevoegde overheid afgeleverd werd;4° de verhuur met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer ten lande, voertuigen waarvoor geen vervoervergunning vereist is;5° Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden de taxibestelwagens, met name de voertuigen waarvan het laadvermogen gelijk is aan of kleiner is dan 500 kilogrammen en die uitgerust zijn met een taximeter, beschouwd als voertuigen waarvoor geen vervoervergunningen vereist zijn. § 3. Onder "subsector voor de goederenbehandeling voor rekening van derden" wordt bedoeld : de werkgevers ressorterend onder het Paritair Comité voor het vervoer en die, buiten de havenzones, zich inlaten met : 1. alle behandeling van goederen voor rekening van derden ter voorbereiding van het vervoer en/of ter afwerking van het vervoer, ongeacht het gebruikte vervoermiddel;2. en/of alle logistieke diensten ter voorbereiding van het vervoer van goederen voor rekening van derden en/of ter afwerking van dit vervoer, ongeacht het gebruikte vervoermiddel. § 4. Met "werklieden" wordt bedoeld : de arbeiders en arbeidsters behorend tot de categorie van het garagepersoneel.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de leerlingen van wie de leerovereenkomst door het Ministerie van Middenstand erkend is. HOOFDSTUK II. - Beroepenclassificatie

Art. 2.De werklieden tewerkgesteld in de garage van een onderneming bedoeld onder artikel 1 worden in de hierna vermelde 10 categorieën onderverdeeld, rekening houdend met de aard van de door hen uitgevoerde werken, hun beroepsbekwaamheid en hun graad van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid bij de uitvoering van de taken die hun worden toevertrouwd.

A. Hulpwerkman - niveau A1 1.1. Hulpwerkman "Service" niveau A De arbeider die geen bijzondere kennis, ondervinding of bepaalde fysieke geschiktheid moet bezitten. Hij heeft geen specifieke vorming nodig en voert de eenvoudigste werken uit waarvoor slechts het volgen van uitvoeringsonderrichtingen wordt vereist. Hij voert bovendien geen andere taken uit dan van pompbediende, wasser of portier. 1.2. Hulpwerkman "Service" (10 jaar anciënniteit in de onderneming) - niveau A1 : De arbeider zoals omschreven onder 1.1. en die 10 jaar anciënniteit in de onderneming heeft. 1.3. Hulpwerkman "Service" (20 jaar anciënniteit in de onderneming) niveau A1 : De arbeider zoals omschreven onder 1.1. en die 20 jaar anciënniteit in de onderneming heeft.

A.2.1. Hulpwerkman - niveau A2 De arbeider die geen bijzondere kennis, ondervinding of bepaalde fysieke geschiktheid moet bezitten. Hij heeft geen specifieke vorming nodig en voert de eenvoudigste werken uit waarvoor slechts het volgen van uitvoeringsonderrichtingen wordt vereist. Worden in deze categorie ingedeeld : - de veger; - de nachtwaker; - de wasser van onderdelen; - de glanzer van nieuwe voertuigen.

A.2.2. Hulpwerkman (10 jaar anciënniteit in de onderneming) - niveau A2 : De arbeider zoals omschreven onder A.2.1. en die 10 jaar anciënniteit in de onderneming heeft.

A.2.3. Hulpwerkman (20 jaar anciënniteit in de onderneming) - niveau A2 : De arbeider zoals omschreven onder A.2.1. en die 20 jaar anciënniteit in de onderneming heeft.

B. Geoefende hulpwerkman - niveau B De werkman die gewoonlijk eenvoudig werk uitvoert dat dagelijks kan herhaald worden en waarvoor slechts een vakopleiding wordt vereist die door een korte aanpassing wordt verworven. De uitvoering vereist geen enkel persoonlijk initiatief en wordt uitgevoerd onder toezicht.

Worden onder meer in deze categorie ingedeeld : B1. de hulpmecanicien : De werkman die onder direct toezicht eenvoudig en gewoonlijk herhaald mechanisch werk uitvoert.

B2. de smeerder : De werkman die in werkputten en op bruggen werkt en voor het normaal onderhoud der voertuigen zorgt. Hij moet zichtbare defecten kunnen opmerken en deze aan zijn rechtstreekse chef melden.

B3. de magazijnier-handenarbeid : De werkman belast met het behandelen en het in rekken plaatsen van onderdelen en die de hoeveelheid onderdelen controleert.

B4. de hulpelektricien : De werkman die onder direct toezicht elektrische onderhouds- en herstellingswerken uitvoert.

B5. de hulpafpuimer : De werkman die onder direct toezicht een voertuig afpuimt en/of polijst.

B6. de bereider : De werkman-nazichter van nieuwe voertuigen die de controles voorafgaand aan de levering verricht in de werkplaats.

B7. de bandenmonteur : De werkman die banden op voertuigen monteert.

B8. de wieluitbalanceerder : De werkman die het uitbalanceren van de wielen verricht.

B9. de bandenhersteller : De werkman die de banden herstelt.

C. Geschoolde arbeider - niveau C De werkman die volgens richtlijnen van chefs gewoonlijk werk uitvoert waarvoor kennis van het vak vereist is, verworven door ondervinding.

Hij werkt niet zelfstandig en zijn verantwoordelijkheid is beperkt tot zijn eigen werk.

Worden onder meer in deze categorie ingedeeld : C1. de onderhoudsmecanicien : De werkman die het courant onderhoud van de voertuigen uitvoert. Hij moet de algemene staat ervan kunnen nagaan en deze aan zijn rechtstreekse chef melden. Zonder het eigenlijk mechanisch herstellingswerk uit te voeren, verricht hij nochtans controle-operaties.

C2. de mecanicien : De werkman die, volgens richtlijnen van een werkman uit een hogere categorie, de courant algemene mechanische herstellingen uitvoert.

C3. de elektricien : De werkman die de kennis van het elektrische gedeelte van een voertuig bezit en die, volgens richtlijnen van een werkman van een hogere categorie, courante werken hieraan uitvoert, het aanbrengen van elektrische toebehoren inbegrepen.

C4. de gereedschapswerker : De werkman die, volgens richtlijnen van een werkman van een hogere categorie alle gereedschapswerken uitvoert.

C5. de autobestuurder : De werkman die gewoonlijk voertuigen bestuurt op de openbare weg en belast wordt met sommige opdrachten buiten de onderneming.

C6. de plaatwerker : De werkman die, volgens richtlijnen van een werkman van een hogere categorie, vijl- en slijpschijfwerk uitvoert, evenals courante werken om deuken te verwijderen en plaatwerk te herstellen, lassen en bankwerk inbegrepen.

C7. de lasser : De werkman die, volgens richtlijnen van een werkman van een hogere categorie, eenvoudig bankwerk of het oxy-acetyleen- of elektrisch lassen uitvoert.

C8. de afpuimer : De werkman die na het aanbrengen van kit met de hand, het afpuimen van een voertuig afwerkt en het voorbereidt voor het lakken. Hij kan tevens geroepen worden om polijstwerk te doen.

C9. de kitaanbrenger : De werkman die, volgens richtlijnen van een werkman van een hogere categorie, de te kitten vlakken voorbereidt door deze te bestrijken of af te puimen.

C10. de bijwerker : De werkman die, volgens de richtlijnen van een werkman van een hogere categorie, afwerkingen na het lakken en bijwerkingen met het penseel (meestal aan randen) uitvoert.

C11. de bekleder : De werkman die, volgens de richtlijnen van een werkman van een hogere categorie, eenvoudige elementen van bekleding bewerkt of koetswerktoebehoren plaatst.

C12. de bandenhersteller : De werkman die banden voor machines en toestellen voor burgerlijke bouwkunde en bosontginningen herstelt.

C13. de vulcanisateur-herrubberaar : De werkman die de vulcanisatie of de loopvlakvernieuwing van banden verricht.

C14. de controleur van het uitlijnen : De werkman die de uitlijningen van de voortrein naziet en regelt.

C15. de magazijnier : De werkman die de bestellingen van onderdelen opneemt en voorbereidt.

D. Geschoolde arbeider - niveau D De werkman die gewoonlijk vakwerk uitvoert waarvoor de kennis van een vak vereist is, verhoogd door enkele jaren ondervinding en zo mogelijk door een theoretische vorming. Hij is ertoe gedwongen sommige werken zelfstandig uit te voeren en eventueel een werkman van een lagere categorie met zijn richtlijnen bij te staan. Hij moet in zijn specialisatie de bestanddelen van een bestek in tijd en grondstoffen kunnen leveren.

Worden onder meer in deze categorie ingedeeld : D1. de mecanicien : De werkman die het volledig mechanisme van een voertuig kent en die het nazicht ervan en de desbetreffende werken eraan uitvoert.

D2. de elektricien : De werkman die het elektrische gedeelte van een voertuig grondig kent en de desbetreffende werken uitvoert, het plaatsen van elektrische toebehoren inbegrepen. Hij moet bovendien schema's van elektrische installaties vlot kunnen lezen.

D3. de gereedschapswerker : De werkman die mechanische onderdelen bewerkt, draait en afstelt met of zonder plannen te lezen. Hij moet het gereedschap van de werkplaats kunnen onderhouden en er courante herstellingen aan kunnen uitvoeren.

D4. de plaatbewerker : De werkman die werken uitvoert om deuken te verwijderen en plaatwerk te herstellen, lassen, ineenzetten en platineren inbegrepen.

D5. de lasser : De werkman die werken van autogeen of elektrisch lassen en van montage uitvoert.

D6. de kitaanbrenger : De werkman die de staat van het plaatwerk voor het kitten kan beoordelen, de te kitten vlakken voorbereidt, inwrijft en afpuimt.

D7. de pistoolschilder : De werkman die voorbereidingswerken voor het pistoolschilderen kan beoordelen en met het pistool de eindlagen op het koetswerk aanbrengt.

D8. de bijwerker : De werkman die de voorbereidingswerken voor het bijwerken kan beoordelen en die na het lakken bijwerking en afwerking verzorgt, zelfs midden in vlakken.

D9. de bekleder : De werkman die de bekleding van een voertuig kan aanbrengen en verwijderen, elk bekledingselement kan herstellen en dit kan aanpassen. Hij moet bovendien de oorzaak van geluiden en insijpelingen kunnen vaststellen en verhelpen.

D10. de magazijnier : De werkman die bestellingen van onderdelen opneemt en daarenboven verantwoordelijk is voor de toepassingen van de prijzen en voor het beheer van de voorraad.

E. Buiten categorie - niveau E De werkman die gewoonlijk volledig zelfstandig kwaliteitswerk uitvoert, waarvoor een hoge graad van vakkennis vereist is, evenals een ondervinding opgedaan tijdens een jarenlange praktijk en, zo mogelijk, verhoogd door een theoretische vorming. Hij moet eventueel ploegwerk kunnen organiseren en in zijn specialiteit de bestanddelen van een bestek in tijd en grondstoffen kunnen leveren.

Worden onder meer in deze categorie ingedeeld : E1. de mecanicien buiten categorie : De werkman die volledige kennis heeft van het geheel van het mechanisme van de voertuigen en die, volledig zelfstandig, alle controle- en herstellingswerken uitvoert.

E2. de plaatbewerker buiten categorie : De werkman die volledig zelfstandig alle werken uitvoert om deuken te verwijderen en plaatwerk te herstellen, lassen, vervaardigen van koetswerkelementen, monteren en platineren inbegrepen. Hij moet plannen kunnen lezen en kunnen overgaan tot het aftekenen van speciale profielen.

E3. de lasser buiten categorie : De werkman die volledig zelfstandig alle werken uitvoert in autogeen- en elektrisch lassen, klinken, monteren en smeden, met of zonder plannen te lezen.

E4. de pistoolschilder-kleurenmenger : De werkman die volledig zelfstandig alle voorbereidende werken van het pistoolschilderen kan beoordelen en met het pistool de bovenlaklaag op het koetswerk kan aanbrengen, keuze, bereiding en samenstelling van de kleuren inbegrepen.

E5. de bekleder buiten categorie : De werkman die volledig zelfstandig buiten de andere bekledingswerken ook het voormonteren en het vervaardigen van ingewikkelde bekledingselementen kan uitvoeren.

E6. de proefrijder : De werkman in het bezit van een rijbewijs die de proefritten uitvoert op de openbare weg. Hij kent het mechanisch geheel van een voertuig en is bekwaam de desbetreffende werken eraan uit te voeren en/of te controleren. Hij moet bekwaam zijn de werken te bepalen welke na het proefrijden dienen te gebeuren.

E7. de gereedschapswerker buiten categorie : De werkman die volledig zelfstandig draai- en bankwerk uitvoert met of zonder plannen te lezen, precisiegereedschap kan gebruiken en gegevens voor het vervaardigen kan berekenen (draad, tapsheid, excentriciteit).

Hij moet de technologie van de metalen kennen, bekwaam zijn werkhuisgereedschap te ontwerpen en de bestanddelen van een bestek in tijd en grondstoffen te leveren.

E8. de elektricien buiten categorie : De werkman die de volledige kennis heeft van het elektrisch gedeelte van de voertuigen en, volledig zelfstandig, alle desbetreffende werken uitvoert, plaatsing en herstelling van de elektrische onderdelen inbegrepen.

Vermelding op de loonfiche en de loonafrekening

Art. 3.Op iedere individuele loonfiche en loonafrekening moet de juiste beroepencategorie waartoe de betrokkene behoort, vermeld worden. HOOFDSTUK III. - Lonen en arbeidsvoorwaarden Bruto minimumuurlonen

Art. 4.De bruto minimumuurlonen van het garagepersoneel onderworpen aan de toepassing van de voorliggende collectieve arbeidsovereenkomst worden met ingang van 1 mei 2000 periodiek gelijkgeschakeld met de bruto minimumuurlonen van de werknemers ressorterend onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf.

De bruto minimumuurlonen van het garagepersoneel van de subsector van het goederenvervoer over de weg voor rekening van derden en van de subsector van goederenbehandeling voor rekening van derden worden op deze manier op 1 mei 2000 voor een arbeidsduur van 39 uur per week : Hulpwerkman "Service" A.1.1. 329 BEF (= 8,16 EUR);

Hulpwerkman "Service" A.1.2. (10 jaar anciënniteit in de onderneming) 343 BEF (= 8,50 EUR);

Hulpwerkman "Service" A.1.3. (20 jaar anciënniteit in de onderneming) 360 BEF (= 8,92 EUR);

Hulpwerkman A.2.1. 343 BEF (= 8,50 EUR);

Hulpwerkman A.2.2. (10 jaar anciënniteit in de onderneming) 360 BEF (= 8,92 EUR);

Hulpwerkman A.2.3. (20 jaar anciënniteit in de onderneming) 377 BEF (= 9,35 EUR);

Geoefende hulpwerkman niveau B 377 BEF (= 9,35 EUR);

Geschoolde arbeider niveau C 418 BEF (= 10,36 EUR);

Geschoolde arbeider niveau D 439 BEF (= 10,88 EUR);

Arbeider buiten categorie niveau E 470 BEF (= 11,65 EUR).

Meerderjarige werklieden volgen de lonen zoals bovenstaand vastgesteld.

De minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen van de jonge werklieden worden berekend op basis van de minimumuurlonen en de werkelijk betaalde uurlonen van de werklieden van de beroepscategorie waartoe de betrokkenen behoren; zij worden verminderd naargelang de leeftijd volgens de percentages vermeld in de hierna vermelde tabel (18 jaar = 100 pct.).

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Aangaande de bezoldiging van de anciënniteit in de onderneming is het garagepersoneel van de subsector van het goederenvervoer over de weg voor rekening van derden en van de subsector van goederenbehandeling voor rekening van derden uitsluitend onderworpen aan de anciënniteitstructuren op 1 mei 2000 van toepassing in het Paritair Comité voor het garagebedrijf.

Aanpassing van de lonen

Art. 5.§ 1. Jaarlijks op 1 mei worden de bruto minimumuurlonen van het garagepersoneel aangepast aan de barema's die voor deze functies van toepassing worden op deze datum in het Paritair Comité voor het garagebedrijf.

Ingeval de beroepenclassificatie (= functiebenaming en functieomschrijving) in de toekomst wijzigt, zullen de implicaties daarvan op de toepassing van de voorliggende collectieve arbeidsovereenkomst het voorwerp moeten uitmaken van besprekingen tussen de sociale partners van het Paritair Comité voor het vervoer. § 2. De lonen van het garagepersoneel in de bedrijven onderworpen aan de toepassing van de voorliggende collectieve arbeidsovereenkomst, zijn uitsluitend gekoppeld aan het indexatiesysteem, bepaald in artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juli 1999 betreffende de loonvorming in uitvoering van artikel 4.1. van het nationaal akkoord van 1999-2000 van het Paritair Comité voor het garagebedrijf.

Ingeval het indexatiesysteem, van toepassing in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, in de toekomst wijzigt, zullen de implicaties daarvan op voorliggende collectieve arbeidsovereenkomst het voorwerp moeten uitmaken van besprekingen tussen de sociale partners van het Paritair Comité voor het vervoer. § 3. In de jaarlijkse loonaanpassing op 1 mei aan de lonen zoals vermeld in § 1 van dit artikel, zijn alle sectorale verhogingen van het refertejaar (periode : 2 mei van het voorgaande jaar tot en met 1 mei van het lopend jaar) evenals de indexverhoging inbegrepen.

Arbeidsvoorwaarden

Art. 6.De collectieve arbeidsovereenkomsten in de subsector van het goederenvervoer over de weg voor rekening van derden en in de subsector van goederenbehandeling voor rekening van derden van toepassing op het niet-rijdend personeel, andere dan deze met betrekking tot de functieclassificatie, de uurlonen en het indexatiesysteem, blijven van toepassing op het garagepersoneel in dezelfde subsectoren tewerkgesteld. HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 mei 2000.

Zij is gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd. Deze opzeg moet minstens drie maanden op voorhand geschieden bij een ter post aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer, die zonder verwijl de betrokken partijen in kennis zal stellen.

De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum van verzending van bovengenoemde brief.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 februari 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^