Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 augustus 2003
gepubliceerd op 16 september 2003

Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding ressorteren (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003012719
pub.
16/09/2003
prom.
26/08/2003
ELI
eli/besluit/2003/08/26/2003012719/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 AUGUSTUS 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding ressorteren (PC 120.02) (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, inzonderheid op artikel 61, § 1, gewijzigd bij de wet van 20 juli 1991;

Gelet op het voorstel van het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het noodzakelijk is zonder uitstel de opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding, te wijzigen, teneinde de rechtszekerheid van de betrokken werknemers te waarborgen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding ressorteren.

Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder werklieden, de werklieden en de werksters.

Art. 2.§ 1. In afwijking van de bepalingen van artikel 59, tweede en derde lid van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten wordt, wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat, de opzeggingstermijn vastgesteld op : 1° tweeënveertig kalenderdagen wat de werklieden betreft die tussen vijf en minder dan tien jaar anciënniteit in de onderneming tellen;2° zesenvijftig kalenderdagen wat de werklieden betreft die tussen tien en minder dan vijftien jaar anciënniteit in de onderneming tellen;3° vierentachtig kalenderdagen wat de werklieden betreft die tussen vijftien en minder dan twintig jaar anciënniteit in de onderneming tellen;4° honderd en twaalf kalenderdagen wat de werklieden betreft die twintig jaar en meer anciënniteit in de onderneming tellen. § 2. De opzeggingstermijnen bepaald in § 1 zijn niet van toepassing in geval het ontslag gegeven wordt door de werkgever in het kader van een brugpensioenregeling. In dat geval worden de opzeggingstermijnen bepaald in artikel 59, tweede en derde lid van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, toegepast.

Art. 3.De opzeggingen betekend vóór de inwerkingtreding van dit besluit, blijven hun gevolgen behouden.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 5.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 26 augustus 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978. Wet van 20 juli 1991, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1991.

^