gepubliceerd op 25 mei 2009
Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag ter betaling van de vergoedingen voorzien in het sociaal akkoord dat betrekking heeft op de gezondheidssector en dat in 2005 door de federale regering werd gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers, voor zover het betrekking heeft op peterschap en op de maatregel van bijkomend verlof voor het kalenderjaar 2009
26 APRIL 2009. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag ter betaling van de vergoedingen voorzien in het sociaal akkoord dat betrekking heeft op de gezondheidssector en dat in 2005 door de federale regering werd gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers, voor zover het betrekking heeft op peterschap en op de maatregel van bijkomend verlof voor het kalenderjaar 2009
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de programmawet van 2 januari 2001, inzonderheid op artikel 59, tweede lid;
Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg, inzonderheid op artikel 15;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het bedrag bedoeld in dit besluit zo snel mogelijk aan het Fonds voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten gestort moet worden voor zover het uitvoering geeft aan het sociaal akkoord dat betrekking heeft op de gezondheidssector en dat in 2005 door de federale regering werd gesloten met de betrokken representatieve organisaties van werkgevers en werknemers. Het is pas op het ogenblik dat dit bedrag is gestort, dat de Fondsen kunnen zorgen voor de verdeling ervan onder hun leden;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 maart 2009;
Gelet op de akkoordbevinding van Staatssecretaris voor Begroting van 1 april 2009;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het bedrag bedoeld in dit besluit zo snel mogelijk aan het Fonds voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten gestort moet worden voor zover het uitvoering geeft aan het sociaal akkoord dat betrekking heeft op de gezondheidssector en dat in 2005 door de federale regering werd gesloten met de betrokken representatieve organisaties van werkgevers en werknemers. Het is pas op het ogenblik dat dit bedrag is gestort, dat de Fondsen kunnen zorgen voor de verdeling ervan onder hun leden.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de betaling van de vergoedingen voorzien in het sociaal akkoord dat betrekking heeft op de gezondheidssector en dat in 2005 door de federale regering werd gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers, voor zover het betrekking heeft op de maatregelen inzake peterschap in de ziekenhuizen en het bijkomend verlof voor personeelsleden van minstens 50 jaar die niet genieten van de maatregelen in het kader van de eindeloopbaan, wordt voor het jaar 2009 een bedrag vastgesteld op 16.831.048 euro.
Art. 2.§ 1. Het in artikel 1 bedoelde bedrag wordt opgesplitst als volgt : a) maatregel peterschap : 7.286.168 euro; b) maatregel bijkomend verlof voor personeelsleden van minstens 50 jaar die niet genieten van de maatregelen in het kader van de eindeloopbaan : 9.544.880 euro. § 2. De bedragen vermeld § 1 worden opgesplitst als volgt : A) Het bedrag van 7.286.168 euro, zoals bedoeld in § 1, a) wordt opgesplitst als volgt : a) voor de openbare ziekenhuizen : 2.732.313 euro; b) voor de private ziekenhuizen : 4.553.865 euro.
B) Het bedrag van 9.544.880 euro, zoals bedoeld in § 1, b) wordt opgesplitst als volgt : a) voor de openbare instellingen en diensten : 3.643.084 euro; b) voor de private instellingen en diensten : 5.901.796 euro.
Art. 3.Het bedrag bedoeld in artikel 1 wordt door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering gestort als volgt : a) voor de private sector zal van dit bedrag 10.455.651 euro gestort worden aan het Fonds Sociale Maribel 330; b) voor de publieke sector zal van dit bedrag 6.375.397 euro gestort worden aan het Fonds Sociale Maribel van de Overheidssector.
Art. 4.De betalingen door de Fondsen aan de betrokken werkgevers zijn afhankelijk van de toepassing door deze werkgevers van de in artikel 1 bedoelde maatregelen die zijn omgezet in collectieve arbeidsovereenkomsten of in protocols van akkoorden.
Art. 5.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 april 2009.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX