gepubliceerd op 04 mei 2004
Koninklijk besluit tot vaststelling van de lijst van de automatische kansspelen waarvan de exploitatie is toegestaan in de kansspelinrichtingen klasse II
26 APRIL 2004. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de lijst van de automatische kansspelen waarvan de exploitatie is toegestaan in de kansspelinrichtingen klasse II
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, inzonderheid op het artikel 7;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 2000 tot vaststelling van de lijst van de automatische kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse II;
Gelet op het advies van de kansspelcommissie, gegeven op 2 oktober 2002;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28 augustus 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 10 maart 2004;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat dit koninklijk besluit het voorwerp uitmaakt van inbreuk nr. 2001/0630, vastgesteld door de Commissie van de EU betreffende het niet respecteren van de informatieprocedure in het domein van de normen en technische voorschriften en regels betreffende diensten van informatiemaatschappij;
Gelet op advies 36.889/4 van de Raad van State, gegeven op 8 april 2004;
Gelet op de Richtlijn 98/34/EG van 22 juni 1998 van het Europees Parlement en van de Raad betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften, gewijzigd door de Richtlijn 98/48/EG van 20 juli 1998;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, van Onze Minister van Begroting tot wiens bevoegdheid ten dele de Nationale Loterij behoort, van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, van Onze Minister van Financiën, van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Onze Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De automatische kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de inrichtingen klasse II, zijn onderverdeeld in de volgende vijf categorieën : 1° black-jack spelen;2° paardenweddenschappen;3° dobbelspelen;4° pokerspelen;5° roulettespelen.
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder « dobbelsteen » : kleine kubus waarvan de zes vlakken zijn voorzien van hetzij 1 tot 6 ogen, hetzij Arabische cijfers, hetzij chinese cijfers zoals in het spel « Sic Bo ».
Art. 3.§ 1. Het spel black-jack wordt gespeeld op een scherm met een kaartspel van 52 standaardkaarten. Het scherm wordt vernieuwd na elke kaartverdeling.
De kaartendoos kan worden samengesteld uit een maximum van zes spelen van 52 kaarten. § 2. De kaarten hebben dezelfde waarde als bij Black-Jack op tafel : - 2/10 : waarde van de kaart - Boer, Vrouw, Koning : 10 - Aas : 1 of 11.
De spelregels zijn identiek aan de spelregels toepasselijk bij tafel Black-Jack. § 3. De automaat verdeelt de kaarten en de speler steekt de kaarten goed. Eens de kaartenverdelingen bepaald, worden de inzetten betaald naar gelang de vooraf ingestelde winnende combinaties. Bij gelijkheid wint noch verliest de speler.
Art. 4.§ 1. Het wedrenspel bestaat in het voorspellen van de wedrenresultaten. § 2. Het betreft winstkansweddenschappen. De speler beschikt over twee mogelijkheden om in te zetten, hetzij : 1. zet hij in op de winnaar;2. doet hij een plaatsweddenschap op de eerste twee plaatsen. Eens de wedren beëindigd en als hij het winnende resultaat gevonden heeft, wordt de winnaar betaald naargelang de score van de winnaar of winnaars.
Art. 5.Het dobbelspel kan mechanisch of elektronisch zijn. 1. Het mechanisch dobbelspel bevat 3, 4 of 5 dobbelstenen die zich in een gesloten ruimte bevinden, trommel genoemd.De speler brengt de trommel in beweging bij middel van een startknop, hierna genoemd Start. De speler wordt betaald volgens vooraf opgestelde combinaties. 2. Het elektronisch dobbelspel bestaat uit een scherm waar drie, vier of vijf teerlingen geworpen worden volgens de versie van het spel.Het nagestreefde doel bestaat erin een vooraf ingestelde combinatie te verwezenlijken. De speler wordt betaald afhankelijk van deze combinaties.
Art. 6.Het pokerspel wordt gespeeld op een scherm met 52 of 53 standaard speelkaarten naar gelang de gekozen spelformule. Het scherm wordt vernieuwd na elke slag.
Eens de inzet ingebracht, kunnen de kaarten gedeeld worden door middel van een toets. Na de vijf kaarten te hebben geëvalueerd, kan de speler ze ofwel bewaren, ofwel kaarten uitkiezen die hij door nieuwe wil vervangen. Dan gebeurt de trekking. Indien de laatste slag overeenstemt met een combinatie, als winnend aangeduid, ontvangt de speler de winst toegekend aan deze combinatie.
Art. 7.Het automatische roulettespel kan van het materiële of van het virtuele type zijn.
De winst van het spel wordt bepaald door een spelmogelijkheid die bepaald wordt door het stoppen van het balletje in één der genummerde vakken.
Eenmaal de inzet is ingebracht, dient de speler een keuze te maken uit een nummer of de combinatie waarop men wil gokken. Vervolgens brengt de startknop de roulette op gang. Wanneer het balletje stopt in één der genummerde vakken duidt dit het winnende nummer aan. De speler wordt betaald volgens zijn winnend nummer.
De materiële roulette bestaat uit een bedekte roulette gelijkend op deze die gebruikt wordt voor de tafelspelen.
De virtuele roulette wordt gespeeld op een scherm met twee niveaus. Op het eerste niveau bevindt zich de inzettafel waar de speler zijn virtuele schijven kan schikken. Op het tweede niveau verschijnt een scherm met het wiel.
Bij de materiële en de virtuele roulette kan de trekking gebeuren door middel van teerlingen. Het gebruik van dobbelstenen verandert niets aan de aard van spel dat een van het type roulette blijft.
Art. 8.Het aantal automatische kansspelen waarvan de exploitatie is toegestaan in de kansspelinrichtingen klasse II is beperkt tot 30 toestellen.
Art. 9.De automaten samengesteld uit maximum zes terminals zijn beperkt tot drie per inrichting.
Art. 10.Het koninklijk besluit van 22 december 2000 tot vaststelling van de lijst van de automatische kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse II wordt opgeheven.
Art. 11.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 12.Onze Minister bevoegd voor Justitie, Onze Minister bevoegd voor Begroting en ten dele bevoegd voor de Nationale Loterij, Onze Minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken, Onze Minister bevoegd voor Financiën, Onze Minister bevoegd voor Sociale Zaken en Volksgezondheid, en Onze Minister bevoegd voor Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 april 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Begroting, tot wiens bevoegdheid ten dele de Nationale Loterij behoort, J. VANDE LANOTTE De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Sociale zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, Mevr. F. MOERMAN