Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 april 2003
gepubliceerd op 06 mei 2003

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 februari 1996 tot beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2003022518
pub.
06/05/2003
prom.
26/04/2003
ELI
eli/besluit/2003/04/26/2003022518/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 februari 1996 tot beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid, inzonderheid op artikel 5, § 1, eerste lid, 1°, en § 2, eerste lid, 1°;

Gelet op de Richtlijn 2003/2/EG van de Commissie van 6 januari 2003 inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van arseen (tiende aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 76/769/EEG van de Raad);

Gelet op het koninklijk besluit van 25 februari 1996 tot beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten, gewijzigd bij de koninklijk besluiten van 20 maart 2001 en van 25 oktober 2002;

Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;

Gelet op de aanvraag voor advies binnen een termijn van 5 weken, op 11 februari 2003 gericht aan de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling met toepassing van artikel 2, § 2, van het koninklijk besluit van 3 april 2000 houdende bepaling van de adviestermijnen inzake de vaststelling van bepaalde productnormen;

Gelet op de aanvraag voor advies binnen een termijn van 5 weken, op 11 februari 2003 gericht aan de Hoge Gezondheidsraad met toepassing van artikel 2, § 2, van het koninklijk besluit van 3 april 2000 houdende bepaling van de adviestermijnen inzake de vaststelling van bepaalde productnormen;

Gelet op de aanvraag voor advies binnen een termijn van 5 weken, op 11 februari 2003 gericht aan de Raad voor het Verbruik met toepassing van artikel 2, § 2, van het koninklijk besluit van 3 april 2000 houdende bepaling van de adviestermijnen inzake de vaststelling van bepaalde productnormen;

Gelet op de aanvraag voor advies binnen een termijn van 5 weken, op 11 februari 2003 gericht aan de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven met toepassing van article 2, § 2, van het koninklijk besluit van 3 april 2000 houdende bepaling van de adviestermijnen inzake de vaststelling van bepaalde productnormen;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de bepalingen inzake beperking van het gebruik van arseenhoudende houtbeschermingsmiddelen die aan richtlijn 2003/2/EG van de Commissie van 6 januari 2003 voldoen zo spoedig mogelijk moeten worden gepubliceerd omdat arseen een genotoxische en bekende carcinogene stof is en het daarmee behandelde hout en houtafval een risico oplevert voor de gezondheid van onbevoegde personen die, zonder over de vereiste individuele beschermingsuitrusting te beschikken, dit hout bewerken en dat het dus aangewezen is om ten spoedigste de door de richtlijn voorziene maatregelen in te voeren om dit risico en,in het bijzonder, ook het risico van bepaalde toepassingen voor kinderen, te beperken;

Gelet op advies n° 35.286/1 van de Raad van State, gegeven op 10 april 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In het koninklijk besluit van 25 februari 1996 tot beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten, wordt een artikel 1ter ingevoegd dat luidt als volgt : «

Artikel 1ter.De arseenverbindingen : § 1. Mogen niet worden gebruikt als verbindingen en bestanddelen van preparaten die bestemd zijn om te worden gebruikt : a) ter voorkoming van de aangroeiing van micro-organismen, planten of dieren op : - scheepsrompen; - fuiken, drijvers, netten, alsmede alle overige apparatuur of uitrusting die bij de teelt van vissen en schaal- en schelpdieren wordt gebruikt; - alle apparatuur of uitrusting die zich geheel of gedeeltelijk onder water bevindt. § 2. Mogen niet worden gebruikt als stoffen en bestanddelen van preparaten die bestemd zijn om te worden gebruikt bij de behandeling van industrieel water, ongeacht het gebruik daarvan. »

Art. 2.In het zelfde koninklijk besluit, wordt een artikel 1quater ingevoegd, luidende : «

Artikel 1quater.De arseenverbindingen : Mogen niet worden gebruikt als verbindingen en bestanddelen van preparaten die bestemd zijn om te worden gebruikt : a) vanaf 1 oktober 2003, voor de verduurzaming van hout. Evenmin mag behandeld hout nog op de markt worden gebracht : - vanaf 1 juli 2003 voor aldus behandeld hout waarvoor een gevaar bestaat voor kinderen zoals plankenvloeren voor terrassen, speeltuigen of andere producten bestemd voor met name kinderen : speeltuinartikelen, speeltuinmeubilair, afsluitingen van speeltuinen; - vanaf 1 januari 2004 voor het andere aldus behandelde hout. b) In afwijking hiervan : i) mogen de genoemde stoffen en preparaten alleen worden gebruikt in industriële installaties die van vacuüm- of druktechnologie gebruik maken om hout te impregneren met oplossingen van anorganische verbindingen van koper, chroom en arseen (CCA), type C.Aldus behandeld hout mag niet in de handel worden gebracht voordat het verduurzamingsmiddel volledig is gefixeerd; ii) mag hout dat overeenkomstig punt i) in industriële installaties met CCA-oplossingen is behandeld en in de handel is gebracht, voor professionele en industriële toepassingen worden gebruikt, wanneer de structurele integriteit van het hout vereist is voor de veiligheid van mensen en van vee en het niet waarschijnlijk is dat mensen er gedurende de levensduur van dit hout mee in aanraking komen : - voor de utiliteitsbouw; - voor bruggen; - als constructiehout in zoetwatergebieden en in brak water, bv. voor aanlegsteigers en bruggen; - voor geluidsbarrières; - voor lawineweringen; - voor veiligheidshekken en vangrails langs snelwegen; - als afrasteringspalen van rond naaldhout zonder bast, voor de veeteelt; - voor steunmuren; - voor telefoon- en elektriciteitspalen; - als ondergrondse dwarsliggers.

Onverminderd de toepassing van andere voorschriften inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke stoffen en preparaten, moet behandeld hout vanaf 1 januari 2004 worden gekenmerkt met de tekst « Uitsluitend voor professionele en industriële toepassingen, bevat arseen ». Bovendien moet het in pakket op de markt gebrachte hout ook zijn voorzien van een label met de tekst : "Draag handschoenen bij het omgaan met dit hout. Draag een stofmasker en beschermingsbril bij het zagen of anderszins bewerken van dit hout.

Afval van dit hout moet worden behandeld als gevaarlijk afval en worden afgegeven aan een erkend verwijderaar. »; iii) het in punt b) , onder i) en ii) , bedoelde behandelde hout mag niet worden gebruikt : - voor de woningbouw, ongeacht het doel; - voor toepassingen waarbij gevaar van herhaald huidcontact bestaat; - in zee; - voor landbouwdoeleinden, m.u.v. gebruik als afrasteringspalen voor de veelteelt of voor utiliteitsgebouwen, als bedoeld onder ii) ; - voor toepassingen waarbij het behandelde hout in contact kan komen met halffabrikaten of eindproducten die bestemd zijn voor menselijke of dierlijke consumptie.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad is bekend gemaakt.

Art. 4.Onze Minister bevoegd voor Volksgezondheid en Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Portofino, op 26 april 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, J. TAVERNIER

^