gepubliceerd op 05 september 2000
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende de vaststelling van het bedrag, de toekenningsvoorwaarden en de uitkeringsmodaliteiten van aanvullende sociale voordelen ten laste van het « Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf »
26 APRIL 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende de vaststelling van het bedrag, de toekenningsvoorwaarden en de uitkeringsmodaliteiten van aanvullende sociale voordelen ten laste van het « Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf » (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 1991, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 3 oktober 1991, inzonderheid op artikel 8;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende de vaststelling van het bedrag, de toekenningsvoorwaarden en de uitkeringsmodaliteiten van aanvullende sociale voordelen ten laste van het « Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf »
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 april 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Bijlage Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 april 1999 Vaststelling van het bedrag, de toekenningsvoorwaarden en de uitkeringsmodaliteiten van aanvullende sociale voordelen ten laste van het « Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf » (Overeenkomst geregistreerd op 9 juli 1999 onder het nummer 51380/CO/145)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werklieden en werksters en hun werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf met uitzondering van de ondernemingen waarvan de hoofdactiviteit bestaat in het aanleggen en onderhouden van parken en tuinen en van het seizoens- en gelegenheidspersoneel zoals bedoeld in artikel 8bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot invoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.
Art. 2.Bij toepassing van artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 1991, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 3 oktober 1991, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 29 oktober 1991, worden ten laste van het fonds de volgende sociale voordelen toegekend : - een eindejaarspremie; - een vergoeding bij langdurige ziekte; - een sociale premie voor gesyndiceerden. HOOFDSTUK I. - Eindejaarspremie
Art. 3.Een eindejaarspremie wordt toegekend aan de werklieden tijdens de referteperiode van 1 juli tot 30 juni tewerkgesteld in de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, met uitzondering van de ondernemingen waarvan de hoofdactiviteit bestaat in het aanleggen en onderhouden van parken en tuinen.
Art. 4.Het bedrag en de uitvoeringsmodaliteiten van de in artikel 3 bedoelde eindejaarspremie worden bepaald in een aanvullende collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK II. - Vergoeding bij langdurige ziekte
Art. 5.Er wordt aan de werklieden, met minimum vijf jaren dienst, een vergoeding toegekend, na vier maanden ononderbroken ziekte.
Art. 6.De vergoeding van 200 F per dag bij langdurige ziekte wordt betaald vanaf de eerste dag van de vijfde maand ziekte, voor een maximale periode van : - 13 weken (zes dagen per week) bij 5 tot 10 jaren dienst in de sector; - 26 weken (zes dagen per week) bij 10 of meer jaren dienst in de sector. HOOFDSTUK III. - Sociale premie voor gesyndiceerden
Art. 7.Er wordt jaarlijks een sociale premie voor gesyndiceerden toegekend. Het globaal jaarlijks bedrag ervan wordt toegekend aan de werklieden die op 31 december van de referteperiode, lopend van 1 januari tot 31 december van het jaar, terzelfdertijd en dit gedurende minstens twaalf maanden : a) lid zijn van één van de representatieve interprofessionele werknemersorganisaties, vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf;b) krachtens een arbeidsovereenkomst verbonden zijn aan een in artikel 1 bedoelde onderneming.
Art. 8.Aan de werklieden die tijdens de referteperiode gedurende minder dan twaalf maanden voldoen aan de in artikel 2, a) en b) vermelde voorwaarden, wordt de sociale premie toegekend naar rata van 1/12e van het globaal jaarlijks bedrag, voor iedere maand of begonnen maand gedurende dewelke zij aan de bedoelde voorwaarden beantwoorden.
Onder dezelfde voorwaarden wordt aan de tijdens de referteperiode gepensioneerde werklieden, alsmede aan de echtgenoot of echtenote van een tijdens de referteperiode overleden werkman of werksters, de sociale premie toegekend.
Art. 9.De werklieden in dienst bij een werkgever bedoeld in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, ontvangen van hun werkgever een attest van rechthebbende.
Art. 10.De rechthebbenden die tijdens de referteperiode bij meerdere werkgevers van de sector worden tewerkgesteld, ontvangen van elke werkgever die hen tewerkstelde een attest van rechthebbende.
Art. 11.Voor de referteperiode 1999 wordt het bedrag van de sociale premie als volgt vastgesteld : - globaal jaarlijks bedrag : 3 500 F - per 1/12e : 290 F. Voor de referteperiode 2000 en volgende wordt het bedrag van de sociale premie als volgt vastgesteld : - globaal jaarlijks bedrag : 3 700 F - per 1/12e : 310 F. HOOFDSTUK IV. - Eindbepalingen
Art. 12.De uitkeringsmodaliteiten van de aanvullende sociale voordelen, zoals bepaald in artikel 5 tot en met 11, vastgesteld bij deze collectieve arbeidsovereenkomst worden bepaald door de raad van beheer van het fonds.
Art. 13.Alle bijzondere gevallen welke bij toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst voorkomen, kunnen worden voorgelegd aan de raad van beheer van het fonds. HOOFDSTUK V. - Geldigheid
Art. 14.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en is gesloten voor een onbepaalde duur.
Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf betreffende de toekenning van een sociale premie voor gesyndiceerden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 juni 1998, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 21 oktober 1998.
Elk van de ondertekenende partijen kan ze opzeggen, mits een opzeggingstermijn van drie maanden, te betekenen bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 april 2000.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 3 oktober 1991, Belgisch Staatsblad van 29 oktober 1991.