gepubliceerd op 26 september 2000
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de minimumwedde voor de handelsvertegenwoordigers
26 APRIL 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de minimumwedde voor de handelsvertegenwoordigers (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de minimumwedde voor de handelsvertegenwoordigers.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 april 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 1999 Minimumwedde voor de handelsvertegenwoordigers (Overeenkomst geregistreerd op 22 juni 1999 onder het nummer 51070/CO/207)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid en op de handelsvertegenwoordigers die zij tewerkstellen.
Art. 2.Daar de functie van handelsvertegenwoordiger niet tot de functies behoort welke zijn opgenomen in de classificatie der functies vastgesteld door het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, wordt er overeengekomen dat er voor de handelsvertegenwoordigers, vanaf 1 januari 1999, een specifiek minimumloon vastgelegd wordt als volgt : Het minimumloon wordt maandelijks als voorschot op het eventueel commissieloon betaald en de eindrekening wordt op het einde van elk jaar vastgelegd op basis van de lonen berekend op een gemiddelde van twaalf maanden, inclusief eindejaarspremie.
Voor de handelsvertegenwoordigers jonger dan 25 jaar is de wedde ten minste gelijk aan de schaalminima volgens leeftijd van categorie 3 zoals bepaald in het barema voorzien, enerzijds, voor de periode gaande van 1 januari 1999 tot 31 maart 1999, door de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 1993 tot vaststelling van het minimumbarema, en anderzijds, voor de periode vanaf 1 april 1999, door de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 1999 betreffende het minimumbarema en de maandwedden.
Voor de handelsvertegenwoordigers van 25 jaar en ouder is het loon ten minste gelijk aan de hogervermelde schaalminima volgens leeftijd van categorie 4A;
Gedurende de proeftijd echter is de maandelijkse minimumwedde, ingevolge voorgaande alinea's, ten minste gelijk aan de hogervermelde schaalminima volgens leeftijd van categorie 1.
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst kunnen door elk der partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter wordt toegezonden. De poststempel geldt als bewijs. De voorzitter stelt de partijen op de hoogte van deze opzegging.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 april 2000.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX