gepubliceerd op 22 mei 1999
Koninklijk besluit tot opheffing van het Nationaal Paritair Comité voor de onafhankelijke cokesfabrieken en synthetische producten, het Nationaal Paritair Comité voor de bedienden uit de onafhankelijke cokesfabrieken en ondernemingen van synthetische producten, en het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de arbeiders
26 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot opheffing van het Nationaal Paritair Comité voor de onafhankelijke cokesfabrieken en synthetische producten, het Nationaal Paritair Comité voor de bedienden uit de onafhankelijke cokesfabrieken en ondernemingen van synthetische producten, en het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de arbeiders (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 69;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 januari 1957 waarbij de benaming, de bevoegdheid en de samenstelling van de paritaire comités, opgericht in uitvoering van de besluitwet van 9 juni 1945 tot vaststelling van het statuut der paritaire comités, bepaald worden, inzonderheid op artikel 1, artikel 2, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 juli 1969, en artikel 6;
Gelet op het in het Belgisch Staatsblad van 13 november 1997 bekendgemaakte bericht;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het Nationaal Paritair Comité voor de onafhankelijke cokesfabrieken en synthetische producten, het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de arbeiders en het Nationaal Paritair Comité voor de bedienden uit de onafhankelijke cokesfabrieken en ondernemingen van synthetische producten nooit konden worden samengesteld, dat deze bedrijfstakken worden geïntegreerd in de paritaire comités opgericht krachtens de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, dat het met het oog op de rechtszekerheid dringend noodzakelijk is voornoemde paritaire comités op te heffen;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 5 januari 1957 waarbij de benaming, de bevoegdheid en de samenstelling van de paritaire comités, opgericht in uitvoering van de besluitwet van 9 juni 1945 tot vaststelling van het statuut der paritaire comités, bepaald worden, worden de punten 3 en 49 opgeheven.
In artikel 1, § 2, van hetzelfde besluit, wordt het punt 55 opgeheven.
Art. 2.In artikel 2, § 1, van hetzelfde besluit, worden de punten 3, 49 en het punt 55, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 juli 1969, opgeheven.
Art. 3.In artikel 6, § 1, van hetzelfde besluit, worden de punten 1, 42 en 48 opgeheven.
Art. 4.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 april 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 5 januari 1957, Belgisch Staatsblad van 10 januari 1957.
Koninklijk besluit van 23 juli 1969, Belgisch Staatsblad van 29 juli 1969.