Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 september 2022
gepubliceerd op 14 februari 2023

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende de opleidingen (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2022204781
pub.
14/02/2023
prom.
25/09/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

25 SEPTEMBER 2022. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende de opleidingen (bedienden) (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende de opleidingen (bedienden).

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 september 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2021 Opleidingen (bedienden) (Overeenkomst geregistreerd op 7 maart 2022 onder het nummer 170861/CO/126) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking vallen.

Onder "bedienden" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke bedienden.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van de interprofessionele opleidingsdoelstelling zoals bepaald in de wet van 5 maart 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/03/2017 pub. 15/03/2017 numac 2017011012 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende werkbaar en wendbaar werk sluiten betreffende werkbaar en wendbaar werk. HOOFDSTUK II. - Aantal aan te bieden opleidingsdagen

Art. 2.§ 1. In de ondernemingen met 20 of meer werknemers wordt een gemiddelde van 6 opleidingsdagen per voltijds equivalent aangeboden voor de periode die ingaat op 1 januari 2022 en eindigt op 31 december 2023. § 2. In de ondernemingen met minstens 10 en minder dan 20 werknemers wordt een gemiddelde van 4,5 opleidingsdagen per voltijds equivalent aangeboden voor de periode die ingaat op 1 januari 2022 en eindigt op 31 december 2023. § 3. In de ondernemingen met minder dan 10 werknemers wordt een gemiddelde van 4 opleidingsdagen per voltijds equivalent aangeboden voor de periode die ingaat op 1 januari 2022 en eindigt op 31 december 2023. § 4. Met "opleiding" wordt bedoeld : de opleiding zoals bepaald in artikel 9 van de wet van 5 maart 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/03/2017 pub. 15/03/2017 numac 2017011012 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende werkbaar en wendbaar werk sluiten betreffende werkbaar en wendbaar werk. § 5. De werkgever heeft de verantwoordelijkheid om de opleidingsdagen aan te bieden tijdens de werkuren.

Indien de opleiding plaatsvindt buiten de arbeidstijd, moet de werkgever aan de bediende een gelijke compensatie in arbeidstijd toekennen.

De verplaatsingskosten van de bediende die betrekking hebben op de opleidingsdagen, komen voor rekening van de werkgever.

De opleidingsdagen worden toegekend op om het even welk ogenblik in 2022 en/of in 2023. HOOFDSTUK III. - Collectieve/individuele opleidingsdagen

Art. 3.3.1. Ondernemingen met 20 of meer werknemers met een vakbondsafvaardiging voor bedienden § 1. Ondernemingen met een vakbondsafvaardiging kunnen tussen 1 januari 2022 en 31 december 2023 een bedrijfseigen opleidingsaanvraag opmaken.

Om geldig te zijn, moet deze opleidingsaanvraag de instemming krijgen van de meerderheid van de leden van de vakbondsafvaardiging.

In de opleidingsaanvraag kunnen de inhoud, het tijdstip, de doelgroep en alle andere nadere regelen van de opleiding volledig autonoom worden vastgelegd.

De opleidingsaanvraag wordt tussen 1 januari 2022 en 31 december 2023 ingediend bij Woodwize.

De indiening gebeurt op basis van het formulier dat ter beschikking gesteld wordt door Woodwize. § 2. Indien met de vakbondsafvaardiging geen opleidingsaanvraag kan worden opgemaakt, zullen 4 van de opleidingsdagen individuele opleidingsdagen worden. 3.2. Ondernemingen met 20 of meer werknemers zonder vakbondsafvaardiging voor bedienden § 1. Indien een opleidingsaanvraag wordt opgemaakt, zijn 2 van de opleidingsdagen individuele opleidingsdagen. § 2. Indien geen opleidingsaanvraag wordt opgemaakt, zijn 3 van de opleidingsdagen individuele opleidingsdagen. 3.3. Ondernemingen met minder dan 20 werknemers Voor de ondernemingen met minder dan 20 werknemers zijn 2 van de opleidingsdagen individuele opleidingsdagen. HOOFDSTUK IV. - Procedure individuele opleidingsdagen

Art. 4.§ 1. Overeenkomstig de bepalingen van artikel 2, § 5, heeft de werkgever de verantwoordelijkheid om de opleidingsdagen aan te bieden tijdens de werkuren.

De deeltijdse bedienden genieten de individuele opleidingsdagen in evenredigheid met hun deeltijdse prestaties.

Het recht op opleiding geldt niet voor de bedienden die zijn aangeworven met een overeenkomst voor een bepaalde tijd van één jaar of minder. § 2. De bediende kan het recht op een individuele opleidingsdag activeren door zelf een schriftelijk voorstel te doen binnen het opleidingsaanbod van Woodwize, ter goedkeuring van de werkgever, tegen uiterlijk 31 december 2023.

De werkgever kan het opleidingsvoorstel van de bedienden weigeren indien : 1° hij niet akkoord is met de inhoud/timing van het opleidingsvoorstel;2° de bediende reeds een voldoende aanbod aan opleidingsdagen heeft gekregen. Indien de werkgever het voorstel van de bediende heeft geweigerd : - en uiterlijk op 31 december 2023 geen of onvoldoende individuele opleidingsdagen heeft aangeboden; - dan kan de bediende de niet toegekende individuele opleidingsdagen opnemen onder de vorm van opleldingsdagen binnen het opleidingsaanbod georganiseerd door Woodwize, binnen 6 maanden na het einde van de collectieve arbeidsovereenkomst; - dit gebeurt via een aanvraagformulier door de werknemer bij Woodwize; - de werknemer informeert vooraf de werkgever over de dag(en) waarop hij afwezig zal zijn en bezorgt de werkgever een aanwezigheidsattest van de opleiding; - deze opleidingsdag is gelijkgesteld met een gepresteerde arbeidsdag. HOOFDSTUK V. - Procedure voor het bekomen van voordelen van Woodwize

Art. 5.§ 1. De ondernemingen met een vakbondsafvaardiging voor bedienden maar zonder bedrijfseigen opleidingsaanvraag kunnen gebruik maken van het opleidingsaanbod van Woodwize, tussen 1 januari 2022 en 31 december 2023.

Het opleidingsaanbod wordt uitgewerkt door het bestuursorgaan van Woodwize.

In een bedrijf met vakbondsafvaardiging voor bedienden wordt deelname aan het opleidingsaanbod van Woodwize aan de vakbondsafvaardiging meegedeeld. § 2. De ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging voor bedienden hebben de mogelijkheid om deel te nemen aan het opleidingsaanbod van Woodwize tussen 1 januari 2022 en uiterlijk 31 december 2023.

In een bedrijf zonder vakbondsafvaardiging voor bedienden wordt de deelname aan het opleidingsaanbod van Woodwize in het bedrijf uitgehangen. § 3. De ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging voor bedienden kunnen eveneens tot deze collectieve arbeidsovereenkomst toetreden door een schriftelijke verbintenis aan te gaan dat het recht op opleiding zal gerealiseerd worden via het opleidingsaanbod van Woodwize. § 4. De ondernemingen met een goedgekeurde opleidingsaanvraag genieten voor de ontwikkeling van hun opleidingsinitiatieven een trekkingsrecht ten laste van Woodwize.

De nadere regelen voor dit trekkingsrecht zullen worden vastgelegd door het bestuursorgaan van Woodwize. HOOFDSTUK VI. - Aanvullende opleidingsdag

Art. 6.§ 1. Onverminderd het recht op opleiding dat onder artikel 2 is erkend, wordt voor elke bediende een aanvullend recht op één dag beroepsopleiding geopend voor de periode die ingaat op 1 januari 2022 en eindigt op 31 december 2023. De tijd die overeenstemt met de opleidingsdag, moet 's avonds of tijdens het weekend en buiten de arbeidstijd vallen. § 2. De onder artikel 6, § 1 voorziene opleidingsdag is een beroepsopleiding die door Woodwize wordt gegeven. Om die opleidingsdag te genieten, moet de bediende zich wenden tot Woodwize.

Per volledige opleidingsdag die hij volgt, ontvangt de bediende vanwege Woodwize een premie van 40 EUR als forfaitaire tegemoetkoming in zijn verplaatsings- en opleidingskosten.

Deze opleidingsdag wordt niet als arbeidstijd beschouwd en wordt niet als zodanig bezoldigd. Daarenboven komt deze opleidingsdag niet in aanmerking voor het betaald educatief verlof. HOOFDSTUK VII. - Duur

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor bepaalde duur voor de periode ingaand op 1 januari 2022 en eindigend op 31 december 2023.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 september 2022.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^