Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 september 2000
gepubliceerd op 10 november 2000

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg, betreffende de opleiding

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2000012678
pub.
10/11/2000
prom.
25/09/2000
ELI
eli/besluit/2000/09/25/2000012678/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

25 SEPTEMBER 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg, betreffende de opleiding (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg, betreffende de opleiding.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 september 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 1999 Opleiding (Overeenkomst geregistreerd op 30 juli 1999 onder het nummer 51800/CO/102.06)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de witzandexploitaties welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg.

Met « werklieden » worden de arbeiders en arbeidsters bedoeld.

Art. 2.Het totaal bedrag van de jaarlijkse begroting in deze collectieve arbeidsovereenkomst zal 0,10 pct. van de bruto loonmassa bedragen.

Art. 3.Bij brugpensioen zal het vervangingsengagement bij voorkeur worden ingevuld met personen behorende tot de risicogroepen zoals omschreven bij artikel 173 van de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen.

Art. 4.De tussenkomst in de kosten van technische vorming en opleiding wordt voorbehouden aan ongeschoolde en/of laag geschoolde personeelsleden voor zover deze opleiding kan tot gevolg hebben dat de ruimere beroepskennis van betrokkenen een positieve weerslag heeft op de beperking van de gedeeltelijke werkloosheid en een grotere waarborg geeft tot blijvende tewerkstelling.

Art. 5.De kosten kunnen betrekking hebben op een tussenkomst in reiskosten, het loonverlies en de eventuele inschrijvingsrechten of cursusgelden.

Art. 6.De werkgevers storten jaarlijks een bedrag van 700 BEF per op 1 januari in het personeelsregister ingeschreven werkman op het rekeningnummer 426-4093831-21 van het Vormingsfonds der grind- en zandgroeven, uiterlijk op 15 maart van het jaar 1999 en het jaar 2000.

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 september 2000.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^