gepubliceerd op 16 december 1999
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 januari 1998, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende een buitengewone bijdrage aan het fonds voor bestaanszekerheid
25 MEI 1999. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 januari 1998, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende een buitengewone bijdrage aan het fonds voor bestaanszekerheid (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de edele metalen;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 januari 1998, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende een buitengewone bijdrage aan het fonds voor bestaanszekerheid.
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 mei 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Paritair Subcomité voor de edele metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 januari 1998 Buitengewone bijdrage aan het fonds voor bestaanszekerheid (Overeenkomst geregistreerd op 9 februari 1998 onder het nummer 47089/CO/149.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, de werklieden en de werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de edele metalen.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder werklieden verstaan : de werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Buitengewone bijdrage
Art. 2.Vanaf 1 juli 1998 wordt een buitengewone bijdrage bepaald die als volgt wordt vastgesteld : 0,50 pct. van de niet begrensde brutolonen van de werklieden. HOOFDSTUK III. - Inning en invordering
Art. 3.De inning en de invordering van de bijdragen worden door de Rijksdienst voor sociale zekerheid verzekerd bij toepassing van artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid. HOOFDSTUK IV. - Duur
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 1998 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2002.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 mei 1999.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET