gepubliceerd op 20 augustus 2003
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, met betrekking tot de toekenning van een anciënniteitsverlof
25 JUNI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, met betrekking tot de toekenning van een anciënniteitsverlof (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, met betrekking tot de toekenning van een anciënniteitsverlof.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 juni 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2001 Toekenning van een anciënniteitsverlof (Overeenkomst geregistreerd op 9 augustus 2001 onder het nummer 58406/CO/126) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders/arbeidsters, hierna "arbeiders" genoemd, van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking.
Art. 2.De arbeiders/sters die tijdens het vakantiejaar een dienstanciënniteit van 25 jaar bereiken of op dat ogenblik reeds meer dan 25 jaar in dienst zijn bij hun huidige werkgever hebben tijdens het vakantiejaar bij die werkgever recht op één bijkomende betaalde vakantiedag, pro rata hun arbeidsregime.
Art. 3.De betaling van het loon voor deze vakantiedag valt ten laste van de werkgever.
Art. 4.Deze regeling doet geen afbreuk aan bestaande gunstiger regelingen op ondernemingsvlak.
Art. 5.Indien de specifieke arbeidsorganisatie dit vereist kunnen werkgever en werknemers op ondernemingsvlak andere toekenningsmodaliteiten overeenkomen. HOOFDSTUK II. - Geldigheid
Art. 6.De collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2001 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 2003.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing voor de vakantiejaren 2001 en 2002. Voor het vakantiejaar 2001 is het vakantiedienstjaar : 2000; voor het vakantiejaar 2002 is het vakantiedienstjaar : 2001.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 juni 2003.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX