gepubliceerd op 26 februari 2000
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de vaststelling van de lonen van sommige categorieën van arbeiders in de subsectoren voor goederenbehandeling voor rekening van derden en voor het goederenvervoer te land voor rekening van derden
25 JANUARI 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de vaststelling van de lonen van sommige categorieën van arbeiders in de subsectoren voor goederenbehandeling voor rekening van derden en voor het goederenvervoer te land voor rekening van derden (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de vaststelling van de lonen van sommige categorieën van arbeiders in de subsectoren voor goederenbehandeling voor rekening van derden en voor het goederenvervoer te land voor rekening van derden.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 januari 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 1997 Vaststelling van de lonen van sommige categoriëen van arbeiders in de subsectoren voor de goederenbehandeling voor rekening van derden en voor het goederenvervoer te land voor rekening van derden (Overeenkomst geregistreerd op 9 december 1997 onder het nummer 46356/CO/140.04.09) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en behoren tot de subsector van de goederenbehandeling voor rekening van derden alsook op hun werklieden.
Zij is eveneens van toepassing op de werklieden behorend tot de categorie van het niet rijdend personeel van de ondernemingen behorend tot de subsector voor het goederenvervoer te land voor rekening van derden alsook op hun werkgevers. § 2. Onder "subsector voor de goederenbehandeling voor rekening van derden", wordt bedoeld de werkgevers ressorterend onder het Paritair Comité voor het vervoer en die, buiten de havenzones, zich inlaten met : 1° alle behandeling van goederen voor rekening van derden ter voorbereiding van het vervoer en/of ter afwerking van het vervoer, onafgezien het gebruikte vervoermiddel;2° en/of alle logistieke diensten ter voorbereiding van het vervoer van goederen voor rekening van derden en/of ter afwerking van dit vervoer, onafgezien het gebruikte vervoermiddel. § 3. Onder "subsector voor het goederenvervoer te land voor rekening van derden" wordt bedoeld de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het vervoer ressorteren en die zich inlaten met : 1° het goederenvervoer voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor voor hetwelk een vervoervergunning vereist is welke door de bevoegde overheid afgeleverd werd;2° het goederenvervoer voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor voor hetwelk geen vervoervergunning vereist is;3° het verhuren met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer te land, voertuigen voor dewelke een vervoervergunning vereist is welke door de bevoegde overheid afgeleverd werd.4° het verhuren met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer te land, voertuigen voor dewelke geen vervoervergunning vereist is. Voor de toepassing van deze overeenkomst worden de taxibestelwagens, met name de voertuigen waarvan het laadvermogen gelijk of kleiner is dan 500 kilogram en uitgerust met een taximeter, beschouwd als voertuigen voor dewelke geen vervoervergunning vereist is.
Voor de toepassing van deze overeenkomst worden de koerierondernemingen beschouwd als ondernemingen behorend tot de subsector voor het goederenvervoer te land voor rekening van derden. § 4. Onder werklieden wordt bedoeld de werklieden en werksters. § 5. Onder "niet rijdend personeel van de ondernemingen van goederenvervoer te land voor rekening van derden" wordt bedoeld de werklieden tewerkgesteld in de magazijnen of aan kaaien van die ondernemingen. HOOFDSTUK II. - Juridisch kader
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van hoofdstuk IV van titel III van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en van het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden in toepassing van de artikelen 7, § 2, 30, § 2 en 33 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen.
Zij voert het artikel 3 uit van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997 houdende een tewerkstellingsakkoord in de subsector voor de goederenbehandeling voor rekening van derden en ten aanzien van het niet rijdend personeel van de ondernemingen van goederenvervoer te land voor rekening van derden. HOOFDSTUK III. - Functieclassificatie
Art. 3.De functieclassificatie opgenomen in artikel 5 wordt toegepast in de ondernemingen behorend tot de subsector van de goederenbehandeling voor rekening van derden.
De functieclassificatie opgenomen in artikel 5 is ook van toepassing op het niet rijdend personeel van de ondernemingen behorend tot de subsector voor het goederenvervoer te land voor rekening van derden.
Art. 4.De functieclassificatie omvat de volgende categorieën : 1° handlanger : met name de werklieden die, buiten de koerierondernemingen, uitsluitend laden en lossen;2° schoonmaakpersoneel;3° goederenontvanger : die minder dan zes maanden anciënniteit in de sector heeft;4° goederenontvanger : die minstens zes maanden anciënniteit in de sector heeft;5° niet rijdend personeel van de koerierondernemingen;6° polyvalente werkman die minder dan zes maanden anciënniteit in de sector heeft;7° polyvalente arbeider die minstens zes maanden anciënniteit in de sector heeft;8° vorkliftchauffeur die minder dan zes maanden anciënniteit in de sector heeft;9° vorkliftchauffeur die minstens zes maanden anciënnitiet in de sector heeft;10° ploegbaas die de verantwoordelijkheid draagt ten aanzien van minimum zes werklieden en van maximum twintig;11° ploegbaas die de verantwoordelijkheid van meer dan twintig werklieden draagt. De functieclassificatie toepasselijk op het garagepersoneel is vastgesteld door de collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in de schoot van het Paritair Comité voor de garageondernemingen. HOOFDSTUK IV. - Lonen
Art. 5.Dit hoofdstuk is niet van toepassing op het garagepersoneel ten aanzien van hetwelk de lonen worden vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in de schoot van het Paritair Comité voor de garageondernemingen.
Art. 6.In het 40-urenweekstelsel worden de minimum uurlonen met ingang van 1 juli 1997 vastgesteld als volgt : 1° handlanger : 296,10 F;2° onderhoudspersoneel : 296,10 F;3° goederenontvanger die minder dan zes maanden anciënniteit in de sector heeft : 296,10 F;4° goederenontvanger die minstens zes maanden anciënniteit in de sector heeft : 310 F;5° niet rijdend personeel van de koerierondernemingen : 310 F;6° polyvalente werkman die minder dan zes maanden anciënniteit in de sector heeft : 310 F;7° vorkliftchauffeur die minder dans zes maaanden anciënniteit in de sector heeft : 310 F;8° polyvalente werkman die minstens zes maanden anciënniteit in de sector heeft : 315,48 F;9° vorkliftchauffeur die minstens zes maanden anciënnitiet in de sector heeft : 315,48 F;10° ploegbaas die de verantwoordelijkheid draagt ten aanzien van minimum zes werklieden en van maximum twintig : 334,70 F;11° ploegbaas die de verantwoordelijkheid van meer dan twintig werklieden draagt : 348,75 F.
Art. 7.De gunstigere loonsvoorwaarden blijven van toepassing. HOOFDSTUK V. - Arbeidsduur
Art. 8.De wekelijkse arbeidsduur is op 40 uur per week vastgesteld.
Art. 9.De gunstigere voorwaarden die op ondernemingsvlak bestaan blijven van toepassing.
Art. 10.In de ondernemingen waar de wekelijkse arbeidsduur lager is dan 40 uur per week moeten de minimumlonen vastgesteld door artikel 6 geherwaardeerd worden.
Art. 11.De arbeidsduur voortspruitend uit de toepassing van dit hoofdstuk moet nageleefd worden in een gemiddelde over een periode van zes maanden.
In alle ondernemingen dekt de periode van zes maanden enerzijds de periode lopend van 1 januari tot 30 juni en anderzijds de periode lopend van 1 juli tot 31 december.
Art. 12.Bij ondernemingsovereenkomst getekend door minstens de gewestelijke secretarissen van de twee beroepscentrales die in het Paritair Comité voor het vervoer zetelen, kan het overeengekomen worden dat de arbeidsduur voortspruitend uit de toepassing van dit hoofdstuk moet nageleefd worden op jaarbasis.
In alle ondernemingen bedoeld in het vorig lid, dekt het jaar de periode lopend van 1 januari tot 31 december. HOOFDSTUK VI. - Indexering van de lonen
Art. 13.De lonen voortspuitend uit de toepassing van deze overeenkomst worden geïndexeerd overeenkomstig het stelsel voorzien door de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 februari 1984 tot vaststelling van de minimumlonen van de werklieden en werksters van de ondernemingen van goederenvervoer en vervoer van bestelgoederen en koppeling van deze lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 21 juni 1984 (Belgisch Staatsblad van 20 juli 1984). HOOFDSTUK VII. - Overgangsbepalingen
Art. 14.§ 1. De werkgevers die, op 30 juni 1997, een uurloon betaalden dat lager ligt dan dit voortspruitend uit de toepassing van de bepalingen van deze overeenkomst kunnen, onder de voorwaarden bepaald in § 2, een afwijking inzake de toepassingsdatum van de loonsverhoging bekomen vanwege het beperkt comité bevoegd voor de subsector voor de goederenbehandeling voor rekening van derden. § 2. De werkgever moet, bij een aangetekende brief, een gemotiveerde aanvraag indienen bij de voorzitter van het paritair comité vóór 15 september 1997.
De aanvraag moet het bewijs leveren dat op 31 december 1996 de werkgevers een bezoldigingspakket betaalden waarvan de tegenwaarde in uurloon hoger was dan het loon voortspruitend uit de toepassing van deze overeenkomst. § 3. Het uitstel van de toepassingsdatum van de verhoging van het uurloon wordt enkel toegekend mits eenparigheid van stemmen van de leden van het beperkt comité. HOOFDSTUK VIII. - Geldigheidsduur
Art. 15.Deze overeenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 juli 1997 en is voor onbepaalde duur gesloten.
Zij kan door iedere partij opgezegd worden mits betekening per aangetekende brief aan de voorzitter van het paritair comité van een opzeggingstermijn van zes maanden.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 januari 2000.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX