gepubliceerd op 13 november 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de notarisbedienden, betreffende het voltijds conventioneel brugpensioen
24 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de notarisbedienden, betreffende het voltijds conventioneel brugpensioen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de notarisbedienden;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de notarisbedienden, betreffende het voltijds conventioneel brugpensioen.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 september 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de notarisbedienden Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 april 2006 Voltijds conventioneel brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 29 mei 2006 onder het nummer 79872/CO/216) A. Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden die onder het Paritair Comité voor de notarisbedienden ressorteren.
Met "bedienden" bedoelt men : de mannelijke en vrouwelijke bedienden.
Deze overeenkomst is gesloten in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige oudere werknemers indien zij worden ontslagen en van haar latere wijzigingen, alsook van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen.
B. Conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd van 58 jaar
Art. 2.De bepalingen van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 en haar latere wijzigingen zijn van toepassing op deze overeenkomst.
Art. 3.In afwijking van artikel 3 van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, kan het conventioneel brugpensioen worden toegekend vanaf de leeftijd van 58 jaar.
Art. 4.Aan de bediende wiens opzeggingstermijn verstrijkt vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst wordt, in geval van voltijds brugpensioen, door de werkgever een aanvullende vergoeding uitgekeerd van minimaal 60 pct. van het verschil tussen het nettoreferteloon en de werkloosheidsvergoeding.
Art. 5.In geval aan een werknemer een voltijds conventioneel brugpensioen wordt toegekend, wordt bij het ingaan van het brugpensioen door de werkgever een eenmalige premie in de groepsverzekering voor buitenwettelijk pensioen voor de werknemer betaald, die 24 keer de patronale bijdrage bedraagt van de laatste maand waarin de werknemer bij hem tewerkgesteld was.
Deze eenmalige premie ten laste van de werkgever kan hem worden terugbetaald door de vereniging zonder winstoogmerk "Financieringsfonds voor de tewerkstelling in het notariaat".
De modaliteiten en beschikkingen omtrent de maatregelen in dit artikel zullen door de raad van bestuur van de vereniging zonder winstoogmerk "Financieringsfonds voor de tewerkstelling in het notariaat" uitgewerkt worden.
C. Duur van de overeenkomst - Slotbepalingen
Art. 6.De collectieve arbeidsovereenkomst van 27 november 2003 betreffende het voltijds conventioneel brugpensioen, wordt opgeheven.
De maatregelen die krachtens genoemde collectieve arbeidsovereenkomst werden toegekend, behouden evenwel hun volledige uitwerking.
Art. 7.Deze overeenkomst treedt in werking op 25 april 2006 en treedt buiten werking op 24 april 2009 tenzij een of meerdere bepalingen uit deze collectieve arbeidsovereenkomst strijdig zouden zijn met een hogere rechtsnorm.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 september 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN