gepubliceerd op 14 december 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, inzake de vrijstelling van arbeidsprestaties met behoud van loon voor de oudere werknemers in de beschutte werkplaatsen
24 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, inzake de vrijstelling van arbeidsprestaties met behoud van loon voor de oudere werknemers in de beschutte werkplaatsen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, inzake de vrijstelling van arbeidsprestaties met behoud van loon voor de oudere werknemers in de beschutte werkplaatsen.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 september 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2006 Vrijstelling van arbeidsprestaties met behoud van loon voor de oudere werknemers in de beschutte werkplaatsen (Overeenkomst geregistreerd op 11 april 2006 onder het nummer 79388/CO/327.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de beschutte werkplaatsen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap.
Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk arbeiders- en bediendepersoneel.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in toepassing van het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social profit sector 2005-2010 van 6 juni 2005. HOOFDSTUK II. - Vrijstelling van arbeidsprestaties voor de oudere werknemers
Art. 2.Vanaf het jaar waarin zij de leeftijd van 45 jaar bereiken, hebben de voltijdse werknemers recht op 7 dagen "vrijstelling van arbeidsprestaties", met behoud van het normale loon. De werknemer die in het lopende jaar de leeftijd van 45 jaar bereikt, zal deze dagen "vrijstelling van arbeidsprestaties" pro rata toegekend krijgen.
De maand waarin de rechthebbende werknemer 45 jaar wordt, zal in de pro rata berekening meetellen als volledige maand.
Dit systeem treedt in werking vanaf 1 januari 2007.
Art. 3.Bij het bereiken van de leeftijd van 55 jaar wordt er 1 dag "vrijstelling van arbeidsprestaties", met behoud van het normale loon, toegevoegd, bovenop de dagen vermeld in artikel 2.
Dit systeem treedt in werking vanaf 1 januari 2008.
Art. 4.De deeltijdse werknemers hebben recht op een evenredig aandeel "vrijstelling van arbeidsprestaties" volgens hun effectieve arbeidsduur.
Art. 5.§ 1. De dagen "vrijstelling van arbeidsprestaties voor de oudere werknemers" moeten gespreid worden opgenomen met een maximum van 2 dagen per kwartaal. Om arbeidsorganisatorische redenen moet de opname van deze "vrijstelling van arbeidsprestaties voor de oudere werknemers" steeds in onderling akkoord tussen werkgever en werknemer gebeuren. § 2. Enkel de aangevraagde en goedgekeurde opname van deze dagen "vrijstelling van arbeidsprestaties voor de oudere werknemers" van het lopende kwartaal, die om redenen onafhankelijk van de wil van een van de partijen, niet konden worden opgenomen, zijn overdraagbaar naar het volgende kwartaal. Ten uitzonderlijke titel kan het aantal op te nemen dagen in dat geval 4 bedragen.
Art. 6.Bij de uitdiensttreding bezorgt de werkgever een verklaring van het aantal opgenomen dagen "vrijstelling van arbeidsprestaties" van het lopende jaar aan de werknemer.
Indien de werknemer in een andere beschutte werkplaats in dienst treedt, zal het resterende aantal dagen, vermeld op voornoemde verklaring, bij deze werkgever kunnen worden opgenomen. HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2007 op voorwaarde dat de overheid de voorziene budgettaire middelen om uitvoering te geven aan deze collectieve arbeidsovereenkomst ter beschikking stelt.
Zij is gesloten voor onbepaalde duur en kan worden opgezegd door elk van de partijen met betekening van een opzeggingstermijn van 6 maanden bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 september 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN