gepubliceerd op 14 december 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 februari 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, tot oprichting van een "Sectoraal Vormingsfonds voor de sociale werkplaatsen van de Vlaamse Gemeenschap" en vaststelling van de statuten
24 OKTOBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 februari 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, tot oprichting van een "Sectoraal Vormingsfonds voor de sociale werkplaatsen van de Vlaamse Gemeenschap" en vaststelling van de statuten (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 februari 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, tot oprichting van een "Sectoraal Vormingsfonds voor de sociale werkplaatsen van de Vlaamse Gemeenschap" en vaststelling van de statuten.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 oktober 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 februari 2005 Oprichting van een "Sectoraal Vormingsfonds voor de sociale werkplaatsen van de Vlaamse Gemeenschap" en vaststelling van de statuten (Overeenkomst geregistreerd op 7 maart 2005 onder het nummer 74127/CO/327.01)
Artikel 1.Bij deze collectieve arbeidsovereenkomst en bij toepassing van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid richt het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door Vlaamse Gemeenschap een vormingsfonds op, waarvan de statuten hierna zijn vastgesteld.
Art. 2.Deze arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de sociale werkplaatsen, die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap.
Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendenpersoneel.
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005 en is voor onbepaalde duur gesloten.
Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd voor 1 januari van ieder jaar met uitwerking op 1 juli van het daaropvolgend jaar.
De opzegging dient betekend te worden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door Vlaamse Gemeenschap.
De voorzitter laat een kopie van de opzegging aan elk der ondertekenende partijen geworden alsook aan de Minister van Werk.
STATUTEN HOOFDSTUK I. - Oprichting, benaming en zetel
Art. 4.Met ingang vanaf 1 januari 2005 wordt een vormingsfonds opgericht, genaamd "Sectoraal Vormingsfonds voor de sociale werkplaatsen van de Vlaamse Gemeenschap", hierna genoemd "vormingsfonds".
De maatschappelijke en administratieve zetel van het vormingsfonds is gevestigd te Land van Waaslaan 2, bus 2, 9000 Gent. De zetel kan bij unanieme beslissing van de raad van bestuur van het vormingsfonds, voorzien in hoofdstuk IV van deze collectieve arbeidsovereenkomst, elders overgeplaatst worden. De raad van bestuur betekent zijn beslissing aan de voorzitter van het paritair subcomité en aan de Minister van Werk. HOOFDSTUK II. - Doel
Art. 5.Het vormingsfonds, opgericht door deze collectieve arbeidsovereenkomst, verzekert de financiering van vormingsinitiatieven. Hiertoe ontvangt en beheert het vormingsfonds de sommen van de bijdragen voor risicogroepen en andere sectorale middelen die aangewend kunnen worden voor vormingsinitiatieven. HOOFDSTUK III. - Financiering
Art. 6.De geldmiddelen van het vormingsfonds bestaan uit enerzijds de som van de bijdragen voor risicogroepen en mogelijke interesten en anderzijds andere geldmiddelen die aan het vormingsfonds toegekend zouden worden.
Art.7. De administratiekosten worden elk jaar vastgelegd door de raad van bestuur. HOOFDSTUK IV. - Beheer
Art. 8.Het fonds wordt beheerd door een paritaire raad van bestuur samengesteld uit 8 effectieve en 8 plaatsvervangende leden.
Deze leden worden aangeduid door de leden van het paritair subcomité, voor de helft op voordracht van de representatieve werkgeversorganisaties en voor de andere helft op voordracht van de representatieve werknemersorganisaties.
Art. 9.De leden van de raad van bestuur worden aangesteld voor een periode van 4 jaar.
Het mandaat van een lid van de raad van bestuur vervalt door ontslagneming of door overlijden of wanneer de duur van het mandaat verstreken of wanneer de organisatie die het lid heeft voorgedragen om zijn vervanging verzoekt of wanneer de betrokkene geen deel meer uitmaakt van de organisatie die hem voorgedragen heeft.
Het nieuw lid voltooit desgevallend het mandaat van zijn voorganger.
De mandaten van de leden van de raad van bestuur zijn hernieuwbaar.
Art. 10.De leden van de raad van bestuur gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan in verband met de verbintenissen aangegaan door het vormingsfonds.
Hun verantwoordelijkheid beperkt zich tot de uitvoering van hun mandaat.
Art. 11.De raad van bestuur kiest om de vier jaar een voorzitter en een ondervoorzitter onder zijn leden, beurtelings uit de werknemersafvaardiging en uit de werkgeversafvaardiging.
Het duidt eveneens de persoon aan die met het secretariaat wordt belast.
Art. 12.De raad van bestuur beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheden voor het beheer en de administratie van het vormingsfonds, binnen de limieten gesteld krachtens de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid.
Tenzij andersluidende beslissing van de raad van bestuur treedt deze laatste in al zijn handelingen op en handelt hij in rechte via de voorzitter en de ondervoorzitter gezamenlijk, elk desgevallend vervangen door een lid van de raad daartoe door de raad aangesteld. de raad van bestuur heeft onder meer als opdrachten : - over te gaan tot de eventuele aanwerving en afdanking van het personeel van het "Vormingsfonds"; - controle uit te oefenen en alle nodige maatregelen te treffen voor de uitvoering van deze statuten; - de administratiekosten vast te stellen; - tijdens de maand juni van elk jaar schriftelijk verslag uit te brengen aan het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door Vlaamse Gemeenschap.
Art. 13.De raad van bestuur vergadert minstens éénmaal per semester.
De raad vergadert hetzij op uitnodiging van de voorzitter ambtshalve handelend, hetzij op vraag van tenminste de helft van zijn leden hetzij op vraag van een der in zijn schoot vertegenwoordigde organisaties.
De uitnodigingen moeten de dagorde bevatten.
De notulen worden opgemaakt door de secretaris aangewezen door de raad van bestuur en ondertekend door degene die de vergadering heeft voorgezeten. Uittreksels uit deze notulen worden door de voorzitter en de ondervoorzitter ondertekend.
Art. 14.De raad van bestuur kan slechts geldig vergaderen en beslissen indien minstens de helft zowel van de leden van de werknemersafvaardiging als van de leden van de werkgeversafvaardiging aanwezig is.
Plaatsvervangende leden vervangen de afwezige leden met dezelfde bevoegdheden.
Art. 15.Behoudens andersluidende bepalingen in het huishoudelijk reglement opgesteld door de raad van bestuur worden zijn beslissingen getroffen bij eenparigheid van stemmen van de aanwezige leden.
Alleen de effectieve en plaatsvervangende leden zijn stemgerechtigd. HOOFDSTUK V. - Controle
Art. 16.Overeenkomstig artikel 12 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid duidt het paritair subcomité op voorstel van de raad van bestuur een bedrijfsrevisor of erkend accountant aan ter controle van het beheer van het vormingsfonds.
Bovendien licht hij de raad van bestuur van het vormingsfonds regelmatig in over de resultaten van zijn onderzoeken en doet de aanbevelingen die hij nodig acht. HOOFDSTUK VI. - Balans en rekeningen
Art. 17.Elk jaar worden op 31 december de balans en rekeningen van het verlopen dienstjaar afgesloten. HOOFDSTUK VII. - Ontbinding en vereffening
Art. 18.Het vormingsfonds is opgericht voor een onbepaalde duur.
Art. 19.Het wordt ontbonden door het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door Vlaamse Gemeenschap ingevolge een gebeurlijke vooropzeg zoals voorzien in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 februari 2005 tot oprichting van het vormingsfonds.
Art. 20.Het paritair subcomité duidt de vereffenaars aan onder de leden van de raad van beheer van het vormingsfonds, bepaalt hun machten en duidt de bestemming van het vermogen aan.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 oktober 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN