gepubliceerd op 08 januari 2007
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 maart 2001 betreffende de toekenning van vijf aanvullende verlofdagen vanaf 35 jaar tot en met 44 jaar in uitvoering van het "Vlaams Intersectoraal Akkoord" van 29 maart 2000
24 OKTOBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 maart 2001 betreffende de toekenning van vijf aanvullende verlofdagen vanaf 35 jaar tot en met 44 jaar in uitvoering van het "Vlaams Intersectoraal Akkoord" van 29 maart 2000 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 maart 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van vijf aanvullende verlofdagen vanaf 35 jaar tot en met 44 jaar in uitvoering van het "Vlaams Intersectoraal Akkoord" van 29 maart 2000, geregistreerd onder het nummer 57465/CO/318.02;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 maart 2001 betreffende de toekenning van vijf aanvullende verlofdagen vanaf 35 jaar tot en met 44 jaar in uitvoering van het "Vlaams Intersectoraal Akkoord" van 29 maart 2000.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 okober 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2001 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 maart 2001 betreffende de toekenning van vijf aanvullende verlofdagen vanaf 35 jaar tot en met 44 jaar in uitvoering van het "Vlaams Intersectoraal Akkoord" van 29 maart 2000 (Overeenkomst geregistreerd op 28 oktober 2002 onder het nummer 64315/CO/318.02) HOOFDSTUK I. - Juridisch kader
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten overeenkomstig de bepalingen van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied
Art. 2.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en op de werkgevers van de diensten voor gezinszorg (gezins- en bejaardenhulp) van de Vlaamse Gemeenschap. Onder "werknemers", wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk arbeiders- en bediendepersoneel. § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op het personeel dat prestaties levert in het kader van een tewerkstellings- of doorstromingsprogramma. De loonvoorwaarden worden geregeld door de collectieve arbeidsovereenkomst-loonvoorwaarden personeel tewerkstellings- en doorstromingsprojecten.
Onder "tewerkstellings- en doorstromingsprogramma's" wordt limitatief verstaan : - WEP en WEP+; - smetbanen; - maaltijdbedelers zolang ze niet begrepen zijn in de regelgeving logistieke hulp; - oppassers zieke kinderen voor zover ze gesubsidieerd zijn door het "Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten". HOOFDSTUK III. - Wijzigingen
Art. 3.Aan artikel 2, § 2, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 maart 2001 betreffende de toekenning van vijf aanvullende verlofdagen vanaf 35 jaar tot en met 44 jaar in uitvoering van het "Vlaams Intersectoraal Akkoord" van 29 maart 2000 wordt een derde lid toegevoegd dat luidt als volgt : "In het jaar dat de werknemer de leeftijd van 45 jaar bereikt, worden de aanvullende verlofdagen toegekend in verhouding tot het aantal volledige maanden dat de werknemer de leeftijd van 44 jaar heeft."
Art. 4.Artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 maart 2001 betreffende de toekenning van vijf aanvullende verlofdagen vanaf 35 jaar tot en met 44 jaar in uitvoering van het "Vlaams Intersectoraal Akkoord" van 29 maart 2000 wordt vervangen door : "
Art. 5.De werknemer met effectieve of daarmee gelijkgestelde arbeidsprestaties heeft recht op de aanvullende verlofdag(en) volgens de programmatie voorzien in artikel 4. Deze aanvullende verlofdagen worden toegekend pro rata de effectieve of daarmee gelijkgestelde maanden arbeidsprestaties gedurende het voorafgaand kalenderjaar.
Indien de werknemer gedurende het voorafgaand kalenderjaar niet of niet volledig in dienst was bij dezelfde werkgever, maar bij een andere werkgever gevat in het "Vlaams Intersectoraal Akkoord", dan moet de bewijslevering van de arbeidsprestaties op verzoek van de werkgever door de werknemer gevoerd worden. De werknemer beschikt hiervoor over een termijn van één maand die aanvangt vanaf de indiensttreding. Als geldig bewijsmiddel wordt onder meer aanvaard een individuele rekening." Een begonnen maand wordt hierbij meegerekend als gepresteerde maand.
Voor de gelijkstelling met effectieve prestaties gelden de gelijkstellingen zoals bepaald bij het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie der loonarbeiders. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 5.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2002 en geldt voor onbepaalde duur. § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan worden opgezegd door elk van de partijen mits een opzegtermijn van drie maanden, per aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 oktober 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN