24 OKTOBER 2002. - Koninklijk besluit houdende een toelage aan de wetenschappelijke verenigingen voor huisartsen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 24 december 2001 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2002, inzonderheid op begroting 26, afdeling 53, artikel 32.33.35.72;

Gelet op de wet van 12 juli 2002 houdende eerste aanpassing van de Algemene Uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2002, inzonderderheid op begroting 26, programma 53/3;

Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid de artikelen 55 tot 58;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole, inzonderheid artikel 14, 2°;

Gelet op het gunstig advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 30 augustus 2002;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Een toelage van vierhonderd zesentachtigduizend zevenhonderd vijftig euro (486.750 euro ), aan te rekenen ten laste van artikel 32.33.35.72, afdeling 53, van de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, begrotingsjaar 2002, wordt toegekend als tussenkomst van de Staat in de werkings- en personeelskosten van twee wetenschappelijke verenigingen van huisartsen.

Art. 2.Deze toelage zal op volgende wijze verdeeld worden: 1) Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse Huisartsen, St. Hubertusstraat 58, 2600 Berchem (rek.: 220-0786595-58): 290.000 euro . 2) Société scientifique de Médecine générale, d'expression française, rue de Suisse 8, 1060 Bruxelles (rek.:001-3120481-67) : 196.750 euro .

Art. 3.Deze toelage is bedoeld om de activiteiten van de voornoemde verenigingen, van 1 oktober 2002 tot 1 oktober 2003, in de volgende domeinen te ondersteunen: § 1. De organisatie van de medische praktijk in de huisartsgeneeskunde en met name de ondersteuning van de samenwerking tussen huisartsen, tussen huisartsen en geneesheren-specialisten, en tussen huisartsen en andere gezondheidsberoepen in de zin van het koninklijk besluit nr. 78 betreffende de uitoefening van de gezondheidsberoepen; zij heeft tot doel de wachtdienst, de complementariteit en de continuïteit van de zorg te verbeteren;

Deze activiteit kan bewezen worden aan de hand van gedocumenteerde activiteiten waaronder met name organisatorische, juridische en financiële aanbevelingen evenals piloot- of operationele projecten. § 2. De promotie van de kwaliteit in de huisartsgeneeskunde en met name: - het bestaan van contracten met een wetenschappelijke staf die belast is met het schrijven, het verspreiden en het verzekeren van de toepassing van aanbevelingen voor goede praktijkvoering in de huisartsgeneeskunde; - het opstarten van één aanbeveling voor goede praktijkvoering per jaar waarvan het onderwerp in overleg bepaald zal worden door de administratie van Volksgezondheid en de wetenschappelijke verenigingen. De aanbeveling zal na twee jaar beëindigd zijn; - de organisatie van evenementen zoals studiedagen en workshops met als doel de opleiding van de huisartsen in het gebruik van het medisch dossier en de elektronische communicatiemiddelen en het gebruik van codeersystemen in de eerstelijnszorg (ICPC) te verzekeren; - de organisatie van vrijwillige kwaliteitsevaluaties in de huisartsgeneeskunde bij groepen of individuen die dit vragen.

Art. 4.De kosten voor de uitvoering van het voornoemde zullen terugbetaald worden aan de begunstigden naar gelang er bewijsstukken ingediend worden bij de Administratie van gezondheidszorg (Dienst Geneeskundepraktijk, Vesaliusgebouw 605, R.A.C. 1010 Brussel), naar rata van 80 % van de bedragen vernoemd in artikel 2.

Het saldo van de toegekende toelage zal pas uitbetaald worden nadat de werkgroep Huisartsen van de Hoge Raad van Geneesheren-specialisten en van Huisartsen (Vesalius 649, R.A.C. 1010 Brussel) het activiteitenverslag over de activiteiten bedoeld in artikel 3 en uitgevoerd tijdens het begrotingsjaar 2002 (2003) heeft ontvangen en nadat het voornoemde activiteitenverslag, de rekening van inkomsten en uitgaven 2002 van de betrokken wetenschappelijke vereniging, de schuldvorderingsnota en de bewijsstukken die betrekking hebben op dit saldo bij de Dienst Geneeskundepraktijk (Vesalius 605) (vóór 31 oktober 2003, uiterste datum) zijn ingediend.

Art. 5.Zullen in aanmerking komen: 1) De personeelskosten en de werkingskosten zoals vergoedingen, lonen en wedden, sociales lasten, kleine bureaukosten en kosten van dienst verlening. In het geval de werktijd van bepaalde personeelsleden zou verdeeld zijn tussen verschillende beroepsbezigheden, meer bepaald het onderwijs, het onderzoek, de geneeskundepraktijk, zal er slechts dat gedeelte (in tienden berekend) van hun wedden in aanmerking komen, dat overeenkomt met de aan de gesubsidieerde werkzaamheid bestede tijd, krachtens onderhavig besluit.

Voor elk tewerkgesteld personeelslid wordt een loonfiche voorgelegd. 2) De investeringskosten worden niet terugbetaald. De onkosten voor de terugbetaling van een lening komen niet in aanmerking.

Art. 6.Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 oktober 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, J. TAVERNIER