gepubliceerd op 02 december 2004
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 september 2000 tot regeling van de tegemoetkoming van de Staat en van sommige openbare instellingen in de vervoerskosten van de federale personeelsleden en tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 april 1999 houdende toekenning van een vergoeding voor het gebruik van de fiets aan de personeelsleden van sommige federale overheidsdiensten
24 NOVEMBER 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 september 2000 tot regeling van de tegemoetkoming van de Staat en van sommige openbare instellingen in de vervoerskosten van de federale personeelsleden en tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 april 1999 houdende toekenning van een vergoeding voor het gebruik van de fiets aan de personeelsleden van sommige federale overheidsdiensten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 september 2000 tot regeling van de tegemoetkoming van de Staat en van sommige openbare instellingen in de vervoerskosten van de federale personeelsleden en tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 april 1999 houdende toekenning van een vergoeding voor het gebruik van de fiets aan de personeelsleden van sommige federale overheidsdiensten, inzonderheid op artikel 3;
Gelet op het aanhangsel d.d. 11 februari 2004 bij de conventie d.d. 28 januari 1998 betreffende het afleveren van treinkaarten verminderd met de werkgeversbijdrage aan de personeelsleden van de ministeriële departementen en diensten alsook van de federale openbare instellingen;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 2 maart 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 22 april 2004;
Gelet op het protocol nr. 494 van 17 juni 2004 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;
Gelet op het protocol van het Onderhandelingscomité van het militair personeel van de krijgsmacht, afgesloten op 21 juni 2004;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het dringend geboden is, om sociale en ecologische redenen, het gebruik van de trein aan te moedigen en dat de nieuwe regeling reeds op 1 maart 2004 uitwerking moet hebben;
Dat het aldus noodzakelijk was de gebruikers en de stafdiensten op tijd te verwittigen, zodat elk misverstand bij de overschakeling naar het nieuwe systeem kon vermeden worden, wat inmiddels reeds gebeurde bij omzendbrief nr. 543 d.d. 26 februari 2004, maar dat uiteraard ook de regelgeving terzake zo vlug mogelijk dient aangepast te worden;
Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 3 van het koninklijk besluit van 3 september 2000 tot regeling van de tegemoetkoming van de Staat en van sommige openbare instellingen in de vervoerskosten van de federale personeelsleden en tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 april 1999 houdende toekenning van een vergoeding voor het gebruik van de fiets aan de personeelsleden van sommige federale overheidsdiensten, wordt aangevuld met het volgende lid : « In afwijking van het eerste lid betalen de personeelsleden in het resterend gedeelte van de prijs van het valideringsbiljet hun deel, dat overeenstemt met het aandeel trein tweede klasse of de werknemersbijdrage, niet voor valideringsbewijzen die worden aangekocht tijdens de periode van 1 maart 2004 tot en met 31 december 2007, ongeacht de duur van hun geldigheid. » .
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart 2004.
Art. 3.Onze Minister van Ambtenarenzaken wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 november 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE De Minister van Ambtenarenzaken, Ch. DUPONT