gepubliceerd op 24 april 2024
Koninklijk besluit houdende toekenning van een toelage aan de vzw I. Care ter ondersteuning van een pilootproject "drughulpverleningsprogramma voor personen in detentie"
24 MAART 2024. - Koninklijk besluit houdende toekenning van een toelage aan de vzw I. Care ter ondersteuning van een pilootproject "drughulpverleningsprogramma voor personen in detentie"
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 22 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2023 pub. 29/12/2023 numac 2023048518 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2024 sluiten houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2024, inzonderheid de departementale begroting van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 11 maart 2024;
Overwegende het koninklijk besluit van 31 mei 1933 betreffende de verklaringen af te leggen in verband met subsidies, vergoedingen en toelagen, artikel 1;
Overwegende de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten houdende de organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, artikelen 121 tot 124;
Overwegende de projectvoorstellen voor de periode van 1 augustus 2024 tot en met 31 juli 2025 ingediend op 8 februari 2024 door de vzw I Care bij de Minister van Volksgezondheid, dat de doelstellingen, de acties, de doelgroepen en de budgettering van het project "drughulpverleningsprogramma voor personen in detentie" herneemt;
Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.§ 1. Een toelage van 377.800 euro ten laste van basisallocatie BA 25 51 42 33 00 01 van de begroting van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, hierna FOD VVVL genoemd, begrotingsjaar 2024, wordt toegekend aan de vzw ICare, (Besmelaan 107-109 te 1190 Vorst), rekeningnummer : IBAN : BE 18 5230 8104 2565; BIC : GKCCBEBB, ondernemingsnummer 0643 899 163 voor haar opdracht beschreven in artikel 4. § 2. Dit bedrag heeft betrekking op de periode van 1 augustus 2024 tot en met 31 juli 2025 voor de gevangenis van Jamioulx.
Art. 2.§ 1. De betaling van het in artikel 1, § 1, bedoelde bedrag zal gebeuren in twee schijven : 1° maximum vijf en tachtig procent van het in artikel 1 bedoelde bedrag.Voor deze betaling moet de begunstigde een ondertekende en gedateerde schuldvordering indienen bij de FOD VVVL, Stafdienst Budget en Beheerscontrole via het emailadres invoice@health.fgov.be en dit ten vroegste na publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad; 2° maximum vijftien procent van het in artikel 1 bedoelde bedrag.Voor deze betaling moet de begunstigde een ondertekende en gedateerde schuldvordering, en het gevraagde bedrag bij de FOD VVVL, Stafdienst Budget en Beheerscontrole via het emailadres invoice@health.fgov.be en een activiteitenrapport zoals bedoeld in artikel 5 indienen bij het Directoraat-generaal Gezondheidszorg, FOD VVVL, Galileelaan 5/2 - 1210 Brussel, en dit ten vroegste op 31 juli 2025.
De totaliteit aan stukken voor de verantwoording van reeds ontvangen bedragen, zoals bedoeld in 1°, en het gevraagde bedrag, zoals bedoeld in dit 2° en een activiteitenrapport zoals bedoeld in artikel 5 moeten ten vroegste op 31 juli 2025 en ten laatste op 31 augustus 2025 ingediend worden bij het Directoraat-generaal Gezondheidszorg, FOD VVVL Galileelaan 5/2 - 1210 Brussel en bij de FOD VVVL, Stafdienst Budget en Beheerscontrole via het emailadres invoice@health.fgov.be. § 2. De bevoegde titularis kan bijkomende stukken opvragen voor de verantwoording van de bedragen. § 3. De betaling van de verschuldigde bedragen, of delen hiervan, gebeurt uitsluitend op voorwaarde dat aan de vereisten voorzien in artikel 2, 3, 4 et 5 van dit besluit voldaan wordt. Indien niet voldaan kan worden aan de vereisten van dit besluit, dan moet de vraag om afwijking rechtstreeks en onmiddellijk aan de FOD VVVL, DG Gezondheidszorg gericht worden, die deze aanvraag vervolgens zal onderzoeken en kan goedkeuren. § 4. Overeenkomstig artikel 123 van de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten betreffende de algemene organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale staat, zal, in het kader van het project "drughulpverleningsprogramma voor personen in detentie", het niet benutte gedeelte door de begunstigde worden terugbetaald aan de FOD VVVL, op het bankrekeningnummer IBAN rekening BE42 6792 0059 1754 geopend bij de Bank van de Post (BIC/SWIFT: PCHQBEBB) op naam van `Diverse Ontvangsten'.
Art. 3.§ 1. De stuurgroep is samengesteld uit leden van het DG Gezondheidszorg van de FOD VVVL, leden van het DG EPI van de FOD Justitie en de projectverantwoordelijken van het project "drughulpverleningsprogramma voor personen in detentie". Deskundigen ter zake kunnen ook uitgenodigd worden om deel te nemen aan deze stuurgroep. § 2. De lokale projectcoördinator heeft onder andere tot opdracht actief deel te nemen aan de vergaderingen, die worden georganiseerd door de stuurgroep.
De taak van de stuurgroep bestaat erin om: 1° de relaties en de overdracht van de gegevens tussen de verschillende diensten van de FOD VVVL, de FOD Justitie, de lokale projectcoördinatoren van de betrokken gevangenissen en de deskundigen te faciliteren;2° over de stand van de werkzaamheden te waken. Met dat doel worden er regelmatig vergaderingen van de stuurgroep georganiseerd.
Art. 4.§ 1. Het doel van dit project bestaat erin een drughulpverleningsprogramma voor personen in detentie te ontwikkelen.
Beoogd wordt dit model in een pilootfase uit te werken en uit te testen in tien (piloot)gevangenissen, met name in de gevangenissen van Hasselt, Haren, Dendermonde, Gent, Leuven Centraal, Antwerpen, Jamioulx, Leuze, Andenne en Lantin.
Beoogd wordt, via de toegekende projectmiddelen, bijkomende inhoudelijke (expertise, vorming) en organisatorische (personeelsmatig) ondersteuning te bieden aan de (piloot)gevangenissen, zodat een continuüm aan kwaliteitsvolle zorg voor personen in detentie met een middelengerelateerde problematiek kan worden gerealiseerd. Dit houdt onder meer in dat een zorgtraject op maat van de gedetineerde uitgewerkt moet worden, dat gelijkwaardig is aan de zorg in de vrije samenleving, dit rekening houdend met de specifieke omstandigheden op het vlak van detentie en de actuele zorgcontext. Dit zorgtraject impliceert ook het mobiliseren van externe partners van de gevangenis en het creëren van een permanente liaisonfunctie tussen alle actoren die betrokken zijn bij het zorgtraject van de gedetineerde, zowel binnen als buiten de gevangenis. Dit zorgtraject moet ook gegarandeerd zijn voor gedetineerden die hun straf hebben uitgezeten en die binnen de gevangenis in het project waren opgenomen.
De opdrachten van dit project voor periode voorzien in artikel 1, § 2. zijn de volgende: 1° De invoering van een identificatiestrategie van gedetineerden met een psychoactieve middelen gerelateerde problematiek door het gebruik van een uniform screeningsinstrument in alle gevangenissen die deelnemen aan het pilootproject.Dit instrument, dat het resultaat is van het `RECOvery in PRISon bis' onderzoek (Zerouk, E.A. & Schils, E (2021), moet de zorgverleners van de gevangenis ondersteunen om een vlottere en meer adequate doorverwijzing en begeleiding te kunnen realiseren op basis van de ernst en complexiteit van de problematiek.
Deze identificatie beantwoordt op die manier aan het opzet van de gevangenis om een betere opvang en doorverwijzing uit te bouwen van de binnenkomende gedetineerden. 2° implementeren van een globale aanpak voor de opvang en behandeling van de in het projectvoorstel omschreven doelgroep, met aandacht voor zorg op maat van elke gedetineerde en zorgcontinuïteit (ook na de detentieperiode);dit omvat zowel aanklampend en motivationeel werk, een individueel aanbod en een groepsaanbod (wat hervalpreventie en peersupport omvat). Het doel is zich te richten op een eerstelijnsfunctie of tweedelijnsfunctie (indien de eerstelijnsfunctie al vervuld wordt door de gevangenis of andere externe diensten) door te zorgen voor een aanwezigheid in de secties, en de contacten te versterken met de relevante interne en externe actoren van de gevangenis. 3° Het ondersteunen van gedetineerden, en het bevorderen van de betrokkenheid van personeel in de gevangenis rond psychoactieve middelen gebruik door middel van, waar mogelijk, informatie, opleidingen of sensibilisatie.4° Het vormen en ondersteunen van het personeel van de projectmedewerkers en de medische dienst en andere betrokken actoren inzake (a) de begeleiding van/zorg voor gedetineerden met een psychoactieve middelen gerelateerde problematiek en (b) de specificiteit van druggebruik in de gevangenis in samenwerking met een partner die gemandateerd zal worden door het RIZIV;5° Stimuleren van een vlotte samenwerking en een betere uitwisseling van informatie en kennis tussen de betrokken (interne en externe) hulpverleners van de gedetineerde met het oog op een betere continuïteit van zorg, en dit zowel tijdens als na de detentieperiode.6° Meewerken aan wetenschappelijk onderzoek om reeds bestaande evidence te toetsen aan nieuwe praktijkervaringen.7° Het formuleren van aanbevelingen voor verdere optimalisatie van het project en om eventueel een verdere verbreding van dit aanbod te realiseren (op andere afdelingen, vleugels of andere penitentiaire instellingen). Dit veronderstelt een geïntegreerde aanpak van de problematiek, met een adequate samenwerking en afstemming tussen alle betrokken partners. Om dit te kunnen realiseren, wordt een lokale projectcoördinator aangesteld, met name de vzw Icare, die zal instaan voor de coördinatie van dit project in de gevangenis van Jamioulx.
De Directeur-generaal van het DG Gezondheidzorg is gemandateerd om deze missies en opdrachten te wijzigen, de algemene doestelling van het project respecterend, en enkel op basis van de wetenschappelijke evaluatie van het project en op advies van het begeleidingscomité van het project. § 2. In functie van de missies et activiteiten zoals bepaald in § 1, staat de vzw I Care in voor: 1° de lokale projectcoördinatie, door onder meer het aanstellen van een lokale projectcoördinator voor de opvolging van dit project en het budgettair beheer van dit project;2° de vorming van de personeelsleden die tewerkgesteld worden in het kader van dit project;3° sensibiliseren en vormen van het medisch personeel inzake screening en aanpak van middelengebruik;4° sensibiliseren van de penitentiaire beambten inzake middelengebruik en inzake het pilootproject, rekening houdend met de specificiteit van de organisatie en penitentiaire context waarin het pilootproject georganiseerd wordt;5° ondersteunen van de projectmedewerkers in de gevangenis, door onder meer: a) advies te verlenen b) methodieken en informatie ter beschikking te stellen c) informatie en ervaringen uit te wisselen met de projectmedewerkers in de twee overige (piloot)gevangenissen;6° Beheren van het netwerk met de betrokken diensten, hulpverleners en organisaties, zowel interne als externe partners, betrokken in het zorgtraject van gedetineerden met een middelen gerelateerde problematiek, inventariseren van de nodige en beschikbare middelen in en rond de gevangenis, organiseren van overleg en intervisies met interne en externe partners;7° Actieve partnerschappen aangaan met een medisch-sociale opvangcentrum, een medisch centrum of een therapeutische structuur die medische zorg kan bieden aan gedetineerden na hun detentie.Deze samenwerking betreft specifiek de zorg na de detentieperiode. Dit partnerschap zal het voorwerp uitmaken van een formele verbintenis tot gezondheidszorg voor ex-gedetineerden. Deze samenwerking kan worden vergoed. 8° Eerste- en tweedelijnspsychologen bij het project betrekken. 9° instaan voor de interne communicatie m.b.t. het project, in overleg met de bevoegde overheden en de Lokale Stuurgroep Drugs; 10° rapporteren aan de FOD VVVL en aan de Dienst Medische Zorgverlening bij EPI, FOD Justitie 11° de kwaliteit van het project evalueren door SMART-indicatoren te ontwikkelen, 12° Rapporteren over de verbeteringen en de mogelijke knelpunten in de opvang van gedetineerden die drugs gebruiken en realistische oplossingen aanbrengen, rekening houdend met de context van het gevangeniswezen;13° registreren van bepaalde gegevens en opvolgen van de indicatoren, conform de afspraken met de bevoegde overheden en de betrokken onderzoekers;14° deelnemen aan de stuurgroep, dat georganiseerd wordt met het oog op de coördinatie tussen de tien (piloot)gevangenissen bepaald in artikel 4 van dit besluit.
Art. 5.Het activiteitenrapport omvat minstens de volgende punten : 1° een beschrijving van de visie en de doelstellingen van het project, en een beschrijving en argumentering van eventuele wijzingen hiervan in de loop van het project;2° SMART-indicatoren om psychisch en sociaal welzijn, veranderingen in middelengebruik en zorgcontinuïteit te beoordelen, evenals maatregelen om kwaliteit te beoordelen in termen van: a.beschikbaarheid van een trainingsprogramma en materiaal voor de toezichthouders ; b. het opstellen van duidelijke richtlijnen voor dienstverleners en gevangenispersoneel ;c. betrokkenheid van externe diensten ;d. kwaliteitscontrole en regelmatige actualisering van alle informatie die aan gedetineerden wordt gecommuniceerd 3° de geaggregeerde statistieken in verband met de doelgroep 4° de realisaties van het project; 5° een overzicht van bijgewoonde congressen, vormingen, ...; 6° een beschrijving van de manier waarop het project zich intern (in de instellingen) en extern (onder andere naar andere instellingen) bekend maakt;7° een gedetailleerde beschrijving van het personeel, met minstens volgende punten: a) opleiding ;b) soort overeenkomst ;c) anciënniteit ;d) relevante kwalificaties;8° een financiële balans: personeels- en andere kosten gedaan in het kader van dit project;9° beleidsaanbevelingen;10° een samenvatting van bovenstaande punten.
Art. 6.De minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 maart 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, F. VANDENBROUCKE