gepubliceerd op 09 april 2015
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende het sectoraal systeem ecocheques
24 MAART 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende het sectoraal systeem ecocheques (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, betreffende het sectoraal systeem ecocheques.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 maart 2015.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2014 Sectoraal systeem ecocheques (Overeenkomst geregistreerd op 19 augustus 2014 onder het nummer 123003/CO/149.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. HOOFDSTUK II. - Algemeen kader
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten overeenkomstig en in uitvoering van : - het interprofessioneel akkoord 2009-2010 van 22 december 2008; - de collectieve arbeidsovereenkomst nummer 98, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst nummer 98bis betreffende de ecocheques en gesloten in de Nationale Arbeidsraad van respectievelijk 20 februari 2009 en 21 december 2010; - de adviezen betreffende de ecocheques met nummers 1675, 1728 en 1758 van de Nationale Arbeidsraad van respectievelijk 20 februari 2009, 16 maart 2010 en 21 december 2010; - het koninklijk besluit van 14 april 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/04/2009 pub. 20/05/2009 numac 2009201920 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot invoeging van een artikel 19quater in het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders sluiten tot invoeging van een artikel 19quater in het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 november 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders (Belgisch Staatsblad van 20 mei 2009). HOOFDSTUK III. - Toekenning van de ecocheques
Art. 3.Aan elke voltijds tewerkgestelde arbeider wordt jaarlijks 1 schijf van ecocheques betaald, en dit ter waarde van 250,00 EUR.
Art. 4.De betaling van deze ecocheques vindt jaarlijks plaats op 15 november. De referteperiode loopt telkens van 1 oktober van het voorgaande jaar tot en met 30 september van het lopende jaar.
Art. 5.De hoogste nominale waarde van de ecocheque die wordt toegekend, zoals opgenomen in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, bedraagt 10,00 EUR per ecocheque.
Art. 6.De ecocheque wordt op naam van de arbeider afgeleverd. Deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld als de toekenning ervan en de daarop betrekking hebbende gegevens voorkomen op de individuele rekening van de arbeider, overeenkomstig de reglementering betreffende het bijhouden van sociale documenten.
Art. 7.Bovendien dient op de ecocheque duidelijk te worden vermeld dat zijn geldigheid tot 24 maanden beperkt is en dat hij slechts mag aangewend worden voor de aankoop van producten en diensten met een ecologisch karakter, zoals opgenomen in de lijst gevoegd als bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst nummer 98.
Art. 8.De ecocheques kunnen geheel noch gedeeltelijk voor geld omgeruild worden. HOOFDSTUK IV. - Prestaties en gelijkstellingen
Art. 9.Voor de toekenning van de ecocheques wordt per referteperiode rekening gehouden met de gewerkte dagen van de arbeider die voltijds is tewerkgesteld.
Art. 10.Met gewerkte dagen worden gelijkgesteld alle dagen die zijn opgenomen in artikel 6 van de hierboven vermelde collectieve arbeidsovereenkomst nummer 98.
Bovendien worden ook met gewerkte dagen gelijkgesteld, alle dagen van tijdelijke werkloosheid en dertig dagen ziekte of (arbeidsongeval) bovenop de dagen gedekt door gewaarborgd maandloon en de dagen vaderschapsverlof.
Art. 11.Uitzendkrachten, tewerkgesteld in een onderneming behorende tot het Paritair Subcomité voor de elektriciens, krijgen op de hierboven vermelde tijdstippen ecocheques uitbetaald ten laste van het uitzendkantoor dat hen tewerkstelt.
Het bedrag van 250 EUR wordt aangepast in functie van het aantal tewerkgestelde dagen, en dit volgens het pro rata principe van in- en uitdiensttreders, zoals opgenomen in artikel 12 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK V. - Pro rata toekenning
Art. 12.Er wordt een pro rata uitbetaald in volgende gevallen : - Arbeiders die in de loop van de betrokken referteperiode in de onderneming in dienst of uit dienst treden, hebben recht op een pro rata van de jaarlijkse schijf, a rato van 1/50e per week, met een maximum van 50/50e. Voor de toepassing van deze alinea wordt met week bedoeld, elke week waarin minimum één dag wordt gewerkt of gelijkgesteld. - Deeltijdse arbeiders hebben recht op een pro rata in functie van de tewerkstellingsbreuk. De tewerkstellingsbreuk is de verhouding tussen de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van de arbeider en de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van een voltijdse arbeider.
Art. 13.Bij uitdiensttreding dient de werkgever aan de arbeider, op het moment van uitdiensttreding, een document te overhandigen. In dit document dient het recht op de ecocheques en het bedrag waarop de arbeider recht heeft te worden opgenomen. De uitbetaling van deze ecocheques gebeurt overeenkomstig de bepalingen opgenomen in artikel 4 van onderhavige overeenkomst. HOOFDSTUK VI Alternatieve besteding op ondernemingsniveau
Art. 14.§ 1. Een alternatieve besteding voor deze ecocheques op ondernemingsvlak is mogelijk op voorwaarde dat het jaarlijks bedrag van 250 EUR egarandeerd wordt.
Indien er een vakbondsafvaardiging aanwezig is binnen de onderneming, dient deze alternatieve besteding te worden opgenomen in een collectieve arbeidsovereenkomst, welke moet worden ondertekend door alle partijen vertegenwoordigd binnen deze vakbondsafvaardiging. § 2. Ondernemingen zonder een vakbondsafvaardiging, kunnen voorzien in een alternatieve besteding ofwel via een collectieve arbeidsovereenkomst ofwel via een toetredingsakte. § 3. De alternatieve besteding kan betrekking hebben op een omzetting van de 250 EUR in een loonsverhoging van 0,0875 EUR per uur, en dit op basis van 38 uur per week. In ondernemingen zonder een vakbondsafvaardiging die gebruik maken van een toetredingsakte kan de alternatieve besteding enkel betrekking hebben op een omzetting van de 250 EUR in een loonsverhoging van 0,0875 EUR per uur.
Deze toetredingsakte dient te worden overgemaakt aan de voorzitter van het paritair subcomité.
Art. 15.Indien voorzien wordt in een alternatieve besteding, zoals opgenomen in artikel 14 van onderhavige overeenkomst, dient een kopie van de collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak of de toetredingsakte ter informatie te worden overgemaakt aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de elektriciens.
Art. 16.Indien er geen akkoord wordt gesloten op het vlak van de onderneming, dient het sectoraal systeem van de ecocheques te worden toegepast.
Art. 17.In de collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak dienen minstens dezelfde gelijkstellingen te worden voorzien die ook zijn opgenomen binnen het sectoraal systeem van ecocheques, zoals voorzien in artikel 10 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK VII. - Recurrentie
Art. 18.Elke vorm van invulling van de koopkracht geldt voor onbepaalde duur. De waarde van de koopkracht bedraagt 250 EUR per jaar (inclusief RSZ-bijdragen voor werkgever en werknemer). HOOFDSTUK VIII. - Geldigheid
Art. 19.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 20 oktober 2011 betreffende het sectoraal systeem ecocheques, gesloten in het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie, geregistreerd op 14 november 2011 onder het nummer 106860/CO/149.01 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 8 januari 2013 (Belgisch Staatsblad van 5 maart 2013).
Art. 20.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door een van de partijen worden opgezegd mits een opzeg van zes maanden, betekend met een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de elektriciens : installatie en distributie en aan de ondertekenende organisaties.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 maart 2015.
De Minister van Werk, K. PEETERS