gepubliceerd op 09 september 1998
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de risicogroepen in de subsector voor het goederenvervoer te land voor rekening van derden
24 JUNI 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de risicogroepen in de subsector voor het goederenvervoer te land voor rekening van derden (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de risicogroepen in de subsector voor het goederenvervoer te land voor rekening van derden.
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 juni 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997 Risicogroepen in de subsector voor het goederenvervoer te land voor rekening van derden (Overeenkomst geregistreerd op 15 september 1997, onder het nummer 44900/CO/140.04) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en behoren tot de subsector voor het goederenvervoer te land voor rekening van derden alsook op hun werklieden. § 2. Onder "subsector voor het goederenvervoer te land voor rekening van derden", wordt bedoeld de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en die zich inlaten met: 1° het goederenvervoer voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor voor hetwelk een vervoervergunning vereist is welke door de bevoegde overheid afgeleverd werd;2° het goederenvervoer voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor voor hetwelk geen vervoervergunning vereist is;3° het verhuur met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer te land, voertuigen voor dewelke een vervoervergunning vereist is welke door de bevoegde overheid afgeleverd werd;4° het verhuur met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer te land, voertuigen voor dewelke geen vervoervergunning vereist is. Voor de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomsten worden de taxibestelwagen, met name de voertuigen waarvan het laadvermogen gelijk of kleiner is dan 500 kilogrammen en uitgerust met een taximeter, beschouwd als voertuigen voor dewelke geen vervoervergunning vereist is. § 3. Onder "werklieden", wordt bedoeld de werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Begripsomschrijving
Art. 2.Onder "risicogroepen" wordt verstaan de personen behorend tot één van de volgende categorieen: 1° de laaggeschoolde of onvoldoend geschoolde jongeren;2° de werkzoekenden;3° de werklieden van de sector tewerkgesteld door ondernemingen die van de tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen gebruik maken;4° de laaggeschoolde of onvoldoend geschoolde werklieden van de sector;5° de werklieden van de sector die minstens 50 jaar oud zijn;6° de werklieden van de sector wier beroepskwalificatie aan de technologische vooruitgang niet meer aangepast is of die het risico lopen aan de technologische vooruitgang niet meer aangepast te zijn. HOOFDSTUK III. - Bijdragen
Art. 3.Onder voorbehoud van toepassing van artikel 4 wordt de bijdrage bestemd voor de financiering van initiatieven ten gunste van de risicogroepen vastgesteld op 0,10 pct. van de lonen aangegeven aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid.
Art. 4.Indien de Minister van Tewerkstelling en Arbeid de vrijstelling van tewerkstelling van stagiairs toekent aan de in artikel 1 bedoelde werkgevers wordt de bijdrage gebracht op 0,25 pct. vanaf de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst. HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking met ingang op 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 juni 1998.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET