gepubliceerd op 29 december 2001
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 oktober 1974 houdende algemeen reglement betreffende het bestaansminimum
24 DECEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 oktober 1974 houdende algemeen reglement betreffende het bestaansminimum
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum, inzonderheid op artikel 18;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 oktober 1974 houdende algemeen reglement betreffende het bestaansminimum, inzonderheid op artikel 34, zoals gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 april 1985, 9 april 1986, 14 augustus 1989, 5 juni 1990, 3 juli 1991, 24 juni 1992, 19 oktober 1993 en 20 mei 1994;
Gelet op de wet van 24 december 2001 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2002;
Gelet op de beslissing van de Ministerraad van 21 decembre 2001;
Gelet op het gunstig advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 december 2001;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 19 december 2001;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de geïnformatiseerde uitbetaling van de Staatstoelage voor het bestaansminimum, toegekend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, omwille van de voorziene veranderingen in de wetgeving en van de eraan verbonden vernieuwing van het informaticaprogramma een bepaalde achterstand zal oplopen;
Overwegende dat de wettelijke opdracht die de openbare centra voor maatschappelijk welzijn vervullen door deze achterstand in gevaar zou kunnen worden gebracht;
Overwegende dat de openbare centra voor maatschappelijk welzijn omwille van de achterstand thesaurieproblemen ondervinden;
Overwegende dat het derhalve noodzakelijk is om over te gaan tot een éénmalige algemene toekenning van een voorschot op de Staatstoelage voor twee kwartalen van 2002;
Op de voordracht van Onze Minister van Maatschappelijke Integratie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Een eenmalig voorschot op de Staatstoelage voor het bestaansminimum, zal voor twee kwartalen van 2002 worden uitgekeerd aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Art. 2.Dit eenmalig voorschot wordt berekend op basis van de bedragen die door de Staat werden aanvaard na verificatie van de gegevens ingediend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Het bedraagt voor twee kwartalen van 2002, de helft van de Staatstoelage voor 2000.
Het voorschot wordt verrekend bij de voorlegging van de kostenstaten van de laatste maanden van 2002. Een eventueel negatief saldo wordt als voorschot op het volgende jaar beschouwd.
Art. 3.Onze Minister van Maatschappelijke Integratie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 december 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Maatschappelijke Integratie, J. VANDE LANOTTE