FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE

23 OKTOBER 2015. - Koninklijk besluit betreffende de uitvoering, wat de sociale kredietgevers en de werkgevers betreft, van artikel VII.3, § 4, van het Wetboek van economisch recht. - Officieuze coördinatie in het Duits

De hierna volgende tekst is de officieuze coördinatie in het Duits van het koninklijk besluit van 23 oktober 2015 betreffende de uitvoering, wat de sociale kredietgevers en de werkgevers betreft, van artikel VII.3, § 4, van het Wetboek van economisch recht (Belgisch Staatsblad van 30 oktober 2015), zoals het achtereenvolgens werd gewijzigd bij: - het koninklijk besluit van 19 maart 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2017 pub. 24/03/2017 numac 2017010173 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 oktober 2015 betreffende de uitvoering, wat de sociale kredietgevers en de werkgevers betreft, van artikel VII.3, § 4, van het Wetboek van economisch recht sluiten tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 oktober 2015 betreffende de uitvoering, wat de sociale kredietgevers en de werkgevers betreft, van artikel VII.3, § 4, van het Wetboek van economisch recht (Belgisch Staatsblad van 24 maart 2017); - het koninklijk besluit van 6 juli 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 06/07/2018 pub. 30/07/2018 numac 2018040338 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 oktober 2015 betreffende de uitvoering, wat de sociale kredietgevers en de werkgevers betreft, van artikel VII.3, § 4, van het Wetboek van economisch recht sluiten tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 oktober 2015 betreffende de uitvoering, wat de sociale kredietgevers en de werkgevers betreft, van artikel VII.3, § 4, van het Wetboek van economisch recht (Belgisch Staatsblad van 30 juli 2018).

Deze officieuze coördinatie in het Duits is opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling in Malmedy.

FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST WIRTSCHAFT, KMB, MITTELSTAND UND ENERGIE 23. OKTOBER 2015 - Königlicher Erlass zur Ausführung von Artikel VII.3 § 4 des Wirtschaftsgesetzbuches hinsichtlich der sozialen Kreditgeber und der Arbeitgeber Artikel 1 - Die Artikel VII.77 § 1 Absatz 2 bis 5 und § 2 Absatz 2, VII.95, VII.148 bis VII.188, VII.195 Absatz 2 Nr. 2, VII.196 Absatz 1 Nr. 2 und 4 und VII.209 des Wirtschaftsgesetzbuches finden keine Anwendung auf die in Artikel VII.3 § 4 Nr. 1 desselben Gesetzbuches erwähnten Kreditverträge.

Art. 2 - Die Artikel VII.95, VII.161 bis VII.164, VII.167 bis VII.169, VII.171, VII.180 § 2 Absatz 1 Nr. 4 und VII.184 § 1 Absatz 2 Nr. 4 des Wirtschaftsgesetzbuches finden keine Anwendung auf die in Artikel VII.3 § 4 Nr. 2 desselben Gesetzbuches erwähnten Kreditverträge. [Artikel VII.77 § 2 Absatz 2 erster Satz desselben Gesetzbuches findet keine Anwendung auf Kreditverträge, die mit Erlaubnis des Richters abgeschlossen werden, wie in Artikel 1675/7 § 3 des Gerichtsgesetzbuches erwähnt.] [Insofern Artikel VII.181 § 2 Nr. 1 des Wirtschaftsgesetzbuches in Bezug auf die nicht an der Geschäftsführung beteiligten Verwalter bestimmt, dass, wenn eine juristische Person ihre Eintragung als Hypothekarkreditvermittler beantragt, die Mitglieder des gesetzlichen Verwaltungsorgans dieser juristischen Person die vom König festgelegten Berufskenntnisse besitzen müssen, findet dieser Artikel keine Anwendung, wenn diese juristische Person nur als Kreditvermittler für in Artikel VII.3 § 4 Nr. 2 desselben Gesetzbuches erwähnte Kreditverträge auftritt.] [Art. 2 Abs. 2 eingefügt durch Art. 1 des K.E. vom 19. März 2017 (B.S. vom 24. März 2017); Abs. 3 eingefügt durch Art. 1 des K.E. vom 6. Juli 2018 (B.S. vom 30. Juli 2018)] Art. 3 - Der Königliche Erlass vom 5. September 1994 zur Bestimmung der Artikel des Gesetzes vom 12. Juni 1991 über den Verbraucherkredit, die auf bestimmte Kreditarten wie in Artikel 3 § 3 dieses Gesetzes erwähnt nicht anwendbar sind, wird aufgehoben.

Art. 4 - Vorliegender Erlass tritt am 1. November 2015 in Kraft.

Art. 5 - Der für Wirtschaft zuständige Minister ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.