Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 november 2001
gepubliceerd op 19 december 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de jaren 1997-1998

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001013138
pub.
19/12/2001
prom.
23/11/2001
ELI
eli/besluit/2001/11/23/2001013138/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de jaren 1997-1998 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en- handel;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en- handel, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de jaren 1997-1998.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 november 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 september 1997 Loon- en arbeidsvoorwaarden voor de jaren 1997-1998 (Overeenkomst geregistreerd op 19 november 1997 onder het nummer 46101/CO/211) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen welke onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel ressorteren.

Onder bedienden worden hierna de bedienden van het mannelijk en het vrouwelijk geslacht verstaan. HOOFDSTUK II. - Beroepsindeling per categorie

Art. 2.Het begrip "genoten onderwijs" dat op elke trap wordt aangeduid, komt slechts in aanmerking als beoordelingsfactor bij de aanvang van de loopbaan en bij ontstentenis van de andere factoren welke het algemeen kenmerk van elk dezer categorieën uitmaken. Het staat vast dat de bediende, die thans één der hierna vermelde functies uitoefent, in zijn categorie moet worden opgenomen zonder met de maatstaf "schoolonderricht" rekening te houden.

Art. 3.Voor de indeling van de bedienden in de raffinaderijen wordt er overeengekomen dat de indeling van het technisch personeel der ondernemingen zal worden uitgewerkt op het niveau ervan; zij geldt slechts voor de onderneming waarvoor zij werd uitgewerkt.

Art. 4.De verschillende beroepencategorieën zijn : A. Eerste categorie.

Normale aanvangsleeftijd : 18 jaar.

Bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door : a) opgedane kennis welke overeenstemt met het programma van het lager onderwijs en voldoende is om functies te kunnen uitoefenen van het minste niveau welke door de wet of de rechtspraak worden erkend als zijnde van overwegend intellectuele aard;b) correcte uitvoering van een werk van ondergeschikt belang. Bijvoorbeeld : Bediende die hoofdzakelijk eenvoudig schrijf-, cijfer- en registratiewerk verricht, steekkaarten bijhoudt, lijsten en staten opmaakt of secundair werk van hetzelfde niveau uitvoert.

Kopiist, typist-kopiïst (minder dan 40 woorden per minuut), hulparchivaris.

Huisbewaarder, kantoorjongen, portier, loopjongen, deurwaarder.

Hulpmagazijnier.

B. Tweede categorie.

Normale aanvangsleeftijd : 18 jaar.

Bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door : a) kennis door onderwijs of praktijk opgedaan, gelijkwaardig aan deze welke wordt verkregen door de eerste drie jaren van het middelbaar onderwijs;b) de uitvoering van eenvoudig, weinig afwisselend werk, waarvoor de verantwoordelijkheid wordt beperkt door een rechtstreeks en bestendig toezicht;c) een beperkte leertijd voldoende om de vereiste vaardigheid in een bepaald werk te verkrijgen. Bijvoorbeeld : Facturist, houder van secondaire boeken, houder van bestellingsboeken, houder van gewone statistieken, van schrifturen, van voorraden.

Eenvoudige inbreng van gegevens in de computer.

Hulptekenaar.

Plankopiïst.

Verificateur van gewone boekhoudingsdocumenten, opmaking van vervoerborderellen en -documenten (vrachtbrieven).

Typist (40 woorden per minuut).

Typist-kopiïst (meer dan 40 woorden per minuut).

Stenotypist (zonder ervaring, minder dan 100 woorden per minuut in steno en minder dan 40 woorden per minuut met de machine), met hoogstens één jaar dienst in de firma.

Beginnend telefonist.

Receptionist.

Drager (waardenvervoer of koerierdienst).

Bediende die de briefwisseling moet ontvangen en verzenden.

Bediende van een vliegveld belast met de bevoorrading onder toezicht van een bediende van de hogere rang.

Bediende die de kaaiverzender van een hogere rang helpt.

Pointeur van het verkeer belast met de betrekkingen met de spoorwegen voor het inkomen en uitgaan van de koopwaren (moet het stationeren van het rollend materiaal in de fabriek controleren en de betwistingen, mankementen en averijen vaststellen).

Bediende tewerkgesteld aan speciale machines welke een opleiding en een goede training vergen.

Magazijnier (leeggoed, gevulde verpakkingen).

Hulplaborant.

Autobestuurder.

Worden insgelijks in deze categorie ingedeeld, al de bedienden waarvan de functies, bij analogie, beantwoorden aan de hierboven bij wijze van voorbeeld omschreven functies.

C. Derde categorie.

Normale aanvangsleeftijd : 25 jaar.

Bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door : a) een praktische vorming, gelijkwaardig aan deze welke wordt verkregen door volledige middelbare studies of door lager middelbaar onderwijs, aangevuld hetzij door een beroepsopleiding, hetzij door een vakbekwaming door middel van stages, hetzij door het uitoefenen van gelijke of gelijkaardige betrekkingen;b) een zelfstandig afwisselend uitvoeringswerk, dat gewoonlijk initiatief en redenering vereist van degene die het uitvoert en bovendien verantwoordelijkheid voor de uitvoering vergt. Bijvoorbeeld : Bediende belast met een binnentaak welke in de tweede categorie voorkomt en die zich insgelijks met buitenpubliciteit inlaat.

Bediende belast met het opstellen van brieven waarvoor een goede praktijk inzake handelsbriefwisseling noodzakelijk is, evenals met het voeren van telefonische contacten met de klanten en de buitendiensten, de berekening van de prijzen met het oog op de aanbiedingen welke hij opmaakt of ontvangt, de studie van sommige eenvoudige betwistingen teneinde voorstellen van antwoord op te maken.

Handelsvertaler.

Bediende belast met de berekening en de onderverdeling van de lonen en de gebeurlijke uitbetaling ervan (sociale verzekeringen, kinderbijslagen, betaald verlof, fiscale afhoudingen, enz.).

Bediende die rekeningen bijhoudt van de klanten, leveranciers en banken, waarvoor goede begrippen van handels- of nijverheidsboekhouding noodzakelijk zijn.

Bedienaar van telex of gelijkaardige apparatuur (telefax).

Codificeerder van boekhouding.

Bediende die de schrifturen bijhoudt en voorraden en overdrachten controleert.

Kassier, hulpboekhouder, onder meer belast met het opmaken van de facturen waarvoor onderscheidingsvermogen en/of het bijhouden van de rekeningen-courant noodzakelijk zijn.

Verzender per spoor of langs de baan, maakt alle binnenlandse en internationale vrachtbrieven op, verzekert er zich van dat deze documenten zijn opgemaakt volgens de voorschriften, met gebeurlijke aanduidingen van de te volgen weg, tegen het laagste tarief, en dat de onontbeerlijke tol- en uitvoerbescheiden er bijgevoegd zijn.

Typist (dictafoon).

Stenotypist (100 woorden per minuut in steno, 40 woorden per minuut met de machine).

Telefonist.

Verpleger (A2).

Kaai-expediteur die, naast de bediende van de vorige rang, op de kaai nagaat, de verpakking naziet, gebeurlijk mankementen en verliezen vaststelt, zich ervan verzekert dat de overslag en de doorvoer normaal verloopt.

Bediende van de aankoopdienst.

Depotbediende : belast onder meer met de organisatie van de vrachtvervoerdienst.

Tankpeiler, na een stage van twee jaar in het beroep, rekening gehouden met de aard van het werk bestaande onder meer in : a) de tanks aan boord van de schepen en/of lichters, alsmede de tanks aan wal peilen;b) al de er mede in verband staande berekeningen uitvoeren om de verschillende bescheiden op te maken, onder meer voor de toldienst en de boekhouding van de onderneming. Laborant : technisch bediende (A2), moet op de hoogte zijn van en in staat zijn het merendeel der analyses betreffende de petroleumnijverheid te verrichten. Hij moet verslagen over uitslagen van analyses, berekeningen van analyses opmaken. Hij werkt niettemin onder toezicht van een analist of van een scheikundige.

Hoofdmagazijnier.

Bediende belast met de inspectie van de pompen, zowel in de distributie als in de raffinage.

Worden insgelijks in deze categorie ingedeeld, al de bedienden waarvan de functies bij analogie beantwoorden aan de hierboven bij wijze van voorbeeld omschreven functies.

D. Vierde categorie A. Normale aanvangsleeftijd : 27 jaar.

Bedienden waarvan de functie wordt gekenmerkt door : a) een gelijkwaardige vorming aan deze welke wordt verkregen door volledige middelbare studies aangevuld door gespecialiseerde hogere studies van het korte type;b) een beperkte tijd om zich in te werken;c) meer afwisselend zelfstandig werk, dat een meer dan gemiddelde vakbekwaamheid, initiatief en verantwoordelijkheidsbesef eist vanwege diegene die het uitvoert;d) bekwaamheid om : 1° al het mindere werk van de eigen specialiteit uit te voeren;2° al de elementen voor het hem toevertrouwde werk te verzamelen, gebeurlijk geholpen door bedienden van de voorgaande rangen. Bijvoorbeeld : Handelsboekhouder, bediende belast met de omzetting van al de handelsverrichtingen in boekhouding, zo samen te stellen en te verzamelen om er het volgende te kunnen uithalen : balansen, ramingen der kasmiddelen, enz.

Eerst-verantwoordelijk opsteller van de technische, administratieve of commerciële dienst.

Commerciële of verkoopassistent.

Technisch vertaler.

Handelsvertaler (ander werk dan briefwisseling).

Helper programmeerder-ordinator.

Beginnend computer-programmeur.

Eerste operateur-computer.

Eerste codificeerder van de boekhouding.

Steno-typist-secretaris, bekwaam om 100 woorden per minuut in steno en 40 woorden per minuut met de machine te schrijven, die brieven kan opstellen op eenvoudige aanwijzingen van zijn chef of van de directie en die sommige werken kan voorbereiden.

Bediende belast met kwesties van vervoer, fiscaliteit, verzekering, betwiste gevallen en beheer van onroerende goederen.

Eerst-verantwoordelijk bediende van de dienst "vrachtvervoer" (dispacheur), die werkelijk deze dienst leidt, gebeurlijk bijgestaan door één of verscheidene bedienden van de voorgaande rang.

Bediende die de exploitatiekosten en de bewegingen van de lichters controleert.

Toldeclarant, verantwoordelijk voor de declaraties, zegels, vergunningen, enz., het houden van boeken, zeeschepen, lichters, uitvoer.

Analyst-laborant : houder van een wettelijk diploma van een technische school van de hogere graad; ofwel in de petroleumnijverheid een lange praktijk en ervaring (4 jaren) hebben. Moet zelfstandig al de analyses betreffende de petroleumnijverheid kunnen verrichten, bijvoorbeeld : verhoudingscijfer diesel, viscositeit, zuurgehalte, as, afval koelstof, gomgehalte, destillatie, calorisch vermogen, zwavelgehalte en een voortdurende controle over de aan gang zijnde fabricage.

Uitvoeringstekenaar.

Worden insgelijks in deze categorie ingedeeld al de bedienden waarvan de functies, bij analogie beantwoorden aan de hierboven bij wijze van voorbeeld omschreven functies.

E. Vierde categorie B. Normale aanvangsleeftijd : 27 jaar.

Bedienden die aan de maatstaven van categorie 4A beantwoorden en één der hierna vermelde functies uitoefenen.

Eerst-verantwoordelijk bediende van de administratieve, commerciële en boekhoudingsdiensten.

Bediende met een uitgebreide theoretische en professionele kennis en die verantwoordelijk is voor de goede uitvoering van de taken welke op zijn dienst rusten : heeft rechtstreeks gezag over één of meer bedienden van de lagere rangen.

Geschoolde tolagent.

Bediende die verantwoordelijk is voor het onderhoud en het herstellen van tankwagens, lichters (gebeurlijke verhuring, geschillen met de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, berekening van de kosten der herstelling, arbeidskrachten en grondstoffen).

Eerste technische vertaler.

Handelsafgevaardigde die de klanten bezoekt en handelsvertegenwoordiger. Na twee jaar stage in de functie. Zo hun bezoldiging geheel of gedeeltelijk uit commissieloon bestaat, genieten zij de minimumwaarborg van jaarlijkse inkomsten, gelijk aan deze van de categorie 4B, op voorwaarde dat zij hun functie full-time voor dezelfde werkgever uitoefenen.

Verpleger, houder van een diploma A1.

Maatschappelijk assistent (A1).

Scheikundige : moet in bezit zijn van een diploma van een vak- of nijverheidsschool van de hogere graad, of moet een lange praktijk en ervaring (4 jaren) in de nijverheid hebben, moet de algemene gang van een fabriek kennen en alle analyses verrichten die haar aanbelangen.

Hij is verantwoordelijk voor de uitslagen van de analyses welke zijn laboratorium verlaten. Hij heeft één of meer bedienden onder zijn bevelen. Hij maakt de uitslagen van de analyses op en ondertekent ze.

Hij verricht ook ingewikkelder opzoekingen en proefnemingen, zoals de bepaling van het octaan- en cetaangetal, de vacuumdestillatie, enz.

Projecttekenaar.

Worden insgelijks in deze categorie ingedeeld, al de bedienden waarvan de functies bij analogie beantwoorden aan de hierboven bij wijze van voorbeeld omschreven functies.

F. Ondercategorie 4B+.

Normale aanvangsleeftijd : 27 jaar.

Bedienden met een opleidingsniveau van het hoger onderwijs (onder andere industriële ingenieurs) die een bepaalde verantwoordelijkheid over andere uitvoerende bedienden dragen. (Notie meesterschapspersoneel). Het gaat om bedienden die hun technische kennis kunnen overdragen op andere en minder ervaren werknemers uit dezelfde diensten. Zij vervullen aldus een bepaalde rol van "coaching", kunnen procedures uitschrijven, hebben een grote mate van zelfstandigheid, zijn in staat hun chef te vervangen en doen dit ook.

Het gaat om volgende functies na minimum 2 jaar anciënniteit hierin : Console-operators (schermbedienden) in de raffinage.

Supervisors onderhoud (eerste lijn), in de raffinage.

Operationele supervisors in de raffinage.

Inspecteurs technische diensten (verkoopsnet).

Sergeanten brandweer.

Veiligheidsbeambten.

Labotechnologisten die hoogwaardige specialisaties (zoals bij voorbeeld gas-chromatologie beheersen) en in staat zijn om niet-routinematige analyses te verrichten, en zelfstandig optreden.

Ervaren computer-programmeur.

Analyst-programmeur.

Computer operations assistant of ploegleider informaticadienst.

Assistent personeelszaken.

Board secretaries (secretaresse van het bedrijfshoofd).

Kunnen desgevallend, mede gelet op de interne bedrijfsclassificatie, door de werkgever in deze ondercategorie ingedeeld worden, sommige bedienden waarvan de functies, bij analogie, nauw verwant zijn met bovengenoemde voorbeelden, en die beantwoorden aan de algemene voorwaarden van de ondercategorie 4B+.

De loonschaal van ondercategorie 4B+ zal steeds overeenstemmen met deze van de categorie 4B verhoogd met 5 pct., welke ook de vorm zij waaronder de latere programmatieverhogingen zullen plaatsvinden.

De bestaande gunstigere bedrijfsloonschalen zullen niet in het gedrang komen door bovenstaande conventionele bepalingen. HOOFDSTUK III. - Lonen, bijzondere voorwaarden en vergoedingen Afdeling 1. - Lonen

Art. 5.De hierna bepaalde loonschalen, van toepassing op het mannelijk en vrouwelijk personeel, maken een minimum uit. Zij laten de werkgevers de nodige ruimte tot het erkennen van de respectieve verdiensten van de bedienden die gelijkwaardige functies vervullen.

Art. 6.Op 1 januari 1997, worden de minima loonschalen, geldig voor de indexschijf : 117,09 - 119,43 - 121,82 bepaald als volgt : 1° Betaalbaar 13 keer per jaar : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2° Betaalbaar 14 keer per jaar : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Afdeling 2.- Bijzondere voorwaarden

Art. 7.De bedienden die slechts een gedeelte van het jaar in een maatschappij hebben gewerkt, krijgen een extratoelage in verhouding tot het aantal maanden dienst in de loop van het jaar.

Art. 8.De in een klasse ingedeelde bediende, maar die boven de minimumloonschaal wordt betaald, kan in geval van vermindering of afschaffing van het gedeelte van zijn loon dat boven het minimum ligt, op zijn verzoek, vanwege de personeelsdirectie, iedere gewenste opheldering bekomen over de redenen van deze vermindering of afschaffing.

Art. 9.Aan de bediende, die in dienst van een firma is getreden na de normale aanvangsleeftijd van zijn klasse, wordt het aanvangsminimum toegekend van de klasse waarin hij wordt opgenomen.

Het minimum dat met de leeftijd van de bediende overeenstemt moet evenwel progressief worden bereikt en dit uiterlijk één jaar na de indiensttreding, op voorwaarde dat hij in de uitoefening van zijn functies volledig voldoening geeft.

Art. 10.Bediende die van de ene naar een andere klasse overgaat.

De bediende bekomt onmiddellijk de schaal eigen aan zijn nieuwe functie, wanneer hij naar een hogere klasse overgaat.

Art. 10bis.Vervanging in hogere functie.

Aan "baremabedienden" die tijdelijk, op volwaardige wijze een andere "baremabediende" in hogere functie vervangen gedurende een ononderbroken periode van minimum 6 weken, zal er een loontoeslag van 8 pct. worden verstrekt, gedurende deze zelfde periode, zonder dat dit mag leiden tot een hoger loon dan dit van de vervangen persoon, bij gelijke leeftijd.

Art. 10ter.Jobstudenten.

Het loon van de jobstudent wordt bepaald op 85 pct. van de brutowedde van de categorie waarin hij tewerkgesteld wordt, overeenstemmend met zijn leeftijd.

Art. 11.Afdankingen.

De Ondernemingsraden of, bij hun ontstentenis, de syndicale afvaardigingen, worden periodiek op de hoogte gehouden over het personeelsbeleid, inzonderheid in verband met de afdankingen, welke tijdens een bepaalde periode hebben plaats gehad. Afdeling 3. - Vergoedingen

A. Premie voor ploegwerk.

Art. 12.Het ploegwerk uitgevoerd op de eerste vijf dagen van de week geeft aanleiding tot volgende premies : 1° dagploeg van 6 uur tot 14 uur en van 14 uur tot 22 uur : 8,5 pct.van het loon; 2° nachtploeg van 22 uur tot 6 uur : 34,5 pct.van het loon.

Art. 13.Het ploegenwerk dat op zaterdag verricht wordt, geeft aanleiding, benevens de ploegenpremies bepaald in artikel 12, op volgende bijkomende vergoedingen : 1° dagploeg van 6 uur tot 14 uur en van 14 uur tot 22 uur : 22 pct.van het loon; 2° nachtploeg van 22 uur tot 6 uur : 50 pct.van het loon.

Art. 14.Aan de bedienden die normaal op zondagen en/of feestdagen in ploegen werken, wordt een bijslag verleend gelijk aan : 1° voor de bedienden in dagploegen : 108,5 pct.van hun loon; 2° voor de bedienden in nachtploegen : 134,5 pct.van hun loon.

B. Premie voor gelegenheidsshift.

Art. 15.Alle niet vooraf geprogrammeerde arbeid in opeenvolgende ploegen geeft aanleiding, gedurende een termijn van maximum zeven opeenvolgende werkdagen, als zijnde gelegenheidsshiftarbeid, tot volgende premies voor gelegenheidsshift : 17 pct. van het loon voor de dagploegen; 69 pct. van het loon voor de nachtploegen.

Van de achtste werkdag af zijn de gewone premies voor ploegwerk verschuldigd, te weten : a) 8,5 pct.zoals bepaald bij artikel 12, van het loon voor dagploegen; b) 34,5 pct.van het loon voor de nachtploegen.

C. Betaling van het overwerk.

Art. 16.Overwerk op de eerste vijf dagen van de week wordt vanaf het vijfde overuur per dag betaald met een toeslag van 100 pct.

Overwerk op zaterdag wordt betaald met een toeslag van 50 pct. voor de eerste twee gepresteerde uren en van 100 pct. voor de volgende gepresteerde uren. Afdeling 4. - Overzicht ploegenpremies

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Afdeling 5. - Definitieve overgang van ploegwerk naar dagwerk

Art. 17.§ 1. Aan de bedienden die definitief overgaan van het ploeg- naar het dagstelsel, wordt een forfaitaire vergoeding toegekend in de volgende voorwaarden : a) in het geval van reorganisatie van de dienst te wijten aan de werkgever;b) zij is slechts geldig voor de bedienden die gedurende tien jaar onafgebroken in ploeg hebben gewerkt : hetzij in drie opeenvolgende ploegen, vol-continu;hetzij in twee ploegen op niet-onderbroken wijze, dit wil zeggen ononderbroken gedurende het ganse jaar.

Deze forfaitaire vergoeding wordt in eenmaal uitgekeerd op het ogenblik van de overgang van het ploeg- naar het dagstelsel, en omvat de ploegpremies waarvan de bediende normaal zou hebben genoten tijdens de twaalf voorafgaande maanden. § 2. De bediende van 56 jaar kan, na 10 jaar ononderbroken ploegenarbeid, een verzoek indienen om dagwerk te bekomen. Indien de werkgever hierop ingaat, zal hij hem een forfaitaire vergoeding betalen waarvan het bedrag gelijk is aan de ploegenpremies die de bediende getrokken heeft tijdens de zes voorafgaande maanden. Afdeling 6. - Raffinaderijpremie

Art. 17bis.Uitsluitend voor de technische bedienden en de bedienden in de onderhoudsdiensten werd er vanaf 1 januari 1991 een geïndexeerde premie van 15 BEF per uur aanwezigheid in de raffinaderij toegekend worden.

Op 1 januari 1994 werd de raffinagepremie verhoogd met 2 BEF per uur.

Op 1 januari 1997 bedraagt deze raffinagepremie 18,90 BEF per uur.

Onder technische bedienden verstaat men dezen werkzaam in process, de onderhoudsdiensten, het laboratorium, het magazijn en de inspectie.

Deze globale omschrijving kan, op het vlak van de onderneming, nader bepaald worden.

Deze regeling geldt niet voor : de administratieve functies in de technische diensten, noch voor de bedienden in de administratieve diensten; dezen die boven de loonschaal betaald worden, met name, de bedienden waarvan het loon dergelijk element reeds geïntegreerd wordt; dezen aan wie terzake reeds een speciale evenwaardige premie betaald wordt. HOOFDSTUK IV. - Koppeling aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

Art. 18.De loonschaal minima en de reële wedden, gekoppeld aan de spilindex, schommelen a rato van 2 pct. voor variaties van 2 pct., berekend op grond van de viermaandelijkse gemiddelde index van de consumptieprijzen.

De met 2 pct. verhoogde of verminderde spilindex wordt de spil van een nieuwe schijf. De loonschaal minima en de reële wedden worden geïmmuniseerd, zowel bij verhoging als bij daling, rond de spilindex, in die zin dat zij onveranderd blijven zolang de viermaandelijkse gemiddelde index geen verschil vertoont van 2 pct., naar boven of naar beneden toe, ten opzichte van de spilindex.

Op 1 januari 1997 gelden volgende indexschijven : 117,09 - 119,43 - 121,82 119,43 - 121,82 - 124,26 121,82 - 124,26 - 126,75 124,26 - 126,75 - 129,29 126,75 - 129,29 - 131,88 129,29 - 131,88 - 134,52 131,88 - 134,52 - 137,21 HOOFDSTUK V. - Arbeidsduur

Art. 19.§ 1. De wekelijkse arbeidsduur wordt bepaald op 38 uren.

Vanaf 1 januari 1985, zullen er zes dagen bij wijze van arbeidsduurvermindering worden toegekend. Dit zijn twee bijkomende dagen, te voegen bij de vier dagen toegekend in 1983 (prorata temporis de effectieve prestaties : dit wil zeggen één dag per twee maanden; dit betreft dezen die slechts een deel van het jaar in dienst zijn).

Deze nieuwe arbeidsduur stemt overeen met een gemiddelde van 37 uur vanaf 1 januari 1985.

De "wettelijke" wekelijkse arbeidsduur blijft behouden op 38 uur.

De toekennings- en betalingsmodaliteiten van deze zes dagen zullen bepaald worden op het vlak van de ondernemingen, samen met de vertegenwoordigende werknemersinstanties. § 2. De overlonen voor overuren zijn verschuldigd ingeval van overschrijding van het gemiddelde der 38 uren. § 3. Slechts de overuren gepresteerd boven de dagelijkse en wekelijkse grenzen van de arbeidsduur, die op het vlak van de onderneming bepaald zijn, en die in de arbeidsreglementen opgenomen zijn, zullen aanleiding geven tot betaling met overloon. HOOFDSTUK VI. - Vakantie- en verlofregeling

Art. 20.§ 1. De duur van de vakantie is als volgt vastgesteld, buiten beschouwing gelaten de twee halve dagen van Goede Vrijdag en de vooravond van Kerstmis.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De facultatieve dag geeft recht op een vergoeding gelijk aan 7,6 uren normaal loon per vakantiedag, betaalbaar op 30 juni van het lopende vakantiejaar.

Benevens deze vergoeding, kan de bediende, in akkoord met de werkgever betreffende de datum en de eventuele verdeling in halve dagen, gemotiveerde afwezigheid genieten waarvan de totale duur niet meer mag bedragen dan de dag voorzien in het akkoord voor de petroleumsector.

Deze gemotiveerde afwezigheden zijn gedekt door de hierboven vermelde vergoeding, dit wil zeggen dat het loon van de bediende tijdens de maand waarin hij deze dag afwezigheid geniet, wordt verminderd met het bedrag dat hem op 30 juni van het lopend vakantiejaar wordt of werd betaald.

Het uurloon wordt zoals voor de overuren berekend, te weten : de maandwedde gedeeld door 164,54 (= 38 uren x 4,33).

Voor de bedienden die in ploegen zijn tewerkgesteld, betekent het normaal loon in dit verband het geïndexeerd loon verhoogd met de shiftvergoeding, bepaald op 17,2 pct. voor het werk in drie ploegen en op 8,5 pct. voor het werk in twee ploegen. § 2. Om, met het oog op de toekenning van de vakantiedagen, de verworven anciënniteit te bepalen, zal er worden gesteund op de verworven anciënniteit op 31 december van het kalenderjaar dat het jaar voorafgaat waarin de vakantie wordt genomen. § 3. Daarenboven worden twee halve verlofdagen toegekend de namiddag van Goede Vrijdag en de namiddag van de vooravond van Kerstmis, met opslorping van de diverse voor die beide data eventueel geldende faciliteitenstelsels in de ondernemingen.

De bedienden die in twee of drie ploegen tewerkgesteld zijn op die data, behouden een recht op inhaalverlof waarvan de modaliteiten worden geregeld op het vlak van de ondernemingen.

Indien de vooravond van Kerstmis samenvalt met een zaterdag of een zondag, zal die halve vakantiedag gegeven worden de vrijdagnamiddag die de 24e december voorafgaat.

Art. 21.Overeenkomstig de beslissing van de regering : betaling in 1997 en 1998 van de 3e dag dubbel betaald verlof van de 4e week vakantie.

Bijgevolg zal de coëfficiënt voor het dubbel betaald verlof van de bedienden in de petroleumsector, gelet op de conventionele praktijk om hierbij rekening te houden met de betaling in 13 of 14 maal, voor de jaren 1997 en 1998 gebracht worden op : 97,50 pct. van het maandloon betaalbaar 13 maal, en op 105,00 pct. van het maandloon betaalbaar 14 maal. HOOFDSTUK VII. - Wettelijke feestdagen - inhaalrust

Art. 22.Er worden aan de bedienden in de petroleumsector jaarlijks tien wettelijke feestdagen gewaarborgd.

Deze waarborg sluit in : a) de invoering van een regeling waarbij een dag inhaalrust wordt gewaarborgd aan de bedienden die gedurende de feestdagen in ploegen werken;b) een inhaalrust voor de bedienden die in ploegen werken wanneer een wettelijke feestdag met hun normale rust samenvalt;c) een inhaalrust wanneer een wettelijke feestdag op een zaterdag valt. HOOFDSTUK VIII. - Kort verzuim

Art. 23.Ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten hierna vermeld, hebben de in artikel 1 bedoelde bedienden het recht, met behoud van hun normaal loon, van het werk afwezig te zijn voor een als volgt bepaalde duur : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Telkens er sprake is van een kind van de bediende of van een kind van de echtgenoot van de bediende, geldt volgende regel : het aangenomen of natuurlijk erkend kind is gelijkgesteld met het wettig of gewettigd kind.

De gelijkheid van rechten tussen gehuwden en andere samenwonenden wordt erkend, op voorwaarde dat dergelijke samenleving officieel geregistreerd werd.

Onder "werkdag" wordt verstaan : de dag waarop de bediende normaal zou hebben gewerkt. HOOFDSTUK IX. - Werkgeverstussenkomst in de vervoerskosten van de bedienden

Art. 24.Voor elk ander vervoer dan dit georganiseerd door de onderneming, worden forfaitaire voordelen ingesteld. Deze hebben betrekking op de verplaatsingen bij middel van openbaar vervoer, zoals buurtspoorwegen, autobussen, trams, de trein, alsmede elk ander privé-transport, welk ook het verplaatsingsmiddel weze (auto, motorfiets, rijwiel, enz.).

Art. 25.De forfaitaire vergoeding wordt verleend, zonder loonplafond, a rato van 60 pct. van de "treinkaart" van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (vroeger "sociaal abonnement").

De tarieven worden toegepast per schijf van 5 km.

Het tarief toegepast in elke concentrische zone van 5 km is dit van de hogere grens.

Voorbeelden : van 1 tot 5 km, tarief 5 km; van meer dan 5 tot 10 km, tarief 10 km; van meer dan 10 tot 15 km, tarief 15 km; van meer dan 15 tot 20 km, tarief 20 km; van meer dan 20 tot 25 km, tarief 25 km; van meer dan 25 tot 30 km, tarief 30 km; van meer dan 30 tot 35 km, tarief 35 km; van meer dan 35 tot 40 km, tarief 40 km; van meer dan 40 tot 45 km, tarief 45 km; van meer dan 45 tot 50 km, tarief 50 km; van meer dan 50 tot 55 km, tarief 55 km; van meer dan 55 tot 60 km, tarief 60 km; van meer dan 60 tot 65 km, tarief 65 km; van meer dan 65 tot 70 km, tarief 70 km; van meer dan 70 tot 75 km, tarief 75 km; van meer dan 75 tot 80 km, tarief 80 km; van meer dan 80 tot 85 km, tarief 85 km; van meer dan 85 tot 90 km, tarief 90 km; van meer dan 90 tot 95 km, tarief 95 km; van meer dan 95 tot 100 km, tarief 100 km; van meer dan 100 tot 105 km, tarief 105 km; van meer dan 105 tot 110 km, tarief 110 km; van meer dan 110 tot 115 km, tarief 115 km; van meer dan 115 tot 120 km, tarief 120 km; van meer dan 120 tot 125 km, tarief 125 km; van meer dan 125 tot 130 km, tarief 130 km; van meer dan 130 tot 135 km, tarief 135 km; van meer dan 135 tot 140 km, tarief 140 km; van meer dan 140 tot 145 km, tarief 145 km; van meer dan 145 tot 350 km, tarief 350 km.

Art. 26.De berekening van het toe te passen tarief geschiedt op de basis van concentrische cirkels van 5 km en veelvouden van 5 km, cirkels waarvan het middelpunt is : « de werkplaats », indien er geen transport is van de onderneming of dat de bediende het niet bezigt; « de verzamelplaats », indien er een ondernemingstransport is, dat de bediende bezigt.

Art. 27.In geval van transport per spoor, gecombineerd met andere publieke of private vervoermiddelen voor de rest van de rit, past men eenvoudig het forfaitair stelsel toe zoals hierboven.

Art. 28.Worden uitgesloten, de gevallen waarin de bediende : woonachtig is op minder dan één kilometer van de plaats van het werk; een voertuig van de onderneming gebruikt, hetzij dit een vrachtwagen, camionette of personenwagen betreft.

Art. 29.In het geval dat, krachtens bijzondere ondernemingsakkoorden, zekere bedienden reeds zouden genieten van de toekenning van forfaitaire verplaatsingsvergoedingen, hetzij deze per uur, per dag, per week, per maand of per jaar worden toegekend, moeten deze worden vergeleken met het nieuw forfaitair stelsel, hierboven beschreven. Als het vroeger stelsel gunstiger blijkt dan het nieuw forfaitair stelsel, heeft het ondernemingsakkoord, krachtens verworven rechten, voorrang; ingeval het vroeger stelsel minder gunstig blijkt dan het nieuw forfaitair stelsel, heeft dit laatste voorrang.

In geen geval mag het ondernemingsakkoord worden gecumuleerd met het nieuw stelsel van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK X. - Geldigheidsduur

Art. 30.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997 en treedt buiten werking op 1 januari 1999.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 november 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^