gepubliceerd op 07 december 2001
Koninklijk besluit houdende verdeling van het saldo van het provisioneel krediet ingeschreven in het programma 13-66-1 van de Algemene Uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2001 en bestemd tot het dekken van diverse uitgaven in verband met het asielbeleid
23 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit houdende verdeling van het saldo van het provisioneel krediet ingeschreven in het programma 13-66-1 van de Algemene Uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2001 en bestemd tot het dekken van diverse uitgaven in verband met het asielbeleid
Gelet op de wet van 22 december 2000 houdende de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2001, inzonderheid op artikel 2.13.7;
Gelet op de wet van 10 juli 2001 houdende eerste aanpassing van de Algemene Uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 24 augustus 2001 houdende gedeeltelijke verdeling van het provisioneel krediet ingeschreven in het programma 13-66-1 van de Algemene Uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2001 en bestemd tot het dekken van diverse uitgaven in verband met het asielbeleid.
Overwegende dat krachtens het bovenvermeld koninklijk besluit van 24 augustus 2001, een niet-gesplitst krediet ten belope van 81,6 miljoen frank nog overblijft;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en van Onze Minister van Begroting, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Een niet-gesplitst krediet ten belope van 81,6 miljoen frank wordt overgedragen van het provisioneel krediet ingeschreven op het programma 13.66.1 (basisallocatie 10.01.01.40) en bestemd tot het dekken van diverse uitgaven in verband met het asielbeleid, van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2001 en wordt verdeeld overeenkomstig de bijgevoegde tabel.
Art. 2.De in de tabel vermelde bedragen worden gevoegd bij de kredieten welke onder de betrokken programma's en basisallocaties zijn uitgetrokken voor het begrotingsjaar 2001.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Begroting zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 november 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE
Bijlage Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 23 november 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE