gepubliceerd op 28 februari 2001
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de beursvennootschappen, tot oprichting van een Paritair Fonds ten voordele van de risicogroepen voor de beursvennootschappen, en vaststelling van de statuten
23 NOVEMBER 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de beursvennootschappen, tot oprichting van een Paritair Fonds ten voordele van de risicogroepen voor de beursvennootschappen, en vaststelling van de statuten (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de beursvennootschappen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de beursvennootschappen, tot oprichting van een Paritair Fonds ten voordele van de risicogroepen voor de beursvennootschappen, en vaststelling van de statuten.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 november 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Paritair Comité voor de beursvennootschappen Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 1999 Oprichting van een Paritair Fonds ten voordele van de risicogroepen voor de beursvennootschappen, en vaststelling van de statuten (Overeenkomst geregistreerd op 2 februari 2000 onder het nummer 53836/CO/309) HOOFDSTUK I. - Oprichting
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle werkgevers en werknemers die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de beursvennootschappen.
Art. 2.Met deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt een "Paritair Fonds ten voordele van de risicogroepen voor de beursvennootschappen" opgericht, volgens de modaliteiten bepaald in de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid. HOOFDSTUK II. - Statuten Benaming
Art. 3.Met ingang van 1 juli 1999 wordt een "Paritair Fonds ten voordele van de risicogroepen voor de beursvennootschappen" opgericht.
Maatschappelijke zetel
Art. 4.De maatschappelijke zetel is gevestigd te 1000 Brussel, Handelsstraat 10. Deze zetel kan bij beslissing van de raad van bestuur worden verplaatst.
Doel en doelgroepen
Art. 5.Het fonds heeft tot doel : het behoud en de bevordering van de tewerkstelling in de sector via initiatieven gericht op de risicogroepen, zoals omschreven in artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 1999 met betrekking tot de aanwending van de 0,10 pct. bijdrage voor de risicogroepen.
Financiering
Art. 6.De inkomsten van het fonds bestaan uit bijdragen gestort door de werkgevers van het Paritair Comité voor de beursvennootschappen.
Deze bijdragen worden vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het paritair comité, en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.
Inning van de bijdragen
Art. 7.De inning van de bijdragen wordt toevertrouwd aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Deze inning kan, bij beslissing van de raad van bestuur, worden toevertrouwd aan het fonds zelf of aan een andere instelling.
Bestuur
Art. 8.Het beheersorgaan van het fonds is de raad van bestuur. Deze raad van bestuur bestaat uit 3 werkgeversvertegenwoordigers en 3 werknemersvertegenwoordigers, aangeduid door het paritair comité, voor een duur van vier jaar, hernieuwbaar.
Het paritair comité duidt evenveel plaatsvervangende leden aan.
De plaatsvervangende leden kunnen alleen zitting hebben ter vervanging van de gewone leden, die verhinderd zijn.
De leden van de raad van bestuur duiden een voorzitter en een secretaris aan.
De eerste maal wordt de voorzitter gekozen uit de werkgeversafvaardiging; de secretaris uit de werknemersafvaardiging.
Nadien wordt om de twee jaar de functie van voorzitter en secretaris omgewisseld tussen de werkgevers- en de werknemersafvaardiging.
Het mandaat van een lid eindigt door ontbinding van het fonds, door ontslag, door overlijden, of als gevolg van het door de verantwoordelijke organisatie of door het paritair comité gegeven ontslag. Het nieuw lid voltooit het mandaat van degene die hij of zij vervangt.
De mandaten in die raad van bestuur zijn onbezoldigd.
Art. 9.De raad van bestuur vergadert minstens eenmaal per jaar, op uitnodiging van de voorzitter, of wanneer de helft van het totaal aantal leden van de raad van bestuur de voorzitter hierom verzoekt.
De uitnodiging voor de vergadering wordt minstens vijftien werkdagen voor de vergadering verstuurd naar de leden, met vermelding van de agenda.
Deze agenda omvat minstens eenmaal per jaar : - evaluatie van de voorbije en lopende projecten; - goedkeuring van nieuwe projecten; - goedkeuring van de jaarrekening.
Nieuwe projecten worden ingediend door de gezamenlijke werkgeversafvaardiging, of door de gezamenlijke werknemersafvaardiging.
De beslissingen worden bij meerderheid van stemmen genomen. De raad van bestuur kan echter slechts geldig beslissen wanneer minstens de helft van de werkgeversafvaardiging en minstens de helft van de werknemersafvaardiging aanwezig is. Bij stemmingen moet een gelijk aantal leden van elke afvaardiging stemmen. De voorzitter en de secretaris zijn stemgerechtigd.
Indien voor een geldig opgeroepen vergadering, minder dan de helft van de werknemers- of werkgeversafvaardiging aanwezig is, wordt een nieuwe vergadering van de raad van bestuur door de voorzitter samengeroepen; deze vergadering dient gehouden te worden ten vroegste drie weken en ten laatste één maand na de eerste vergadering en met dezelfde agenda.
Deze oproeping moet per aangetekende brief gebeuren.
Deze vergadering kan geldig beslissen, ongeacht het aantal aanwezige personen of organisaties.
De voorzitter waakt erover om geen enkele vergadering te beleggen in juli en augustus.
Indien noch het effectief noch het plaatsvervangend lid van een organisatie deze vergadering kunnen bijwonen, mag deze organisatie iemand mandateren die geen lid is van de raad van bestuur. Dit schriftelijk mandaat, ondertekend door het lid van de raad van bestuur dat verhinderd is, dient ten laatste voor het begin van de vergadering aan de voorzitter van de raad van bestuur te worden bezorgd.
Art. 10.Het fonds zal geldig vertegenwoordigd worden tegenover derden door de voorzitter en de secretaris, die gezamenlijk optreden.
In geval van verhindering van één van beiden, geeft hij schriftelijk mandaat aan een lid van de raad van bestuur, om het fonds te vertegenwoordigen tegenover derden. Hij kan slechts mandaat geven aan een lid van zijn eigen afvaardiging (werkgevers of werknemers).
De raad van bestuur zal een jaarverslag maken, inclusief jaarrekening van het fonds en deze ter goedkeuring voorleggen aan het paritair comité. Dit verslag wordt ten laatste op 30 juni voorgelegd, samen met het controle verslag, zoals bepaald in artikel 12 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 11.De leden van de raad van bestuur zijn slechts verantwoordelijk voor de uitvoering van hun mandaat, en zij gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan ten opzichte van de verbintenissen van het fonds. HOOFDSTUK III. - Toezicht
Art. 12.De raad van bestuur duidt jaarlijks een hoofdboekhouder of revisor aan, voor een periode van één jaar, hernieuwbaar, die één maal per jaar verslag uitbrengt aan het paritair comité. HOOFDSTUK IV. - Duur, ontbinding en vereffening
Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 1999 en is gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan door elk van de partijen van het paritair comité worden opgezegd, onder volgende voorwaarden : - een opzeggingstermijn van minstens zes maanden; - ten vroegste op 31 december 2001; - door een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de beursvennootschappen.
De opzegging door één der ondertekenende partijen heeft automatisch de ontbinding van het fonds tot gevolg, na het verstrijken van de opzeggingstermijn. Voor het verstrijken van de opzeggingstermijn moet het paritair comité worden samengeroepen door de voorzitter, of op verzoek van één der ondertekenende partijen. Het paritair comité beslist over de bestemming van de goederen en waarden van het fonds na aanzuivering van het passief en geeft aan deze goederen en waarden een bestemming welke in overeenstemming is met het doel waartoe het fonds werd opgericht.
Het paritair comité duidt de vereffenaars aan.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 november 2000.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX