23 MAART 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 30 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, inzonderheid op artikel 23, tweede lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 30, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 31 januari 1994;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 12 maart 1999;

Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat dringend een coördinatie van de reglementaire teksten moet verwezenlijkt worden en dat met name het artikel 30 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 in overeenstemming moet worden gebracht met het artikel 19bis van hetzelfde koninklijk besluit zoals gewijzig bij het koninklijk besluit van 3 februari 1998;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 30, § 2, 3° van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, vervangen bij het koninklijk besluit van 31 januari 1994, wordt vervangen door de volgende bepaling : « 3° De bedragen en voordelen bedoeld bij artikelen 19, § 2, en 19bis, § 2, 2° tot 6° en § 3. »

Art. 2.Dit besluit treedt in werking met ingang op 1 april 1998.

Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 maart 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN