23 JUNI 2019. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 3, derde lid van de wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 04/08/2017 numac 2017204094 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en ministerie van landsverdediging Wet betreffende de oprichting van het statuut van nationale solidariteit, de toekenning van een herstelpensioen en de terugbetaling van medische zorg ingevolge daden van terrorisme sluiten betreffende de oprichting van het statuut van nationale solidariteit, de toekenning van een herstelpensioen en de terugbetaling van medische zorg ingevolge daden van terrorisme, voor wat betreft het recht op een herstelpensioen en het genot van het statuut van nationale solidariteit

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 04/08/2017 numac 2017204094 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en ministerie van landsverdediging Wet betreffende de oprichting van het statuut van nationale solidariteit, de toekenning van een herstelpensioen en de terugbetaling van medische zorg ingevolge daden van terrorisme sluiten betreffende de oprichting van het statuut van nationale solidariteit, de toekenning van een herstelpensioen en de terugbetaling van medische zorg ingevolge daden van terrorisme, artikel 3, derde lid, vervangen bij de wet van 15 januari 2019;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 april 2019 ;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 17 april 2019 ;

Gelet op het advies nr 66.041/1 van de Raad van State gegeven op 23 mei 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Wanneer het schadelijke feit heeft plaatsgevonden op het Belgisch grondgebied, kan het slachtoffer van een daad van terrorisme en zijn rechthebbenden bedoeld in artikel 3, derde lid, van de wet van 18 juli 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/2017 pub. 04/08/2017 numac 2017204094 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en ministerie van landsverdediging Wet betreffende de oprichting van het statuut van nationale solidariteit, de toekenning van een herstelpensioen en de terugbetaling van medische zorg ingevolge daden van terrorisme sluiten betreffende de oprichting van het statuut van nationale solidariteit, de toekenning van een herstelpensioen en de terugbetaling van medische zorg ingevolge daden van terrorisme, een herstelpensioen ontvangen en het genot van het statuut van nationale solidariteit volgens de praktische modaliteiten vastgelegd in de artikelen 2 tot 5.

Art. 2.Indien het slachtoffer zijn gewone verblijfplaats heeft in een andere lidstaat van de Europese Unie dan België, mag hij zijn aanvraag overmaken aan de Commissie voor de financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders via de instantie die door deze lidstaat specifiek is belast met het bijstaan van het slachtoffer bij de bevoegde instantie door gebruik te maken van een door de Europese Commissie opgesteld standaardformulier.

Indien het slachtoffer zijn gewone verblijfplaats heeft buiten de Europese Unie, moet hij zijn aanvraag hetzij rechtstreeks overmaken aan de Commissie voor de financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders, hetzij via de Belgische ambassade in zijn land van verblijf, hetzij via de ambassade van zijn land van verblijf in België.

Art. 3.§ 1. In het kader van het onderzoek van de aanvraag, wordt de Federale Pensioendienst gemachtigd om de nodige informatie uit te wisselen met de aangewezen nationale instanties die bevoegd zijn voor het vergoeden van de slachtoffers van daden van terrorisme. § 2. Wanneer de verzoeker zijn gewone verblijfplaats heeft in een andere lidstaat van de Europese Unie dan België, gebruikt de Federale Pensioendienst, voor de informatie die hij overmaakt in zijn contacten met de verzoeker en/of de instantie tot welke de informatie is gericht, de officiële taal of één van de officiële talen van de lidstaat van deze instantie, die een taal van de instellingen van de Unie is of een andere taal van de instellingen van de Unie waarvan die lidstaat aangegeven heeft dat hij deze kan aanvaarden.

In afwijking van voormeld lid, blijven de beslissingen van de Federale Pensioendienst en de in België opgestelde processen-verbaal van verhoor geregeld door de gecoördineerde wetten op het gebruik van talen in bestuurszaken van 18 juli 1966.

Voor de informatie die wordt ontvangen door de Federale Pensioendienst worden enkel de officiële talen van België en het Engels aanvaard, met uitzondering van de processen-verbaal van verhoor opgesteld in het land van verblijf die geregeld blijven door de taalwetgeving van dat land. § 3. Wanneer de verzoeker zijn gewone verblijfplaats heeft buiten de Europese Unie, gebruikt de Federale Pensioendienst hetzij één van de officiële talen van België, hetzij het Engels voor wat betreft de informatie die wordt overgemaakt.

In afwijking van voormeld lid, blijven de beslissingen van de Federale Pensioendienst en de in België opgestelde processen-verbaal van verhoor geregeld door de gecoördineerde wetten op het gebruik van talen in bestuurszaken van 18 juli 1966.

De verzoeker maakt alle informatie aan de Federale Pensioendienst eveneens over in één van de in het eerste lid vermelde talen.

Art. 4.§ 1. Voor de toepassing van dit besluit kan de Federale Pensioendienst een beroep doen op vertalers en beëdigde tolken. § 2. De op grond van dit besluit verleende diensten kunnen geen aanleiding geven tot enige aanvraag tot terugbetaling van heffingen of kosten door de verzoeker of de beslissende overheid. § 3. Aanvraagformulieren en andere stukken hoeven niet te worden gewaarmerkt of op enige andere wijze voor echt te worden verklaard.

Art. 5.De Minister van Pensioenen kent het statuut van nationale solidariteit en het herstelpensioen toe aan de in artikel 1 bedoelde personen.

Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 22 maart 2016.

Art. 7.De minister bevoegd voor Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 juni 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Pensioenen, D. BACQUELAINE