Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 juni 2004
gepubliceerd op 09 augustus 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, betreffende de baremaharmonisering in de sector integratiecentra en maatschappelijk opbouwwerk

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004201927
pub.
09/08/2004
prom.
23/06/2004
ELI
eli/besluit/2004/06/23/2004201927/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 JUNI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, betreffende de baremaharmonisering in de sector integratiecentra en maatschappelijk opbouwwerk (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, betreffende de baremaharmonisering in de sector integratiecentra en maatschappelijk opbouwwerk.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 juni 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de socio-culturele sector Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2003 Baremaharmonisering in de sector integratiecentra en maatschappelijk opbouwwerk (Overeenkomst geregistreerd op 13 januari 2004 onder het nummer 69281/CO/329)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de socio-culturele sector in de sector door de Vlaamse overheid erkende en gesubsidieerde integratiecentra en door de Vlaamse overheid erkende en gesubsidieerde instituten en instellingen van het maatschappelijk opbouwwerk.

Onder "werknemers" worden zowel de vrouwelijke als mannelijke arbeiders en bedienden verstaan.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst beoogt de eerste fase van de baremaharmonisering van de lonen voor de werkgevers en werknemers zoals bepaald in artikel 1 van onderhavige overeenkomst en dit ter uitvoering van het "Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social-profitsector" van 29 maart 2000.

Art. 3.De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst stellen de algemene regels vast die van toepassing zijn op al de werknemers, en beogen slechts minimumlonen te bepalen terwijl aan de partijen de vrijheid wordt gelaten gunstiger voorwaarden overeen te komen.

Art. 4.De baremaharmonisering - laatste fase vindt plaats volgens onderstaand schema.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (1) Geldt in deze collectieve arbeidsovereenkomst slechts voor het opbouwwerk;voor de integratiecentra is dit barema al opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2002. * Geldt slechts voor de functies waarvoor de werkgever, al dan niet volgens de vereisten van de subsidiërende overheid, een diploma eist van licentiaat, master, doctor of van het hoger onderwijs lange type, of gelijkwaardigheid door nascholing, stages en/of ervaring. ** De werkgever kan het volgen van een bijscholingscursus, al dan niet door de sector georganiseerd, opleggen. *** Bij overkomst vanuit een andere organisatie waarbij de opgedane ervaring als relevant wordt erkend, geldt dit barema slechts na afloop van de proefperiode; tijdens de proefperiode is het lagere barema van toepassing.

Art. 5.De classificatie en de weddeschalen zoals vermeld in artikel 4 worden op de vermelde data van toepassing voor het personeel dat op 1 juli 2003 onder de decretale regeling viel voor de sector, en voor het personeel dat onder het geregulariseerde "DAC-statuut" valt.

Art. 6.De classificatie en de weddeschalen zoals vermeld in artikel 4 worden uiterlijk op 1 januari 2005 van toepassing voor alle werknemers. De volledige baremastructuur zoals die vanaf dat tijdstip geldt voor alle werknemers, is opgenomen als bijlage 1 bij deze overeenkomst.

In het opbouwwerk wordt voor het barema B1b de verruiming naar alle werknemers met de betreffende functie op hetzelfde tijdstip, dus op 1 juli 2003, van toepassing.

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2003. Zij is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij wordt uitgevoerd op voorwaarde van een effectieve terbeschikkingstelling van de financiële middelen voor de loonharmonisering en de DAC - regularisering waarin krachtens het "Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social-profitsector 2000-2005" is voorzien, en dit zowel op sectoraal als op organisatieniveau.

Zij kan worden opgezegd door elk der partijen, met een opzeggingstermijn van zes maanden gericht bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 juni 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

Bijlage 1 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2003 gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, betreffende de baremaharmonisering in de sector integratiecentra en maatschappelijk opbouwwerk Baremastructuur Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld * geldt slechts voor de functies waarvoor de werkgever, al dan niet volgens de vereisten van de subsidiërende overheid, een diploma eist van licentiaat, master, doctor of van het hoger onderwijs lange type, of gelijkwaardigheid door nascholing, stages en/of ervaring. ** de werkgever kan het volgen van een bijscholingscursus, al dan niet door de betrokken deelsector georganiseerd, opleggen. *** bij overkomst vanuit een andere organisatie waarbij de opgedane ervaring als relevant wordt erkend, geldt dit barema slechts na afloop van de proefperiode; tijdens de proefperiode is het lagere barema van toepassing..

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 juni 2004.

De Minister van Werk F. VANDENBROUCKE

Bijlage 2 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, betreffende de baremaharmonisering in de sector integratiecentra en maatschappelijk opbouwwerk Barema's op 1 juli 2003, spilindex 111,65; basis : 1996 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 juni 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^