Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 juni 2004
gepubliceerd op 15 juli 2004

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 augustus 2002 tot regeling van de werking van het Fonds ter bestrijding van Overmatige Schuldenlast

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2004011292
pub.
15/07/2004
prom.
23/06/2004
ELI
eli/besluit/2004/06/23/2004011292/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 JUNI 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 augustus 2002 tot regeling van de werking van het Fonds ter bestrijding van Overmatige Schuldenlast


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen, inzonderheid op artikel 20, § 1, gewijzigd bij de wet van 19 april 2002, en op artikel 20, § 3, 3°, ingevoegd bij de wet van 22 december 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 augustus 2002 tot regeling van de werking van het Fonds ter bestrijding van Overmatige Schuldenlast;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 maart 2004;

Gelet op advies 37.011/1 van de Raad van State, gegeven op 13 mei 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie, van Onze Minister van Consumentenzaken en van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In het koninklijk besluit van 9 augustus 2002 tot regeling van de werking van het Fonds ter bestrijding van Overmatige Schuldenlast wordt een artikel 4bis ingevoegd, luidende : « Art. 4bis : § 1 : Een bedrag van ten hoogste 25 % van de door de kredietverleners verschuldigde bijdragen mag worden gebruikt ter betaling van de maatregelen inzake informatie en sensibiliseren, bedoeld in artikel 20, § 3, 3°, van de wet. § 2. Het Begeleidingscomité selecteert, volgens de procedure die het bepaalt, de projecten die beantwoorden aan de doelstelling beoogd door artikel 20, § 3, 3°, van de wet. Het legt die ter goedkeuring voor aan de Minister bevoegd voor Economie en aan de Minister bevoegd voor Consumentenzaken.

Het Begeleidingscomité bepaalt de beoordelingscriteria voor de projecten. Het brengt elk jaar advies uit over de uitgevoerde maatregelen inzake informatie en sensibiliseren omtrent schuldoverlast op basis van een verslag van de bestuurder van het Fonds. § 3. De bestuurder van het Fonds of zijn gemachtigde is belast met de opvolging en de controle van de opdrachten toevertrouwd aan derden.

Voor elke opdracht wordt de bestuurder van het Fonds, bedoeld bij artikel 5, bijgestaan door het Begeleidingscomité, dat hiertoe onder zijn leden een of meer personen kan aanduiden. »

Art. 2.In artikel 6 van hetzelfde besluit, wordt de inleidende zin van § 2 vervangen door de volgende zin : « Het Begeleidingscomité heeft ook als opdracht een advies uit te brengen : ».

Art. 3.Onze Minister bevoegd voor Justitie, Onze Minister bevoegd voor Economie en Onze Minister bevoegd voor Consumentenzaken, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 juni 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Economie, Mevr. F. MOERMAN De Minister van Consumentenzaken, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

^