23 JUNI 1998. - Koninklijk besluit betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren van de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen titularis kunnen zijn en houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van die instelling

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid artikel 11, § 1, vervangen door de wet van 22 juli 1993;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut inzonderheid op het artikel 3, § 1, 39° ingevoegd bij koninklijk besluit van 10 april 1995, en artikel 36, gewijzigd bij koninklijk besluit van 17 maart 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 oktober 1996 houdende wijziging van diverse verordeningsbepalingen toepasselijk op de rijksambtenaren;

Gelet op het advies van het Beheerscomité;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 4 juli 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 4 juli 1997;

Gelet op het protocol van 19 februari 1998 waarin de conclusies zijn vervat van de onderhandelingen in het raam van het Sectorcomité XI;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de hoogdringendheid;

Overwegende dat de administratieve gemene loopbanen van de niveaus 1 en 2+ op 1 juni 1997 zijn aangepast en dat zonder vewijl de hervorming van de loopbanen van de niveaus 1 en 2+ bij de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen dient te worden uitgevoerd;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De graden waarvan de ambtenaren van de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen kunnen titularis zijn worden ingedeeld over de verschillende niveaus, afdelingen en rangen overeenkomstig de bijlage die bij dit besluit is gevoegd.

Art. 2.§ 1. De graad van diensthoofd van een buitendienst kan enkel toegekend worden, voor zover er vacante betrekkingen zijn, aan de ambtenaren die titularis zijn van de graad van bestuurschef, bezoldigd in de weddeschaal 22 B en die geslaagd zijn voor een proef van beroepsbekwaamheid. § 2. De in § 1 vermelde proef wordt georganiseerd door de Vaste Wervingssecretaris in overleg met het organisme. § 3. Alleen de ambtenaren die titularis zijn van de graad van bestuurschef die ten minste 1 jaar graadanciënniteit hebben, kunnen deelnemen. De ambtenaren kunnen aan deze proef tweemaal deelnemen tijdens hun loopbaan.

Art. 3.§ 1. De ambtenaren titularis van de graad van gewestelijk secretaris (rang 25), in functie op 1 oktober 1995, worden ambtshalve benoemd tot de graad van diensthoofd van een buitendienst (rang 22). § 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren benoemd tot de graad van diensthoofd van een buitendienst (rang 22) worden de in aanmerking komende diensten gepresteerd in een graad van rang 25 geacht te zijn gepresteerd in een graad van rang 22. § 3. De geldelijke anciënniteit verworven door die ambtenaren wordt geacht te zijn verworven in de nieuwe weddeschaal.

Art. 4.§ 1. De ambtenaren die op 1 januari 1994 titularis zijn van de geschrapte graden die vermeld staan in de linkerkolom, worden ambtshalve benoemd in de graad vermeld in de rechterkolom : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De ambtenaren benoemd krachtens § 1, behouden in hun nieuwe graad de anciënniteit die zij hadden verworven in de graad waarvan zij titularis waren. § 3. Voor de berekening van de anciënniteit van de ambtenaren benoemd tot de graad van geschoold arbeider (rang 42), worden de aanvaardbare diensten gepresteerd in een graad van rang 44, 43, en 42 geacht te zijn gepresteerd in een graad van rang 42. § 4. De geldelijke anciënniteit verworven door die ambtenaren wordt geacht te zijn verworven in de nieuwe weddeschaal.

Art. 5.§ 1. De ambtenaren die op 1 juni 1994 titularis zijn van de geschrapte graden die vermeld staan in de linkerkolon, worden ambtshalve benoemd in de graad vermeld in de rechterkolon.

Eerstaanwezend inspecteur Adjunct-adviseur Adjunct-adviseur-hoofd van dienst § 2. De ambtenaren benoemd krachtens § 1, behouden in hun nieuwe graad de anciënniteit die zij hadden verworven in de graad waarvan zij titularis waren. § 3. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren benoemd tot de graad van Adjunct-adviseur (rang 10), worden de aanvaardbare diensten gepresteerd in een graad van rang 12, 11 en 10 geacht te zijn gepresteerd in een graad van rang 10. § 4. De geldelijke anciënniteit verworven door die ambtenaren wordt geacht te zijn verworven in de nieuwe weddeschaal.

Art. 6.§ 1. De ambtenaren die, op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, titularis zijn van de in de linkerkolom vermelde graden bij de Juridische dienst, worden ambtshalve benoemd in de graad vermeld in de rechterkolom.

Adjunct-adviseur Juridisch adjunct-adviseur (Vlakke loopbaan in uitdoving) Adviseur Juridisch adviseur (Vlakke loopbaan in uitdoving) § 2. De ambtenaren benoemd krachtens § 1, behouden in hun nieuwe graad de anciënniteit die zij hadden verworven in de graad waarvan zij titularis waren. § 3. De geldelijke anciënniteit verworven door die ambtenaren wordt geacht te zijn verworven in de nieuwe weddeschaal.

Art. 7.§ 1. De graad van juridisch adviseur (vlakke loopbaan in uitdoving) kan enkel toegekend worden bij wege van bevordering door verhoging in graad.

Alleen de ambtenaren die titularis zijn van de graad van juridisch adjunct-adviseur (vlakke loopbaan in uitdoving) kunnen bevorderd worden tot de graad van juridisch adviseur (vlakke loopbaan in uitdoving). Deze bevordering wordt toegekend volgens de regels van de vlakke loopbaan.

In afwijking van artikel 65, § 1, van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel kunnen zij bevorderd worden wanneer zij achttien jaar anciënniteit hebben in de graad van juridisch adjunct-adviseur (vlakke loopbaan in uitdoving). § 2. De graad van juridisch adjunct-adviseur (vlakke loopbaan in uitdoving) kan niet worden toegekend noch door werving, noch door verandering van graad, noch door overgang naar het hogere niveau.

Art. 8.Worden opgeheven : 1° Het koninklijk besluit van 30 augustus 1996 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren van de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen titularis kunnen zijn en houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van die instelling;2° Het koninklijk besluit van 30 augustus 1996 houdende oprichting van de graad van diensthoofd van een buitendienst bij de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen Art.9. Dit besluit treedt in werking op dezelfde datum als het koninklijk besluit van 23 juni 1998 houdende vaststelling van de personeelsformatie van de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen.

Art. 10.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 juni 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET

Bijlage 1 Rangschikking in alfabetische volgorde van de Nederlandstalige benamingen ADMINISTRATIEF PERSONEEL Niveau 1 Rang 16 : Leidend Ambtenaar Rang 15 : Adjunct Leidend Ambtenaar Rang 13 : Juridisch adviseur (Vlakke loopbaan in uitdoving) Niveau 2 Rang 22 : Diensthoofd van een buitendienst AFGESCHAFTE GRAAD Rang 10 : Juridisch adjunct-adviseur (Vlakke loopbaan in uitdoving) GESCHRAPTE GRADEN Niveau 1 Rang 12 : Adjunct-adviseur - Hoofd van dienst Rang 11 : Eerstaanwezend inspecteur Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 juni 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET