gepubliceerd op 01 april 2005
Koninklijk besluit tot instelling van de Medaille van Verdienste ten gunste van de personeelsleden van defensie en van vreemde legers
23 FEBRUARI 2005. - Koninklijk besluit tot instelling van de Medaille van Verdienste ten gunste van de personeelsleden van defensie en van vreemde legers
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 114 van de Grondwet;
Gelet op het ministerieel besluit van 18 april 1988 houdende creatie van de Medaille van Militaire Verdienste ten gunste van de militairen in actieve dienst van de land-, lucht-, en de zeemacht en van de medische dienst;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 september 2003;
Gelet op het onderhandelingsprotocol van 13 februari 2004 van Sectorcomité XIV;
Gelet op het protocol van het Onderhandelingscomité van het militair personeel van de Krijgsmacht, afgesloten op 9 maart 2004;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 31 maart 2004;
Gelet op het advies nr. 37.191/4 van de Raad van State, gegeven op 12 oktober 2004;
Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Er wordt een medaille gecreëerd, onder de benaming "Medaille van Verdienste" ten gunste van het personeel van Defensie, met als doel : 1° het belonen van de personeelsleden die zich onderscheiden hebben door hun voorbeeldig gedrag en wijze van dienen;2° het erkennen van occasionele prestaties die een uitzonderlijk karakter hebben. Deze medaille wordt na de bestaande eervolle onderscheidingen gerangschikt.
Art. 2.De Medaille van Verdienste kan eveneens toegekend worden aan de burgerlijke en de militaire leden van een vreemd leger die uitzonderlijk goed hebben samengewerkt en steun hebben verleend ten voordele van Defensie.
Art. 3.De Medaille van Verdienste, waarvan het model geïllustreerd wordt in bijlage bij dit besluit, heeft een doorsnede van 35 mm, is bronskleurig en bevat langs de voorkant een schild waarin een Belgische leeuw wordt afgebeeld. Op de achterkant kan de naam van de houder worden gegraveerd.
De Medaille van Verdienste wordt door een ring bevestigd aan een 37 mm breed azuurblauw moiré lint voorzien van vier witte vertikale strepen.
Art. 4.De rechthebbenden bedoeld in de artikelen 1 en 2 moeten zich als militair in werkelijke dienst of als burger in dienstactiviteit bevinden op het ogenblik van de feiten.
Art. 5.De Medaille van Verdienste wordt toegekend door de Koning op voordracht van de chef van de divisie evaluatie en coördinatie van de algemene directie human resources.
Aan de toekenning van de Medaille van Verdienste wordt het verlenen van een brevet verbonden.
Geen enkel geldelijk voordeel wordt toegekend aan de houder van de Medaille van Verdienste.
Art. 6.De Medaille van Verdienste mag gedragen worden volgens de bepalingen geldig voor de eervolle onderscheidingen.
Art. 7.Bij het onderzoek van de kandidatuur van het personeelslid voor het toekennen van de Medaille van Verdienste overeenkomstig artikel 1, eerste lid, 1°, zullen volgende criteria in aanmerking worden genomen : 1° productiviteit : een rendement bezitten boven het gemiddelde;2° kwaliteit van het werk : streven naar volmaaktheid, waardevol werk leveren;3° initiatief : iets concreets gerealiseerd hebben in het belang van het personeel van Defensie;4° tucht : geen straffen, statutaire maatregelen of disciplinaire straffen opgelopen hebben tenzij deze werden uitgewist met toepassing van de geldende statutaire bepalingen;5° morele waarde : van onberispelijk gedrag zijn en geen enkele veroordeling hebben opgelopen;6° sociale zin : het in acht nemen van de menselijke en sociale problemen bij het uitoefenen van de functie.
Art. 8.Bij het onderzoek van de kandidatuur van een personeelslid van een vreemd leger voor het toekennen van de Medaille van Verdienste, zal er rekening worden gehouden met de elementen vervat in een dossier dat in extenso het curriculum vitae van betrokkene bevat en een niet limitatieve opsomming van de elementen die geleid hebben tot het voorstellen van betrokkene voor de Medaille van Verdienste.
Art. 9.Kunnen geen aanspraak meer maken op de Medaille van Verdienste, de personeelsleden van Defensie die, voor dezelfde daden, reeds één of meerdere van de hierna vermelde eretekens bekomen hebben : 1° de Medaille van Militaire Verdienste;2° het militair ereteken voor buitengewone dienst of voor een daad van moed of toewijding;3° de medaille van het Carnegie Hero Found;4° het burgerlijk ereteken.
Art. 10.Kunnen geen aanspraak meer maken op de Medaille van Verdienste, de burgerlijke en militaire personeelsleden van een vreemd leger die, voor dezelfde feiten, reeds één of meerdere van de hierna vermelde eretekens bekomen hebben : 1° de medaille van het Carnegie Hero Found;2° het burgerlijk ereteken.
Art. 11.De Koning kan de definitieve ontzetting uitspreken van het recht de Medaille van Verdienste te dragen ten aanzien van de personeelsleden bedoeld in artikel 1 : 1° die een zware straf of herhaalde lichte straffen hebben opgelopen;2° waarvan het gedrag de reputatie van de krijgsmacht kan aantasten of strijdig wordt geacht met de waardigheid van hun ambt en aanleiding heeft gegeven tot het nemen van een statutaire maatregel. Alvorens de maatregel bedoeld in het eerste lid wordt uitgesproken, wordt het betrokken personeelslid hierover geïnformeerd en beschikt het over een termijn van dertig dagen om schriftelijk zijn opmerkingen te laten gelden bij de directeur-generaal human resources.
Art. 12.Het ministerieel besluit van 18 april 1988 houdende de creatie van de Medaille van Militaire Verdienste ten gunste van de militairen in actieve dienst van de land-, lucht- en de zeemacht en van de medische dienst wordt opgeheven.
De procedures tot toekenning van de Medaille van Militaire Verdienste begonnen voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit worden echter afgehandeld volgens de regels van het in het eerste lid vermelde besluit. De medaille die wordt toegekend is nochtans de Medaille van Verdienste en deze wordt toegekend door de Koning.
Art. 13.Bij overgangsmaatregel behouden de titularissen van de Medaille van Militaire Verdienste het recht de Medaille van Militaire Verdienste te dragen. Voor de toepassing van de artikelen 6 en 11 van dit besluit, wordt de Medaille van Militaire Verdienste evenwel gelijkgesteld met de Medaille van Verdienste.
Art. 14.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel 23 februari 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT
Bijlage bij het koninklijk besluit van 23 februari 2005 tot instelling van de Medaille van Verdienste ten gunste van de personeelsleden van Defensie en van vreemde legers Medaille van Verdienste Lint en voorkant Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Achterkant Gravure met de naam van de houder Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 23 februari 2005 tot instelling van de Medaille van Verdienste ten gunste van de personeelsleden van Defensie en van vreemde legers.
Gegeven te Brussel 23 februari 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT