Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 december 2003
gepubliceerd op 26 januari 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken, tot vaststelling van het bedrag, de toekenningsvoorwaarden en de uitkeringsmodaliteiten van de eindejaarspremie ten laste van het « Waarborg- en Sociaal Fonds voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken »

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003202251
pub.
26/01/2004
prom.
23/12/2003
ELI
eli/besluit/2003/12/23/2003202251/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 DECEMBER 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken, tot vaststelling van het bedrag, de toekenningsvoorwaarden en de uitkeringsmodaliteiten van de eindejaarspremie ten laste van het « Waarborg- en Sociaal Fonds voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken » (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 mei 1976, gesloten in het Paritair Comité voor de technische land- en tuinbouwwerken, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 4 oktober 1976, inzonderheid op artikel 13;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken, tot vaststelling van het bedrag, de toekenningsvoorwaarden en de uitkeringsmodaliteiten van de eindejaarspremie ten laste van het « Waarborg- en Sociaal Fonds voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken ».

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 december 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Koninklijk besluit van 4 oktober 1976, Belgisch Staatsblad van 30 oktober 1976.

Bijlage Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september 2002 Vaststelling van het bedrag, de toekenningsvoorwaarden en de uitkeringsmodaliteiten van de eindejaarspremie ten laste van het « Waarborg- en Sociaal Fonds voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken » (Overeenkomst geregistreerd op 3 januari 2003 onder het nummer 64910/CO/132)

Artikel 1.Bij toepassing van artikel 13 van de statuten vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 mei 1976, gesloten in het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 4 oktober 1976, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 30 oktober 1976, wordt, ten laste van het fonds, een eindejaarspremie toegekend.

Art. 2.Aan alle werklieden en werksters die tijdens het refertejaar minstens 25 dagen in de sector gewerkt hebben wordt een eindejaarspremie toegekend.

Art. 3.Vanaf het jaar 2002 is de eindejaarspremie gelijk aan 8,33 pct. van het brutoloon verdiend voor de in de sector tijdens het refertejaar gewerkte of gelijkgestelde dagen, met een maximum van 1.211,704 EUR. Onder « gelijkgestelde dagen » wordt verstaan : de dagen van arbeidsonderbreking zoals bepaald in artikel 16 van het koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers van 30 maart 1967 (Belgisch Staatsblad van 6 april 1967).

Dit bedrag wordt toegekend aan de werklieden die in dienst zijn tussen 1 januari en 5 december van het lopende jaar.

Art. 4.De kaart van rechthebbende op de eindejaarspremie, door het sociaal fonds begin december aan de werkgevers toegestuurd, dient door deze laatsten voor 15 januari aan de rechthebbenden te worden overgemaakt.

Art. 5.De werklieden die in de loop van het jaar worden gepensioneerd of met brugpensioen gaan hebben eveneens recht op de eindejaarspremie onder dezelfde voorwaarden als voorzien in het artikel 2.

De rechthebbenden van werklieden die in de loop van het jaar zijn overleden, genieten de premie toekomende aan de overledene, in dezelfde voorwaarden en op gelijke wijze berekend als deze welke gelden voor de gepensioneerden.

Art. 6.Bij gewoon ontslag door de werkgever in de loop van het jaar, heeft de werkman recht op de eindejaarspremie volgens de modaliteiten voorzien in het artikel 2.

Art. 7.De collectieve arbeidsovereenkomst van 8 januari 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken, tot vaststelling van het bedrag, de toekenningsvoorwaarden en de uitkeringsmodaliteiten van de aanvullende sociale voordelen ten laste van het « Waarborg- en Sociaal Fonds voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken » wordt ingetrokken.

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan worden opgezegd door een van de contracterende partijen mits een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 december 2003.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^