Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 augustus 2015
gepubliceerd op 05 oktober 2015

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf de leeftijd van 60 jaar (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2015203556
pub.
05/10/2015
prom.
23/08/2015
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 AUGUSTUS 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) vanaf de leeftijd van 60 jaar (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) vanaf de leeftijd van 60 jaar.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Genève, 23 augustus 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2014 Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) vanaf de leeftijd van 60 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 5 februari 2015 onder het nummer 125169/CO/319.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle werkgevers en op alle werknemers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap (319.01).

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.

Art. 2.Behoudens voor de in onderhavige afwijkende bedingen, wordt deze collectieve arbeidsovereenkomst gebonden aan de regels vervat in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975, en van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het Generatiepact. HOOFDSTUK II. - Invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag

Art. 3.Het in onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag wordt voorzien voor de werknemers die : 1. de leeftijd van 60 jaar of meer bereikt of zullen bereiken op het ogenblik van de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst en uiterlijk op 31 december 2017;2. voldoen aan de ter zake geldende loopbaanvoorwaarden : - 40 jaar voor mannen; - voor vrouwen is volgende afwijking van toepassing : 31 jaar in 2015, 32 jaar in 2016 en 33 jaar in 2017.

Art. 4.De bovenvermelde werknemers hebben recht op een aanvullende vergoeding ten laste van hun werkgever(s), voor zover zij aan de voorwaarden voldoen bepaald bij de artikelen 5 tot 7 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK III. - Toepassingsmodaliteiten

Art. 5.Voor de algemene toepassingsmodaliteiten wordt verwezen naar de bepalingen vervat in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, inzonderheid met betrekking tot de algemene toekenningsvoorwaarden, de bepalingen van het bedrag, de berekening en de aanpassing van de aanvullende vergoeding, het cumulatieverbod met andere voordelen, de te volgen ontslagprocedure en de duur van de opzeggingstermijn.

Art. 6.Komen in aanmerking voor het verkrijgen van stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, de werknemers die aan volgende voorwaarden voldoen : 1. verbonden zijn krachtens een arbeidsovereenkomst;2. niet ontslagen zijn om dringende redenen;3. ten laatste de dag waarop de opzeggingstermijn effectief verstrijkt, de leeftijdsvoorwaarde voorzien in artikel 3 vervullen.De opzeggingstermijn mag een einde nemen buiten de geldigheidsduur van de collectieve arbeidsovereenkomst, voor zover aan de leeftijdsvoorwaarde wordt voldaan tijdens deze geldigheidsduur; 4. op het ogenblik van de toepassing van het stelsel werkloosheidsuitkeringen ontvangen, behoudens in geval de wet het anders voorziet. Het zal de werkgever toegelaten zijn op elk ogenblik het bewijs op te vragen van de vervulling van deze voorwaarde.

Art. 7.De aanvullende vergoeding is de tussenkomst ten laste van de werkgever bepaald bij voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17. Ze bedraagt de helft van het verschil tussen het netto-referteloon en de normale werkloosheidsuitkeringen. Het maandloon dat als netto-referteloon dient, is gelijk aan het jaarloon van de werknemer gedeeld door twaalf, evenwel begrensd overeenkomstig artikel 6 van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17.

Onder "jaarloon" dient te worden verstaan : elk loon, iedere toeslag of premie gedurende de laatste twaalf maanden, te rekenen vanaf de laatste maand van de tewerkstelling, aan de betrokken werknemer uitbetaald en waarvoor bijdragen aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid werden betaald.

Indien de betrokken werknemer wegens schorsing van de arbeidsovereenkomst tijdens de laatste twaalf maanden, te rekenen vanaf de laatste maand van de tewerkstelling, geen volledige bezoldiging heeft ontvangen, zullen de tijdens die periode uitgekeerde lonen zoals hiervoor bedoeld als berekeningsbasis dienen voor de omzetting naar een volledig jaarloon.

In geval van overgang naar een brugpensioenstelsel vanuit deeltijdse loopbaanonderbreking, tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, zal de aanvullende vergoeding voor het brugpensioen berekend worden op basis van het referteloon dat overeenstemt met het arbeidsregime voorafgaand aan de vermindering van de arbeidsprestaties.

Art. 8.Op de aanvullende vergoeding worden desgevallend de wettelijke inhoudingen ten laste van de werknemers verricht.

Art. 9.De werkgever verbindt er zich toe de betrokken werknemer te vervangen.

De werknemers die de werkloze met bedrijfstoeslag vervangen, worden in dienst genomen met een contract van onbepaalde duur. De vervangingen zullen gemeld worden aan de ondernemingsraad, of bij ontstentenis ervan, aan de syndicale afvaardiging.

Art. 10.Het recht op het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag gaat in elk geval verloren bij het overlijden van de betrokkene.

Art. 11.Voor alles wat niet uitdrukkelijk in deze collectieve arbeidsovereenkomst is voorzien gelden de wettelijke en reglementaire bepalingen. HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur

Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2015 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2017.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 augustus 2015.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^