22 SEPTEMBER 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1987 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1987, gesloten in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten, inzonderheid op artikel 4 van de statuten;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het glasbedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1987 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 september 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Koninklijk besluit van 5 augustus 1987, Belgisch Staatsblad van 21 augustus 1987.

Bijlage Paritair Comité voor het glasbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 1997 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1987 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten (Overeenkomst geregistreerd op 19 september 1997 onder het nummer 45222/CO/115)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het glasbedrijf.

Art. 2.Artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1987 gesloten in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten, wordt door de volgende bepalingen gewijzigd : «

Art. 4.Behalve anders vermeld, worden de bijdragen die de werkgevers moeten betalen berekend op de brutolonen van de werklieden en werksters bedoeld in artikel 2 die in België tewerkgesteld zijn.

Het brutoloon wordt bepaald overeenkomstig de bepalingen die van kracht zijn voor het opstellen van de aangifteformulieren bestemd voor de Rijksdienst voor sociale zekerheid.

De bedragen van de bijdragen worden bepaald door het Paritair Comité voor het glasbedrijf. Zij worden afzonderlijk geïnd. § 1. Bijdragen voor sociale voordelen ten gunste van de werklieden en werksters van de glasindustrie.

Vanaf 1 januari 1997 wordt een bijdrage van 0,45 pct. voor onbepaalde tijd, geïnd. § 2. Bijdragen voor beroepsopleiding.

Het bedrag van deze bijdragen wordt, voor de periode 1 januari 1997 tot 31 december 1998, vastgesteld op 0,20 pct. waarvan : - 0,10 pct. worden besteed om de tewerkstelling en de vorming van risicogroepen te bevorderen zoals bepaald in artikel 6, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de het glasbedrijf, betreffende de werkgelegenheidsakkoorden, de risico-groepen en het conventioneel brugpensioen in 1997 en 1998. - 0,10 pct. worden besteed aan de opleiding van werklieden en werksters van de glasindustrie tijdens de arbeidsuren, overeenkomstig artikel 6 van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997.

De bijdragen bedoeld in § 2 zullen als volgt door de Rijksdienst voor sociale zekerheid geïnd worden : - van het 1e tot het 3e kwartaal 1997 : geen; - het 4e kwartaal 1997 : 0,80 pct. (zijnde de gecumuleerde bijdragen voor de vier kwartalen 1997); - van het 1e tot het 4e kwartaal 1998 : 0,20 pct. » .

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 september 1998.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET