Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 mei 2017
gepubliceerd op 01 augustus 2017

Koninklijk besluit tot bepaling van de contactgegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 17°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, evenals van de modaliteiten van de mededeling en de registratie ervan en tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 april 1984 betreffende de toegang door sommige openbare overheden tot het Rijksregister van de natuurlijke personen, alsmede betreffende het bijhouden en de controle van de informaties

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2017020359
pub.
01/08/2017
prom.
22/05/2017
ELI
eli/besluit/2017/05/22/2017020359/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 MEI 2017. - Koninklijk besluit tot bepaling van de contactgegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 17°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, evenals van de modaliteiten van de mededeling en de registratie ervan en tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 april 1984 betreffende de toegang door sommige openbare overheden tot het Rijksregister van de natuurlijke personen, alsmede betreffende het bijhouden en de controle van de informaties


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Dit ontwerp van besluit beoogt de toepassing van artikel 3, eerste lid, 17°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, zoals gewijzigd door de wet van 9 november 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/11/2015 pub. 30/11/2015 numac 2015000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken sluiten houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken : « 17° in voorkomend geval de contactgegevens van de burgers, die enkel op vrijwillige basis worden meegedeeld, zoals bepaald door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad; de Koning bepaalt eveneens de nadere regels van de mededeling van deze gegevens aan de diensten van het Rijksregister van de natuurlijke personen en de nadere regels van de wijziging van deze gegevens door de burger ».

De memorie van toelichting van de voormelde wet bepaalt immers dat de centrale registratie van de contactgegevens gevraagd wordt door een aantal instanties, namelijk overheidsdiensten zoals het departement Financiën, de hulpdiensten of de diensten van de civiele bescherming.

De centrale registratie van die contactgegevens en de mededeling ervan strekken er tevens toe de elektronische informatieuitwisseling met de burgers tot stand te brengen en te bevorderen.

Dit ontwerp bepaalt dat de volgende contactgegevens op vrijwillige basis geregistreerd zullen kunnen worden : - een vast telefoonnummer; - een gsm-nummer; - een faxnummer; - een e-mailadres.

Het ontwerp van besluit bepaalt eveneens dat de burger zijn contactgegevens (of sommige ervan) kan registreren, wijzigen of zelfs schrappen : - hetzij via een door de diensten van het Rijksregister online gezette toepassing; in dit geval zal het gaan om de toepassing « Mijndossier », - hetzij via een gemeentelijk elektronisch loket of een daartoe door de gemeente gecreëerde toepassing (deze mogelijkheid wordt in alle discretie overgelaten aan de gemeente); er moet opgemerkt worden dat een aantal gemeenten het initiatief al genomen heeft, op lokale schaal, om de contactgegevens van de burgers die op het gemeentelijke grondgebied verblijven, te registreren, - hetzij door naar zijn gemeentebestuur te gaan.

Enkel de burgers die de leeftijd van 18 jaar of meer bereikt hebben en die ingeschreven zijn of vermeld worden in het Rijksregister van de natuurlijke personen, kunnen hun contactgegevens meedelen. Bovendien moet de burger beschikken over rechtsbekwaamheid om deze mededeling te kunnen doen.

Het Sectoraal Comité van het Rijksregister zal de machtiging moeten verlenen om toegang te krijgen tot dit nieuwe wettelijke informatiegegeven.

Aangezien de burger zijn gegevens rechtstreeks zal kunnen invoeren in het Rijksregister van de natuurlijke personen, moet eveneens het koninklijk besluit van 3 april 1984 « betreffende de toegang door sommige openbare overheden tot het Rijksregister van de natuurlijke personen, alsmede betreffende het bijhouden en de controle van de informaties » gewijzigd worden. Dit besluit legt immers vast wie, naast de beherende gemeenten, gegevens in het Rijksregister mag invoeren. Dit besluit moet dientengevolge gewijzigd worden.

Teneinde bovendien tegemoet te komen aan een bezorgdheid die geformuleerd werd tijdens de voorbereidende werkzaamheden voor de goedkeuring van de voormelde wet van 9 november 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/11/2015 pub. 30/11/2015 numac 2015000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken sluiten, bepaalt het ontwerp van besluit dat, wanneer het gemeentebestuur of de diensten van het Rijksregister van oordeel zijn dat de meegedeelde contactgegevens elementen bevatten die in strijd zijn met het goed gedrag en de zeden of met de openbare orde, aanzetten tot haat of compleet onzinnig zijn, zij de desbetreffende contactgegevens mogen schrappen. De titularis zal daarvan vooraf op de hoogte gebracht worden, opdat hij/zij zijn/haar eventuele verantwoordingen zou kunnen uitleggen aan de overheid vooraleer de beslissing genomen wordt.

Op 11 januari 2017 heeft de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer het advies nr. 04/2017 uitgebracht over dit ontwerp van koninklijk besluit.

De Commissie heeft in dit advies een aantal opmerkingen geformuleerd.

Ten eerste beveelt de Commissie aan om de burgers, wanneer zij beslissen hun contactgegevens mee te delen, eraan te herinneren dat die gegevens meegedeeld zullen mogen worden aan de gemachtigde instanties.

De Commissie herhaalt eveneens het principe dat enkel de personen die over rechtsbekwaamheid beschikken en rechtsgeldig kunnen toestemmen, hun contactgegevens mogen meedelen.

Er zullen gepaste technische maatregelen genomen worden om tegemoet te komen aan die twee opmerkingen, namelijk, wat de mededeling van de gegevens aan de gemachtigde instanties betreft, het laten verschijnen van een informatief bericht op de welkomstpagina wanneer een burger zijn contactgegevens gaat invoeren, en, wat de rechtsbekwaamheid betreft, een automatische controle van de informatiegegevens betreffende de leeftijd en/of betreffende een beslissing i.v.m. de regeling van de onbekwaamheid.

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer herinnert daarnaast aan het eventuele weinig betrouwbare karakter van de in het Rijksregister geregistreerde contactgegevens; de burger kan mettertijd misschien immers vergeten om zijn gegevens bij te werken.

Het is niet de bedoeling de relevantie van deze opmerking in vraag te stellen, maar er moet evenwel herhaald worden dat dit ontwerp van koninklijk besluit zich ertoe beperkt een wettelijke bepaling toe te passen. De wil van de wetgever zou in het kader van dit besluit geenszins aan de kaak gesteld mogen worden.

Bovendien moedigt de Commissie de veralgemening van de e-box aan, namelijk het elektronisch mailadres dat elke burger kan activeren in het kader van de sociale zekerheid en waarlangs elke burger op gecentraliseerde en beveiligde wijze officiële documenten van de verschillende besturen van de sociale zekerheid kan ontvangen.

Een dergelijk initiatief moet inderdaad met de grootste aandacht onderzocht worden. Dat aspect maakt echter geen voorwerp uit van dit besluit, dat er, zoals hierboven vermeld, enkel toe strekt artikel 3, eerste lid, 17°, van de voormelde wet van 8 augustus 1983 toe te passen.

Na deze eerder algemene en contextuele opmerkingen heeft de Commissie ook meer technische opmerkingen geformuleerd.

Zo moet volgens de Commissie in het ontworpen besluit gepreciseerd worden dat, wanneer de burger zijn contactgegevens bij de gemeente wil laten registreren, deze registratie enkel mogelijk is mits het gebruik van de identiteitskaart van de burger. Er werd rekening gehouden met deze opmerking.

Vervolgens werd in de versie van het ontwerp van koninklijk besluit die ter advies aan de Commissie voorgelegd werd, gespecificeerd dat de historiek van de wijzigingen van de contactgegevens niet zou worden bijgehouden. De Commissie herhaalt terecht dat de registratie van de opeenvolgende wijzigingen een verplichting is overeenkomstig artikel 3 van de voormelde wet van 8 augustus 1983 en dat een besluit daarvan niet mag afwijken.

Tot slot is de Commissie van mening dat de bepaling van het ontwerp van koninklijk besluit die het gemeentebestuur en de diensten van het Rijksregister de mogelijkheid biedt om zelf de meegedeelde contactgegevens te kunnen schrappen wanneer deze elementen bevatten die strijdig zijn met het goed gedrag en de zeden, met de openbare orde, aanzetten tot haat of compleet uitzinnig zijn, te vaag is en te veel ruimte laten aan de personeelsleden voor persoonlijke appreciatie.

Zoals reeds aangehaald, weerspiegelt deze bepaling evenwel een bezorgdheid van de wetgever en wordt zij derhalve behouden in dit besluit. In dit kader wordt verwezen naar de memorie van toelichting van de wet van 9 november 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/11/2015 pub. 30/11/2015 numac 2015000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken sluiten houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken (doc. Kamer van Volksvertegenwoordigers, 54-1298/001) : "Het lijkt eveneens opportuun te zijn om die contactgegevens te registreren via de toepassing "Mijndossier" wat voor effect zal hebben dat de gegevens automatisch in het bevolkingsregister van de betrokken gemeente zal worden geregistreerd. Deze toepassing vereist immers enerzijds een voorafgaande authentificatie met de elektronische identiteitskaart en anderzijds een controle en validatie door de gemeentelijke overheden. In dit kader is het echter niet de bedoeling om onzinnige of rare informatie te registreren. De Koning zal een aantal beperkingen moeten opleggen om misbruik door burgers die van deze gelegenheid gebruik zouden maken om minder burgerlijke daden te stellen, te vermijden".

De Raad van State heeft ook zijn advies uitgebracht over het ontwerp van koninklijk besluit : advies nr. 61.161/2 van 12 april 2017. Er werd rekening gehouden met de door dit Hoge College geformuleerde opmerkingen.

Dat is het doel van dit ontwerp van koninklijk besluit.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON

ADVIES 61.161/2 VAN 12 APRIL 2017 VAN DE RAAD VAN STATE, AFDELING WETGEVING, OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT `TOT BEPALING VAN DE CONTACTGEGEVENS BEDOELD IN ARTIKEL 3, EERSTE LID, 17°, VAN DE WET VAN 8 AUGUSTUS 1983 TOT REGELING VAN EEN RIJKSREGISTER VAN DE NATUURLIJKE PERSONEN, EVENALS VAN DE MODALITEITEN VAN DE MEDEDELING EN DE REGISTRATIE ERVAN EN TOT WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 3 APRIL 1984 BETREFFENDE DE TOEGANG DOOR SOMMIGE OPENBARE OVERHEDEN TOT HET RIJKSREGISTER VAN DE NATUURLIJKE PERSONEN, ALSMEDE BETREFFENDE HET BIJHOUDEN EN DE CONTROLE VAN DE INFORMATIES' Op 16 maart 2017 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vice-Eerste Minister en Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der gebouwen verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot bepaling van de contactgegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 17°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, evenals van de modaliteiten van de mededeling en de registratie ervan en tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 april 1984 betreffende de toegang door sommige openbare overheden tot het Rijksregister van de natuurlijke personen, alsmede betreffende het bijhouden en de controle van de informaties' .

Het ontwerp is door de tweede kamer onderzocht op 12 april 2017.

De kamer was samengesteld uit Pierre Liénardy, kamervoorzitter, Martine Baguet en Bernard Blero, staatsraden, Sébastien Van Drooghenbroeck en Jacques Englebert, assessoren, en Charles-Henri Van Hove, toegevoegd griffier.

Het verslag is uitgebracht door Benoît Jadot, eerste auditeur-afdelingshoofd .

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre Liénardy.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 12 april 2017 .

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

Algemene opmerking Het ontwerpbesluit strekt ertoe uitvoering te geven aan artikel 3, eerste lid, 17°, van de wet van 8 augustus 1983 `tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen'.

Bij die bepaling wordt de Koning belast met het vaststellen van de "op vrijwillige basis" meegedeelde contactgegevens van de burgers, die in het Rijksregister van de natuurlijke personen worden opgenomen en bewaard, en van "de nadere regels van de mededeling van deze gegevens aan de diensten van het Rijksregister van de natuurlijke personen en de nadere regels van de wijziging van deze gegevens door de burger".

Artikel 3, eerste lid, 17°, van de wet van 8 augustus 1983 heeft betrekking op "de contactgegevens van de burgers, die enkel op vrijwillige basis worden meegedeeld".

Zoals vermeld in het advies dat de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer over het ontwerpbesluit verstrekt heeft, impliceert dit dat het registreren van die contactgegevens door het Rijksregister van de natuurlijke personen in het licht van de wet van 8 december 1992 `tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens' enkel aanvaardbaar is indien, volgens de bewoordingen van artikel 5, eerste lid, a), van die wet, "de betrokkene daarvoor zijn ondubbelzinnige toestemming heeft verleend." In het advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer wordt daaromtrent inzonderheid het volgende opgemerkt: "De toestemming bedoeld in artikel 5, eerste lid, a), WVP is een geïnformeerde toestemming. Mits machtiging zullen de contactgegevens opgenomen in artikel 3, eerste lid, 17°, WRR toegankelijk zijn voor en gebruikt kunnen worden door een hele reeks instanties. Dit is iets waarvan de doorsnee burger niet op de hoogte is. Opdat inzake dus sprake zou kunnen zijn van een geïnformeerde toestemming moet de procedure van verstrekking van de contactgegevens zo worden georganiseerd dat aan de burger, die de intentie kenbaar maakt om zijn contactgegevens mee te delen voor opname in het Rijksregister, eerst duidelijk wordt uitgelegd wat de gevolgen van die mededeling zijn en vervolgens moet hem dan worden gevraagd of hij nog verder wenst te gaan." Het ontwerp moet worden aangevuld met bepalingen die waarborgen dat de toestemming van de burgers om de in het ontwerp bedoelde gegevens te verwerken, ondubbelzinnig is.

Bijzondere opmerkingen Aanhef De aanhef moet worden aangevuld met een lid waarin verwezen wordt naar de impactanalyse die met betrekking tot het ontwerpbesluit uitgevoerd is overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten `houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging'.

Dispositief Artikel 1 In het tweede lid wordt bepaald dat men ten minste 18 jaar oud moet zijn om zijn contactgegevens mee te delen. Daaraan moet worden toegevoegd dat die mogelijkheid voorbehouden is voor de personen die daartoe handelingsbekwaam zijn (1).

Artikel 3 1. Zoals wordt vermeld in het verslag aan de Koning, strekt de voorliggende bepaling ertoe aansluiting te vinden bij de bezorgdheid die te kennen gegeven is tijdens de parlementaire voorbereiding van de wet van 9 november 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/11/2015 pub. 30/11/2015 numac 2015000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken sluiten `houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken' waarbij artikel 3, eerste lid, 17°, ingevoegd is in de wet van 8 augustus 1983.Die bezorgdheid bestond erin te voorkomen dat in het Rijksregister van de natuurlijke personen "onzinnige of rare informatie" geregistreerd wordt en erop toe te zien dat de Koning "een aantal beperkingen [oplegt] om misbruik door burgers die van deze gelegenheid gebruik zouden maken om minder burgerlijke daden te stellen, te vermijden" (2).

Daartoe wordt in dat artikel bepaald dat het gemeentebestuur of de diensten van het Rijksregister gegevens kunnen schrappen die "elementen bevatten die in strijd zijn met het goed gedrag en zeden of met de openbare orde, aanzetten tot haat of compleet onzinnig zijn." Zodoende verleent de tekst een zeer ruime discretionaire beoordelingsbevoegdheid aan het gemeentebestuur en aan de diensten van het Rijksregister. Overeenkomstig de wet van 29 juli 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten `betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen' staat het aan die besturen om hun beslissingen ter zake afdoende te motiveren.

Doordat de ontworpen tekst in die zin is geredigeerd dat het gemeentebestuur of de diensten van het Rijksregister "vaststellen" dat de hun meegedeelde gegevens een of ander van de aangegeven kenmerken vertonen, wordt de aard van de bevoegdheid die aan die besturen verleend is, er niet correct in weergegeven en zou de tekst aldus kunnen worden begrepen dat die besturen, anders dan in de wet van 29 juli 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten, hun beslissingen niet afdoende moeten motiveren.

Om elke dubbelzinnigheid te vermijden, wordt voorgesteld het woord "vaststellen" te vervangen door het woord "van oordeel zijn". 2. Het door het gemeentebestuur of de diensten van het Rijksregister schrappen van de contactgegevens omwille van het feit dat ze "elementen bevatten die in strijd zijn met het goed gedrag en zeden of met de openbare orde, aanzetten tot haat of compleet onzinnig zijn", is een ernstige maatregel die krachtens het beginsel dat de procedure op tegenspraak verloopt in de regel vooraf aan de betrokkene moet worden voorgelegd zodat deze zijn eventuele redenen aan het bestuur kan uiteenzetten vooraleer de beslissing genomen wordt.In principe moet de "titularis" van de contactgegevens dus op de hoogte worden gebracht voordat de beslissing wordt genomen om de gegevens te schrappen, wat niet wordt gewaarborgd door in het ontworpen dispositief te bepalen dat de titularis op de hoogte wordt gebracht van de beslissing om de gegevens te schrappen.

De tekst moet worden herzien om de correcte toepassing van het beginsel dat de procedure op tegenspraak verloopt te waarborgen in het bij de ontworpen bepaling geregelde geval. (1) Zie artikel 492/1, § 1, van het Burgerlijk Wetboek. (2) Parl.St. Kamer 2014-15, nr. 1298/001, 22.

De griffier, Ch.-H. Van Hove.

De voorzitter, P. Liénardy.

22 MEI 2017. - Koninklijk besluit tot bepaling van de contactgegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 17°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, evenals van de modaliteiten van de mededeling en de registratie ervan en tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 april 1984 betreffende de toegang door sommige openbare overheden tot het Rijksregister van de natuurlijke personen, alsmede betreffende het bijhouden en de controle van de informaties FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, artikel 3, eerste lid, 17°, ingevoegd bij de wet van 9 november 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/11/2015 pub. 30/11/2015 numac 2015000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken sluiten;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1984 betreffende de toegang door sommige openbare overheden tot het Rijksregister van de natuurlijke personen, alsmede betreffende het bijhouden en de controle van de informaties;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 september 2016;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 10 november 2016;

Gelet op het advies nr. 04/2017 van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, gegeven op 11 januari 2017;

Gelet op de impactanalyse uitgevoerd op 3 oktober 2016, overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op het advies nr. 61.161/2 van de Raad van State, gegeven op 12 april 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en van Binnenlandse Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De in artikel 3, eerste lid, 17°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen bedoelde contactgegevens die, op vrijwillige basis, opgenomen kunnen worden in het Rijksregister van de natuurlijke personen, zijn de volgende : - een vast telefoonnummer; - een gsm-nummer; - een faxnummer; - een e-mailadres.

Deze gegevens kunnen meegedeeld worden door elke burger die de leeftijd van 18 jaar of meer bereikt heeft, ingeschreven is of vermeld wordt in het Rijksregister van de natuurlijke personen en over de rechtsbekwaamheid beschikt om die mededeling te doen.

Elke burger kan zijn contactgegevens, of sommige ervan, wijzigen of schrappen.

Art. 2.Elke burger kan zijn contactgegevens meedelen, wijzigen of schrappen : - hetzij met zijn elektronische identiteitskaart, door middel van een met een computer, aangesloten op Internet, verbonden leestoestel en via de Internetsite van het Rijksregister; - hetzij met zijn elektronische identiteitskaart, door middel van een met een computer, aangesloten op Internet, verbonden leestoestel en via de Internetsite van zijn gemeente, indien daar een dergelijke toepassing ontwikkeld is; - hetzij bij de gemeente waarbij hij ingeschreven is in de bevolkingsregisters of in het vreemdelingenregister, met zijn elektronische identiteitskaart.

Voorafgaand aan de mededeling van zijn/haar gegevens, moet de burger, hetzij door de diensten van het Rijksregister, hetzij door de diensten van de gemeente, in voorkomend geval via een informatiebericht in de gebruikte computertoepassing, op de hoogte gebracht geweest zijn van het feit dat de contactgegevens die hij/zij wil meedelen, toegankelijk zullen zijn en gebruikt zullen kunnen worden door een hele reeks van instanties die gemachtigd zijn om daartoe toegang te hebben. Dit bericht zal met name de aandacht vestigen op het vrijwillige karakter van de mededeling van de gegevens en op het feit dat de burger zijn/haar gegevens steeds kan wijzigen of schrappen.

Art. 3.Wanneer het gemeentebestuur of de diensten van het Rijksregister van oordeel zijn dat de meegedeelde contactgegevens elementen bevatten die in strijd zijn met het goed gedrag en zeden of met de openbare orde, aanzetten tot haat of compleet onzinnig zijn, kunnen zij de desbetreffende contactgegevens schrappen. De titularis wordt daarvan vooraf op de hoogte gebracht, opdat hij/zij zijn/haar eventuele verantwoordingen zou kunnen uitleggen aan de overheid vooraleer de beslissing genomen wordt.

Art. 4.Artikel 4, § 2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 3 april 1984 betreffende de toegang door sommige openbare overheden tot het Rijksregister van de natuurlijke personen, alsmede betreffende het bijhouden en de controle van de informaties, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 januari 2007 en 5 december 2014, wordt aangevuld met het volgende punt : "7° de burger, teneinde de hem betreffende informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 17°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, in te voeren, te wijzigen of te schrappen.".

Art. 5.Onze Minister van Veiligheid en van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 mei 2017.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Veiligheid en van Binnenlandse Zaken, J. JAMBON

^