gepubliceerd op 20 juni 2014
Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité overeenkomsten kan sluiten met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 3°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de medische tenlasteneming van personen die in bestaansonzekerheid leven, en in het bijzonder de personen zonder vaste verblijfplaats
22 MEI 2014. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité overeenkomsten kan sluiten met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 3°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de medische tenlasteneming van personen die in bestaansonzekerheid leven, en in het bijzonder de personen zonder vaste verblijfplaats
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 56, § 2, eerste lid, 3°, vervangen bij de wet van 10 augustus 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/08/2001 pub. 01/09/2001 numac 2001022579 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet houdende maatregelen inzake gezondheidszorg sluiten en gewijzigd bij de wet van 7 februari 2014 houdende diverse bepalingen inzake de toegankelijkheid van de gezondheidszorg;
Gelet op het advies van de Commissie voor Begrotingscontrole, gegeven op 29 januari 2014;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 24 februari 2014;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 maart 2014;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 24 april 2014;
Gelet op advies nr. 55.891/2 van de Raad van State, gegeven op 23 april 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Overeenkomstig de voorwaarden in dit besluit, kan het Verzekeringscomité van de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering een overeenkomst sluiten met een rechtspersoon bedoeld in artikel 3, tot vaststelling van de modaliteiten overeenkomstig dewelke de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen die rechtspersoon een tegemoetkoming toekent voor de opvang en de medische tenlasteneming van personen die in bestaansonzekerheid leven, van wie de toestand geen ziekenhuisopname rechtvaardigt, maar een aangepaste tenlasteneming vereist die niet kan worden gegarandeerd als zij geen verblijfplaats hebben.
Art. 2.De opvang en de tenlasteneming bedoeld in artikel 1 kunnen zowel betrekking hebben op rechthebbenden op de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging als op personen die geen rechthebbenden op de verplichte verzekering zijn. De overeenkomst beoogt ook de reïntegratie van het publiek waarop het systeem van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging is gericht.
Art. 3.Een overeenkomst kan worden gesloten met een rechtspersoon van wie de hoofdactiviteit op het Belgisch grondgebied plaatsvindt en van wie de maatschappelijke doelstelling hoofdzakelijk gericht is op de urgentieopvang van een publiek dat in bestaansonzekerheid leeft.
Art. 4.De toepassingssfeer van de overeenkomst is strikt beperkt tot de opvang en de tenlasteneming in twee types van structuren : enerzijds, in structuren die bedden aanbieden die bestemd zijn voor de tijdelijke opvang van personen die in bestaansonzekerheid leven en van wie de toestand geen ziekenhuisopname rechtvaardigt, maar een aangepaste tenlasteneming vereist, hierna "Bedden voor Zorgopvang" (bedden voor globale opvang) genoemd en, anderzijds, in structuren die bedden aanbieden die bestemd zijn voor de opvang op langere of minder lange termijn van daklozen met chronische aandoeningen, met een min of meer sombere prognose en die, gelet op hun neuropsychische mogelijkheden, in de nabije toekomst niet of niet meer voor zichzelf kunnen zorgen, hierna "Bedden Voor Gemedicaliseerde Opvang" genoemd.
De duur van de tenlasteneming in de "Bedden voor Zorgopvang" mag 2 maanden niet overschrijven.
Art. 5.§ 1. De tegemoetkoming bedoeld in artikel 1 bedraagt 62,97 euro per dag voor de "Bedden voor Zorgopvang" en 111,63 euro per dag voor de "Bedden Voor Gemedicaliseerde Opvang". § 2. Die tegemoetkoming dekt de volgende verstrekkingen : a) de raadplegingen van de huisartsen en de technische verstrekkingen inzake diagnose en behandeling die niet de bekwaming van geneesheer-specialist vereisen;b) de verzorging die door verpleegkundigen wordt verleend, met inbegrip van de verpleegkundige activiteiten die door zorgkundigen worden verricht volgens de modaliteiten die zijn vastgelegd in het Koninklijk besluit van 12 januari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/01/2006 pub. 03/02/2006 numac 2006022082 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de verpleegkundige activiteiten die de zorgkundigen mogen uitvoeren en de voorwaarden waaronder de zorgkundigen deze handelingen mogen stellen sluiten tot vaststelling van de verpleegkundige activiteiten die de zorgkundigen mogen uitvoeren en de voorwaarden waaronder de zorgkundigen deze handelingen mogen stellen;c) de verzorging die door kinesitherapeuten wordt verleend;d) de taken inzake reactivatie en sociale reïntegratie. De tegemoetkoming dekt niet de geneesmiddelen en het klein materiaal. § 3. De verstrekkingen die worden gedekt door de tegemoetkoming bedoeld in artikel 1 mogen niet het voorwerp vormen van een andere tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging of van een andere Belgische reglementering. De overeenkomst moet de te registreren elementen voorzien met het oog op de controle van de naleving van deze bepaling.
Art. 6.De overeenkomst moet voorzien in de oprichting van een begeleidingscomité dat het goede beheer van het project waarborgt. Dat begeleidingscomité bestaat uit vertegenwoordigers van het RIZIV, vertegenwoordigers van de verzekeringsinstellingen, van het Verzekeringscomité en vertegenwoordigers van het in aanmerking genomen project.
Art. 7.De overeenkomst moet erin voorzien dat er binnen de structuur een medische comité wordt opgericht dat de goede werking van alle activiteiten van de gemedicaliseerde structuur garandeert. Dat comité beslist over de opnames, het type van tenlasteneming en de verzorging en behandelingen die moeten worden verricht. Het beoordeelt de evolutie van de gezondheidstoestand van de patiënt en beslist over diens ontslag. In de overeenkomst worden de precieze samenstelling van dat comité en de opnamecriteria vastgelegd.
Art. 8.§ 1. De aanvragen tot het sluiten van overeenkomsten zoals bedoeld in dit besluit moeten met een ter post aangetekende brief aan de leidend ambtenaar van de Dienst voor Geneeskundige Verzorging, RIZIV, Tervurenlaan 211, 1150 Brussel, worden verstuurd binnen de twee maanden na het van kracht worden van dit besluit.
De aanvragen omvatten een volledige beschrijving van het globale project en moeten meer bepaald aantonen dat ze aan de bepalingen van dit besluit voldoen. De aanvragen moeten ook aantonen : 1° ) dat de rechtspersoon ervaring heeft in de urgentieopvang van een publiek dat in bestaansonzekerheid leeft;2° ) dat het project beoogt om 24 uur op 24 en 365 dagen per jaar een opvang en een tenlasteneming te organiseren voor het publiek bedoeld in artikel 4;3° ) dat de rechtspersoon over een structuur beschikt die bestaat uit een multidisciplinair team dat verplicht minstens één arts, één kinesitherapeut en één verpleegkundige omvat;4° ) dat de rechtspersoon de logistiek biedt die gekoppeld is aan dat type van opvangstructuur (restaurant, wasserij, opvang);5° ) er in de organisatie van een medische comité bedoeld in artikel 7 wordt voorzien.
Art. 9.De duurtijd van het project is 2 jaar. Een evaluatie zal op het einde van het tweede jaar worden georganiseerd. Het in aanmerking genomen project moet het Verzekeringscomité elk jaar een gedetailleerd verslag bezorgen van de activiteiten die in het kader van de overeenkomst zijn verricht. In de overeenkomst worden de termijnen vastgelegd waarin de verslagen moeten worden bezorgd.
In de overeenkomst worden de nadere regels bepaald voor het storten van voorschotten en voor de definitieve betaling van de tegemoetkoming op basis van de bewijsstukken.
De overeenkomst moet overlegmodaliteiten voorzien met de verantwoordelijken van de overige initiatieven voor de medische tenlasteneming van personen die in bestaansonzekerheid leven en gefinancierd worden in het kader van artikel 56 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
De overeenkomst bevat een beding waarin is bepaald dat het Verzekeringscomité kan beslissen tot het terugvorderen van bedragen die niet conform de overeenkomst zijn aangewend en een beding waarbij het Verzekeringscomité de overeenkomst ten aanzien van de partner waarmee die is gesloten, te allen tijde kan opzeggen mits inachtname van een redelijke opzegtermijn, indien blijkt dat de rechtspersoon de overeenkomst niet of slechts gedeeltelijk uitvoert.
Het maximale jaarlijkse budget bedraagt 1.300.000 EUR.
Art. 10.De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 mei 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, Mevr. L. ONKELINX