22 MEI 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de activiteiten die de Nationale Delcrederedienst voor eigen rekening zonder staatsgarantie uitvoert

VERSLAG AAN DE KONING Sire, Tegemoet komend aan de opmerking van de Raad van State wordt in een verslag aan de Koning de criteria die beantwoorden aan de verrichtingen zonder staatswaarborg, uiteengezet.

De statuten van de Nationale Delcrederedienst, die het voorwerp uitmaken van de wet van 31 augustus 1939, zijn op substantiële wijze gewijzigd door de wet van 17 juni 1991.

Artikel 3 van de wet op de Delcrederedienst voorziet namelijk dat de Dienst drie types activiteiten ontplooit : tot het eerste type behoren de activiteiten die de Dienst voor rekening van de Staat ontplooit, tot het tweede type behoren de activiteiten die de Dienst voor eigen rekening, maar met Staatsgarantie ontplooit, terwijl het derde type, dat werd toegevoegd, activiteiten omvat die de Dienst voor eigen rekening kan ontplooien zonder staatsgarantie.

De invoering van deze eigen rekening zonder staatsgarantie moet de Dienst in staat stellen op te treden in sectoren waar hij rechtstreeks de concurrentie met privé-bedrijven moet aangaan en waar hij de bepalingen uit het Verdrag van Rome inzake mededingingsrecht moet naleven.

Zo is voorzien dat de activiteiten waarvoor geen staatsgarantie geldt, in een afzonderlijke boekhouding moeten worden opgenomen en dat zij niet vrijgesteld zullen zijn van indirecte belastingen, zoals dat wel het geval is voor de twee andere types activiteiten.

De wet van 17 juni 1991 heeft evenwel niet vastgelegd welke transacties op deze rekening geboekt moeten worden. Op dat ogenblik waren de ter zake geldende criteria zich nog aan het ontwikkelen en de wetgever heeft beslist dat deze later bij koninklijk besluit moesten worden vastgelegd.

Overeenkomstig artikel 23 van de wet op de Delcrederedienst, heeft dit ontwerp van koninklijk besluit tot doel deze rekening zonder staatsgarantie in gebruik te nemen. De omschrijving van de verrichtingen die hierop betrekking hebben is in hoge mate geïnspireerd op de recente ontwikkelingen in de sector van de kredietverzekeringen en op de richting die Europa ter zake heeft ingeslagen.

Artikel 1 van het besluit stelt de criteria vast die beantwoorden aan deze verrichtingen.

De definitie bestaat uit meerdere criteria die allemaal vervuld moeten zijn : Het gaat om alle politieke en commerciële risico's die verbonden zijn met courante handelstransacties. Onder courante handelstransacties wordt verstaan, alle handelstransacties die repetitief zijn, betaalbaar met een krediet op korte termijn en waarvan de verwezenlijking geen spreiding in de tijd vergt. De courante handelstransacties hebben betrekking op consumptiegoederen in tegenstelling tot de bijzondere verrichtingen die betrekking hebben op uitrustingsgoederen, infrastructuurwerken, ingenieursdiensten en industriële projecten.

De maximale looptijd van het risico bedraagt minder dan twee jaar, inclusief productiefase, zoals dit voorzien is in de Mededelingen van de Europese Commissie.

De risico's worden verzekerd in het kader van een globale polis, die de normale vorm is voor repetitieve verzekeringsverrichtingen van courante handelstransacties die onderworpen zijn aan periodieke verklaringen. Onder globale polis wordt verstaan, elke polis die courante handelstransacties dekt en die de voorwaarden preciseert die gelden voor een geheel van risico's van dezelfde aard die door de onderschrijver worden voorgesteld om te worden verzekerd. De globalisering laat een betere compensatie toe van de risico's en het vaststellen van voordeliger premies. Het globale karakter van een polis vloeit voort uit het feit dat de onderschrijver van de polis gehouden is periodieke verklaringen te doen over nieuwe risico's die zich voordoen.

Deze verzekering is bestemd voor leveranciers van goederen en diensten, die de normale clientèle vormen van de verzekeringsondernemingen uit de privé-sector.

Door het in werking stellen van deze rekening zonder staatswaarborg, is de Delcrederedienst in staat een volledige dienst aan haar clientèle te bieden, zonder het risico te lopen te worden beschuldigd van concurrentieverstoring.

De definitie van de sector, die bewust vrij breed is gehouden en die geen geografische beperking inhoudt, anticipeert nu al op de ontwikkelingen inzake reglementering die binnen enkele jaren in de Europese Gemeenschap verwacht mogen worden.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige, en trouwe dienaren, De Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, R. DAEMS De Minister van Economie en van Wetenschappelijk Onderzoek, Ch. PICQUE

ADVIES 34.832/4 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling Wetgeving, vierde kamer, op 4 februari 2003 door de Minister van Telecommunicatie verzocht hem, binnen een termijn van ten hoogste een maand, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "tot vaststelling van de activiteiten die de Nationale Delcrederedienst voor eigen rekening zonder staatsgarantie uitvoert", heeft op 8 april 2003 het volgende advies gegeven : Onderzoek van het ontwerp Ter inachtneming van de machtiging die aan de Koning wordt verleend bij artikel 23, eerste lid, van de wet op de Nationale Delcrederedienst om de in artikel 3, 2°, van dezelfde wet bedoelde activiteiten te definiëren, zou in een verslag aan de Koning, dat moet worden bekendgemaakt samen met het besluit, uitdrukkelijk moeten worden geformuleerd wat men verstaat onder "courante handelstransacties" en "risico's (...) verzekerd in het raam van een globale polis".

Vormopmerkingen over de Nederlandse tekst Aanhef In het eerste lid schrijve men "gewijzigd bij de wet" in plaats van "gewijzigd door de wet".

In liet tweede lid schrijve men "van de Inspecteur van Financiën" in plaats van "van Inspectie van Financiën".

In het derde lid schrijve men "Gelet op de akkoordbevinding van" in plaats van "Gelet op het akkoord van".

De kamer was samengesteld uit : Mevr. M.-L. Willot-Thomas, kamervoorzitter;

De heren P. Liénardy en P. Vandernoot, staatsraden;

Mevr. C. Gigot, griffier.

Het verslag werd uitgebracht door de heer J. Regnier, eerste auditeur-afdelingshoofd. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld door de heer P. Brouwers, referendaris.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer P. Liénardy.

De griffier. De voorzitter, C. Gigot. M.-L. Willot-Thomas.

22 MEI 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de activiteiten die de Nationale Delcrederedienst voor eigen rekening zonder staatsgarantie uitvoert ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 augustus 1939 op de Nationale Delcrederedienst, gewijzigd bij de wet van 17 juni 1991, inzonderheid op de artikelen 3 en 23;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 januari 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 22 januari 2003;

Gelet op het besluit van de Ministerraad van 31 januari 2003, waarbij wordt gevraagd dat het advies van de Raad van State wordt meegedeeld binnen een termijn van ten hoogste één maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 8 april 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken, Onze Minister van Financiën, Onze Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties en Onze Minister van Economie en van Wetenschappelijk Onderzoek, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De activiteiten die bedoeld zijn in artikel 3, 2°, van de wet van 31 augustus 1939 op de Nationale Delcrederedienst, hebben betrekking op de risico's van verbreking of niet-betaling om welke reden dan ook, die gedekt zijn in het raam van courante handelstransacties die aan volgende criteria beantwoorden : 1. de maximale duur van het risico bedraagt minder dan twee jaar;2. de risico's worden verzekerd in het raam van een globale polis;3. de verzekerden zijn leveranciers van goederen of diensten, met uitzondering van banken of andere financiële instellingen.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken, Onze Minister van Financiën, Onze Minister van Telecommunicatie, Overheidsbedrijven en Participaties en Onze Minister van Economie en van Wetenschappelijk Onderzoek, en zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 mei 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, R. DAEMS De Minister van Economie en van Wetenschappelijk Onderzoek, Ch. PICQUE