gepubliceerd op 02 juli 2003
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de overuren
22 MEI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de overuren (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de overuren.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 mei 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de handel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 Overuren (Overeenkomst geregistreerd op 28 september 2001 onder het nummer 58967/CO/119)
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren. § 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld.
Art. 2.Ingeval van toepassing van de artikelen 25 en 26, § 1, punt 3, van de arbeidswet van 16 maart 1971, dit wil zeggen ingeval van buitengewone vermeerdering van werk en ingeval van onvoorziene noodzakelijkheid, mag het aantal per jaar te verrichten arbeidsuren worden overschreden ten belope van 65 uur per refertejaar van 1 april tot 31 maart, op voorwaarde dat het niet mogelijk is aan het overwerk het hoofd te bieden door bijkomende aanwervingen.
Art. 3.De overuren verricht in de voorwaarden bedoeld in artikel 2 en die om redenen van arbeidsorganisatie niet konden gerecupereerd worden, mogen worden betaald in overleg met de betrokken arbeider nadat de syndicale afvaardiging de onmogelijkheid om ze te recupereren heeft vastgesteld.
Art. 4.De werkgever moet op elk ogenblik en door alle middelen bewijzen dat het onmogelijk was aan het overwerk het hoofd te bieden door bijkomende aanwervingen.
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 april 2001 en treedt buiten werking op 31 maart 2003.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 mei 2003.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX