Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 maart 2006
gepubliceerd op 11 mei 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2005, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie voor 2005 aan het rijdend personeel van de ondernemingen van speciale autobusdiensten

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006200959
pub.
11/05/2006
prom.
22/03/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 MAART 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2005, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie voor 2005 aan het rijdend personeel van de ondernemingen van speciale autobusdiensten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2005, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie voor 2005 aan het rijdend personeel van de ondernemingen van speciale autobusdiensten.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 maart 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2005 Toekenning van een eindejaarspremie voor 2005 aan het rijdend personeel van de ondernemingen van speciale autobusdiensten (Overeenkomst geregistreerd op 11 januari 2006 onder het nummer 77970/CO/140)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op : 1° het rijdend personeel van de ondernemingen van speciale autobusdiensten die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer;2° de werkgevers die onder 1° bedoeld personeel tewerkstellen.

Art. 2.In 2005 wordt een eindejaarspremie ten bedrage van 1 629,86 EUR toegekend aan het rijdend personeel van de ondernemingen van speciale autobusdiensten. De chauffeurs, die deeltijds werken, bekomen deze premie naar rata van de wekelijkse arbeidsduur waarvoor zij zijn aangeworven.

Sinds 2000 is deze premie gelijk aan de eindejaarspremie toegekend aan het rijdend personeel van de autocarondernemingen.

In geval van vermindering van de arbeidsduur, is deze premie gelijk aan een dertiende maand.

Art. 3.Het sociaal fonds van de sector betaalt een voorschot van 74,37 EUR bruto aan de leden van het rijdend personeel die recht hebben op deze eindejaarspremie.

Art. 4.De werkgevers betalen het onder artikel 2 vermelde bedrag uit, verminderd met het voorschot bepaald in artikel 3.

Art. 5.De eindejaarspremie voor 2005 wordt in twee gelijke schijven betaald, vóór 31 december 2005 voor de eerste schijf en vóór 10 januari 2006 voor de tweede schijf.

Zij worden toegekend volgens de hierna vastge- stelde voorwaarden : - de personeelsleden die gedurende het ganse jaar hebben gewerkt, ontvangen het totale bedrag van de premie; - de personeelsleden die in de loop van het jaar 2005 : - het brugpensioen hebben bekomen of met pensioen zijn gegaan; - in dienst zijn getreden; - ziek zijn geweest; - arbeidsongeschikt zijn geweest ten gevolge van een arbeidsongeval; - werden ontslagen om andere dan dringende redenen bekomen deze premie berekend naar rata van de maanden arbeidsprestaties, met dien verstande dat een effectieve arbeidsprestatie van ten minste tien dagen telt voor een volledige maand.

De wettelijke vakantiedagen en de afwezigheidsdagen die zijn gerechtvaardigd door ziekte ofarbeidsongeval, worden gelijkgesteld met dagen arbeidsprestaties, met een maximum van zes maanden.

De personeelsleden die in de loop van het jaar 2005 hun opzegging hebben betekend en niet meer in dienst zijn op 31 december 2005 of werden ontslagen om dringende redenen, verliezen het recht op deze premie.

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2005 en houdt op van kracht te zijn op 11 januari 2006.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 maart 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^