Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 maart 2006
gepubliceerd op 27 april 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 februari 2002, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de toepassing van een begeleidingsprocedure en van actiemiddelen op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk ten aanzien van zogenaamde "weerspannige" ondernemingen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006200718
pub.
27/04/2006
prom.
22/03/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 MAART 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 februari 2002, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de toepassing van een begeleidingsprocedure en van actiemiddelen op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk ten aanzien van zogenaamde "weerspannige" ondernemingen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 februari 2002, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de toepassing van een begeleidingsprocedure en van actiemiddelen op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk ten aanzien van zogenaamde "weerspannige" ondernemingen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 maart 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het bouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 februari 2002 Toepassing van een begeleidingsprocedure en van actiemiddelen op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk ten aanzien van zogenaamde "weerspannige" ondernemingen (Overeenkomst geregistreerd op 4 april 2002 onder het nummer 61919/CO/124) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en definities

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en op de arbeiders en arbeidsters die zij tewerkstellen.

Zij heeft ten doel de procedures en actiemiddelen te definiëren die moeten worden aangewend tegen de in de eerste alinea bedoelde werkgevers van wie de onderneming voldoet aan de definitie van weerspannige onderneming op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk.

Art. 2.Voor de toepassing van deze overeenkomst is een weerspannige onderneming inzake veiligheid en gezondheid op het werk, hierna weerspannige onderneming genoemd, een onderneming die over een voldoende lange periode op minstens drie verschillende bouwplaatsen systematisch geen gevolg geeft aan meerdere belangrijke adviezen van het Nationaal actiecomité voor veiligheid en hygiëne in het bouwbedrijf, hierna NAVB genoemd.

Men verstaat onder : a) "Een voldoende lange periode" : een periode waarvan de duur afhankelijk is van het aantal bouwplaatsen waarop de betrokken onderneming actief is, maar die minimum drie opeenvolgende maanden bedraagt.b) "Systematisch geen gevolg geven aan" : geen gevolg geven op minstens driekwart van de door het NAVB bezochte bouwplaatsen tijdens de onder a) bedoelde periode.c) "Meerdere belangrijke adviezen" : de adviezen die het NAVB heeft geformuleerd over minimum drie verschillende belangrijke leemten in het preventiebeleid van de betrokken onderneming.

Art. 3.De hoedanigheid van weerspannige onderneming wordt door de NAVB-diensten toegekend aan de onder artikel 1 bedoelde onderneming die voldoet aan alle elementen van de definitie van artikel 2.

De bewijzen van de hoedanigheid van weerspannige onderneming worden vastgesteld in een dossier dat wordt opgesteld voor elke betrokken onderneming. De dossiers worden volgens een eenvormige structuur opgemaakt. HOOFDSTUK II. - Toepassing van een actieplan ten aanzien van de weerspannige onderneming

Art. 4.De toekenning van de hoedanigheid van weerspannige onderneming aan een in artikel 1 bedoelde onderneming wordt meegedeeld aan de raad van beheer van het NAVB op de vergadering van de raad die het dichtst bij de datum van de opstelling van het in artikel 3 bedoelde dossier ligt.

Deze mededeling wordt gevolgd door het oprichten van een begeleidingsgroep die is samengesteld uit een directielid en verscheidene NAVB-medewerkers.

Art. 5.Binnen de 15 dagen na de in artikel 4 bedoelde mededeling licht het NAVB via een aangetekend schrijven de werkgever van de weerspannige onderneming in over de voornaamste elementen van het in artikel 3 bedoelde dossier.

Deze brief bevat eveneens : - nuttige inlichtingen over het verloop van de in deze overeenkomst vastgestelde begeleidingsprocedure; - de samenstelling van de begeleidingsgroep; - het verzoek van het NAVB om te worden ingelicht over alle bouwplaatsen waarop de onderneming werkzaam is.

Via dezelfde brief brengt het NAVB de werkgever van de weerspannige onderneming op de hoogte van de datum waarop de begeleidingsgroep - of een delegatie van die groep - de zetel van de onderneming zal bezoeken voor een werkvergadering met de werkgever.

De datum van de in alinea 2 bedoelde werkvergadering kan eenmaal worden uitgesteld op verzoek van de werkgever van de weerspannige onderneming tot een datum die niet later mag vallen dan 30 dagen na de datum waarop de in alinea 1 bedoelde aangetekende brief is verzonden.

Art. 6.De in artikel 5 bedoelde werkvergadering heeft ten doel de leden van de begeleidingsgroep en de werkgever in staat te stellen samen de volgende activiteiten te verrichten : a) een bespreking en analyse van de gebreken inzake veiligheid en gezondheid die in het in artikel 3 bedoelde dossier werden vastgesteld;b) een bezoek aan een significant aantal bouwplaatsen van de onderneming, gekozen door de begeleidingsgroep;c) een bespreking en een analyse van de tijdens de bezoeken aan de bouwplaatsen vastgestelde leemten;d) het opstellen van een actieplan om de vastgestelde leemten weg te werken. Het in lid 1, d) bedoelde actieplan vermeldt de persoon die binnen de weerspannige onderneming wordt belast met de uitvoering ervan. Het plan bevat tevens als bijlage de planning voor de realisatie van de acties die het voorschrijft.

Art. 7.Indien de werkgever van de weerspannige onderneming niet akkoord gaat met de inhoud van het in artikel 6, alinea 1, d) bedoelde actieplan, wordt een actieplan opgesteld door de begeleidingsgroep en de directie van het NAVB. Dit plan wordt aangetekend toegezonden aan de werkgever van de weerspannige onderneming binnen een termijn van 15 dagen vanaf de opstelling ervan.

Art. 8.Alle in het plan opgenomen acties moeten worden uitgevoerd binnen negentig dagen na de opstelling van het in artikel 6, alinea 1, d) bedoelde plan of na de dag van de bekendmaking van het in artikel 7 bedoelde plan, met uitzondering nochtans van de acties voor de opleiding van het personeel van de onderneming, waarvoor een overeenkomst met een vormingsinstelling moet kunnen worden voorgelegd binnen de voormelde termijn van negentig dagen. Binnen dertig dagen na het verstrijken van de in alinea 1 bedoelde termijn brengt de begeleidingsgroep een nieuw bezoek aan meerdere bouwplaatsen van de weerspannige onderneming. De begeleidingsgroep stelt een uitgebreid verslag op waarin wordt aangegeven in welke mate het actieplan is verwezenlijkt. HOOFDSTUK III. - Taak van de raad van beheer van het NAVB

Art. 9.Het onderzoek van het dossier van de weerspannige onderneming wordt op de agenda geplaatst van de vergadering van de raad van beheer van het NAVB die het dichtst bij de datum van de opstelling van het in artikel 8, 2de alinea bedoelde verslag ligt.

Het dossier, actieplan en verslag over het bezoek aan de weerspannige onderneming, respectievelijk bedoeld in de artikelen 3, 6 of 7 en 8, worden aan de leden van de raad van beheer meegedeeld ten laatste twee dagen vóór de vergadering van de raad.

Art. 10.De raad van beheer spreekt zich uit over de opvolging van het dossier van de weerspannige onderneming. De raad kan beslissen : a) dat het in artikel 6 of 7 bedoelde actieplan werd uitgevoerd en dat de betrokken onderneming niet meer voldoet aan de in artikel 2 bedoelde definitie van weerspannige onderneming;b) dat het in artikel 6 of 7 bedoelde actieplan niet of onvoldoende werd uitgevoerd en dat de betrokken onderneming nog steeds voldoet aan de in artikel 2 bedoelde definitie van weerspannige onderneming. De raad deelt per aangetekende brief zijn beslissing aan de werkgever van de betrokken onderneming mee binnen een termijn van 15 dagen vanaf zijn beslissing.

Art. 11.Indien de onderneming nog steeds voldoet aan de in artikel 2 bedoelde definitie van weerspannige onderneming, vermeldt de in artikel 10, 2de alinea bedoelde mededeling eveneens : - Een overzicht van de in artikel 13 opgesomde initiatieven die de raad van beheer van het NAVB kan nemen tegen de betrokken onderneming. - Het recht van de werkgever om, onder de voorwaarden van artikel 12 en 13, 2de alinea, te worden gehoord door de raad van beheer van het NAVB alvorens deze laatste beslist welke initiatieven tegen de betrokken onderneming worden genomen.

Art. 12.De werkgever van de weerspannige onderneming die door de raad van bestuur wenst te worden behoord, dient zijn aanvraag per aangetekende brief in bij de voorzitter van het NAVB uiterlijk de vijftiende dag na de toezending van de in artikel 10, 2de alinea, bedoelde mededeling.

Art. 13.Het dossier van de weerspannige onderneming wordt op de agenda geplaatst van de vergadering van de raad van beheer die volgt op die waarop de raad zich heeft uitgesproken over het behoud van de hoedanigheid van weerspannige onderneming.

De werkgever van de weerspannige onderneming die artikel 12 heeft toegepast, wordt door de raad gehoord. Hij kan zich op de hoorzitting laten bijstaan of vertegenwoordigen door de adviseur of mandataris van zijn keuze.

De raad van beheer beraadslaagt aan het eind van de onderzoeksprocedure.

Hij kan onder meer beslissen : - te beschouwen dat de betrokken onderneming niet meer voldoet aan de in artikel 2 bedoelde definitie van weerspannige onderneming; - de elementen van het dossier ter kennis te brengen van : * de bevoegde overheid voor welzijn op het werk; * de betrokken opdrachtgevers; * de raad van bestuur van de VZW BeSaCC-VCA; - bij de bevoegde instellingen een verzoek in te dienen tot schorsing van de toekenning van sectorale voordelen aan de weerspannige onderneming, conform de bepalingen van de ter zake toepasselijke collectieve overeenkomsten; - de representatieve organisaties van werkgevers en werknemers uit te nodigen om een verzoek tot schrapping van de weerspannige onderneming in te dienen bij de bevoegde provinciale registratiecommissie; - de Minister van Werk te verzoeken een aanvraag tot sanctie van de weerspannige onderneming in te dienen bij de Erkenningscommissie voor de aannemers.

De beslissing van de raad van beheer wordt via een aangetekend schrijven aan de werkgever van de weerspannige onderneming meegedeeld uiterlijk de zevende dag nadat de beslissing is genomen.

De in het 4e lid bedoelde kennisgeving vermeldt tevens de mogelijkheid voor de werkgever van de weerspannige onderneming om de beslissing van de raad van beheer te betwisten voor het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, alsook de procedure voor de indiening van verhaal, zoals gepreciseerd in artikel 14. HOOFDSTUK IV. - De verhaalprocedure voor het paritair comité

Art. 14.De werkgever van de weerspannige onderneming kan de beslissing van de raad van beheer van het NAVB betwisten voor het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.

Op straffe van vervallenverklaring moet de aanvraag tot betwisting per aangetekende brief worden ingediend bij het Paritair Comité voor het bouwbedrijf uiterlijk de vijftiende dag na de toezending van de in artikel 13, 4de alinea bedoelde kennisgeving.

De werkgever van de weerspannige onderneming moet ook aan de voorzitter van het NAVB, binnen de termijn van het eerste lid en per aangetekend schrijven, een kopie van het verzoek tot betwisting zenden dat hij aan het Paritair Comité voor het bouwbedrijf richt.

Deze mededeling schorst de toepassing van de beslissing van de raad van beheer van het NAVB.

Art. 15.Het verzoek tot betwisting van het dossier van de werkgever van de weerspannige onderneming wordt op de agenda geplaatst van de vergadering van het paritair comité die het dichtst bij de datum van de indiening van dit verzoek ligt.

Het paritair comité spreekt zich uit over de ontvankelijkheid van het verzoek en, als het ontvankelijk is verklaard, over de gegrondheid ervan. Hiertoe neemt het comité alle beslissingen tot onderzoek of analyse van documenten en tot het oproepen van personen die zij nuttig acht in het kader van de behandeling van het verzoek.

Het paritair comité neemt een beslissing binnen dertig dagen na de in het eerste lid bedoelde vergadering. De termijn van dertig dagen kan slechts eenmaal worden verlengd met een nieuwe periode van dertig dagen.

Het comité kan beslissen : - te beschouwen dat de betrokken onderneming niet meer voldoet aan de hoedanigheid van weerspannige onderneming; - dat aanvullende informatie moet worden verstrekt binnen de termijnen die zij vaststelt; - dat de beslissing van de raad van beheer van het NAVB wordt bevestigd.

Art. 16.De beslissing van het paritair comité is definitief en uitvoerbaar op het ogenblik dat zij aan de werkgever van de weerspannige onderneming wordt ter kennis gebracht. De kennisgeving gebeurt door een aangetekend schrijven uiterlijk de dertigste dag nadat de beslissing is genomen. Een kopie van de kennisgeving wordt binnen dezelfde termijn aan de voorzitter van de raad van beheer van het NAVB gezonden. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 17.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2002.

Ze wordt gesloten voor een onbepaalde duur. Zij kan door een van de partijen worden opgezegd na inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden via een aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en aan de ondertekenende organisaties.

De partijen zullen de toepassing van deze overeenkomst twee jaar na de inwerkingtreding ervan evalueren.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 maart 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^