gepubliceerd op 13 september 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, tot vaststelling van de loonvoorwaarden bij managementondersteuning, opgezet ter uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord 2000-2005
22 MAART 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, tot vaststelling van de loonvoorwaarden bij managementondersteuning, opgezet ter uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord 2000-2005 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, tot vaststelling van de loonvoorwaarden bij managementondersteuning, opgezet ter uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord 2000-2005.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 maart 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de socio-culturele sector Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2003 Vaststelling van de loonvoorwaarden bij managementondersteuning, ter uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord 2000-2005 (Overeenkomst geregistreerd op 23 september 2003 onder het nummer 67595/CO/329)
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de organisaties die socialemaribelmiddelen voor managementondersteuning krijgen van het "Sociaal Fonds Sociale Maribel voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap", hierna "socialemaribelfonds" genoemd.
Deze middelen worden toegekend als toepassing van artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 maart 2001 inzake managementondersteuning in de socio-culturele sector (koninklijk besluit van 24 augustus 2005, Belgisch Staatsblad van 28 september 2005), die gesloten werd ter uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social-profitsector van 29 maart 2000.
Onder "werknemers" wordt verstaan : de werknemers die de functies uitvoeren die het socialemaribelfonds in het kader van de managementondersteuning subsidieert.
Art. 3.De minimumlonen voor de werknemers zijn de barema's aan 100 pct. zoals vastgelegd in de baremastructuur en de bijlagen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2003 tot vastlegging van de loonvoorwaarden in het sociaal-cultureel werk (koninklijk besluit van 10 augustus 2005, Belgisch Staatsblad van 28 september 2005).
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst legt de algemene regels vast inzake de loonvoorwaarden. Aan de partijen wordt echter de vrijheid gelaten gunstigere voorwaarden overeen te komen, onder meer rekening houdend met bekwaamheid of persoonlijke verdiensten van de betrokkenen.
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor onbepaalde tijd. Zij treedt in werking op 1 januari 2003.
Zij wordt uitgevoerd op voorwaarde van subsidiëring door het socialemaribelfonds van de betrokken functies.
Zij zal op verzoek van een ondertekenende partij kunnen herzien of opgezegd worden, met een opzeggingstermijn van zes maanden, aangetekend te betekenen aan de voorzitter van het paritair comité.
De organisatie die het initiatief tot herziening of opzegging neemt, moet de redenen aangeven en amendementsvoorstellen indienen. De andere organisaties gaan de verbintenis aan deze binnen één maand na ontvangst te bespreken.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 maart 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN