gepubliceerd op 12 juni 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende de lonen
22 MAART 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende de lonen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende de lonen.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 maart 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2003 Lonen (Overeenkomst geregistreerd op 14 oktober 2003 onder het nummer 68034/CO/202) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren (PC 202), met uitsluiting van het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven (PSC 202.01). HOOFDSTUK II. - Loonschalen en werkelijk betaalde lonen Afdeling 1. - Verkooppersoneel van groep I
Art. 2.De vooruitgang van de loonschalen van het verkooppersoneel van groep I is jaarlijks. Ze is gespreid over een periode van 22 jaar, in functie van de anciënniteit in de onderneming.
Art. 3.De totale vooruitgang van de minimum maandloonschalen van het verkooppersoneel van groep I, in absolute waarde en ten overstaan van index 111,07, spil van de stabilisatieschijf 109,97-112,18 (basis 1996 = 100), is vastgesteld als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Vanaf 1 januari 2004 zullen de minimumloonschalen van het verkooppersoneel van groep I verhoogd worden met 24 EUR bruto per maand. Aan de deeltijdse werknemers zal deze verhoging naar verhouding tot hun prestaties toegekend worden.
Deze verhoging wordt gesteld ten overstaan van de spilindex die van kracht is op het moment waarop de verhoging ingaat.
Deze loonsverhoging is niet van toepassing op de ondernemingen in moeilijkheden die hiertoe op ondernemingsniveau een collectieve arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in moeilijkheden is.
Art. 4.De minimum maandloonschalen van het verkooppersoneel van groep I worden vastgesteld in functie van volgende aanvangsleeftijden : - 21 jaar voor de bedienden geklasseerd in eerste categorie; - 22 jaar voor de bedienden geklasseerd in tweede categorie; - 23 jaar voor de bedienden geklasseerd in derde categorie; - 25 jaar voor de bedienden geklasseerd in vierde categorie.
Art. 5.De minimum maandloonschalen van het minderjarig verkooppersoneel van groep I worden vastgesteld voor alle categorieën volgens de volgende percentages van de minimum maandloonschalen op de leeftijd van 21 jaar : - 97,50 pct. op 20 jaar; - 92,50 pct. op 19 jaar; - 87,50 pct. op 18 jaar; - 82,50 pct. op 17 jaar; - 75,00 pct. op 16 jaar.
Het percentage van 90 pct. is evenwel van toepassing op de leeftijd van achttien jaar bij minderjarige personeelsleden onderworpen aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 inzake de sociale zekerheid voor werknemers (leerlingen).
Art. 6.De vooruitgang van de loonschalen in functie van de anciënniteit begint te evolueren vanaf het ogenblik waarop de bedienden de aanvangsleeftijd hebben bereikt vastgesteld in artikel 4.
De verhogingen ingevolge de vooruitgang in functie van de anciënniteit worden elk jaar betaald.
Art. 7.De minimum maandloonschalen van het verkooppersoneel van de groep I zijn deze vastgesteld in de tabel opgenomen in bijlage 1.
Art. 8.§ 1. Vanaf 1 januari 2004 zullen de werkelijk betaalde lonen van het verkooppersoneel van groep I verhoogd worden met 24 EUR bruto per maand. Aan de deeltijdse werknemers zal deze verhoging naar verhouding tot hun prestaties toegekend worden.
Deze verhoging wordt gesteld ten overstaan van de spilindex die van kracht is op het moment waarop de verhoging ingaat.
Deze loonsverhoging is niet van toepassing op de ondernemingen in moeilijkheden die hiertoe op ondernemingsniveau een collectieve arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in moeilijkheden is.
Deze verhoging van de werkelijke lonen met 24 EUR bruto per maand kan in de bedrijven bij collectieve arbeidsovereenkomst omgezet worden in een evenwaardig financieel voordeel, waarvan de kost in geen geval hoger mag zijn dan deze van de bedoelde loonsverhoging. Deze omzetting is slechts mogelijk mits naleving van het sectorbarema, opgenomen in bijlage aan deze overeenkomst. § 2. De eerste paragraaf is niet van toepassing op de ondernemingen in moeilijkheden die daartoe op ondernemingsvlak een collectieve arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in moeilijkheden is.
Art. 9.De minimumlonen van het verkooppersoneel van groep I in de ondernemingen Aldi, Colruyt, Delhaize de Leeuw, Match en Mestdagh worden vastgesteld op 1 juli 2003, tegen index 111,07, spil van de stabilisatieschijf 109,97-112,18 (basis 1996 = 100), zoals voorzien in bijlage 2.
Vanaf 1 januari 2004 zullen de minimumloonschalen evenals de werkelijk betaalde lonen verhoogd worden met 24 EUR bruto per maand. Aan de deeltijdse werknemers zal deze verhoging naar verhouding tot hun prestaties toegekend worden.
Deze loonsverhoging is niet van toepassing op de ondernemingen in moeilijkheden die hiertoe op ondernemingsniveau een collectieve arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in moeilijkheden is.
Deze verhoging van de werkelijke lonen met 24 EUR bruto per maand kan in de bedrijven bij collectieve arbeidsovereenkomst omgezet worden in een evenwaardig financieel voordeel, waarvan de kost in geen geval hoger mag zijn dan deze van de bedoelde loonsverhoging. Deze omzetting is slechts mogelijk mits naleving van het sectorbarema, opgenomen in bijlage aan deze overeenkomst. Afdeling 2. - Administratief personeel en verkooppersoneel van de
groep II
Art. 10.De vooruitgang van de loonschalen van het administratief personeel en van het verkooppersoneel van de groep II is jaarlijks.
Zij is gespreid over een periode van 22 jaar, in functie van de anciënniteit in de onderneming.
Art. 11.De totale vooruitgang van de minimum maandloonschalen van het administratief personeel en van het verkooppersoneel van de groep II, in absolute waarde en ten overstaan van index 111,07, spil van de stabilisatieschijf 109,97-112,18 (basis 1996 = 100), is vastgesteld als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Vanaf 1 januari 2004 zullen de minimumloonschalen van het administratief personeel en van het verkooppersoneel van de groep II verhoogd worden met 24 EUR bruto per maand. Aan de deeltijdse werknemers zal deze verhoging naar verhouding tot hun prestaties toegekend worden.
Deze loonsverhoging is niet van toepassing op de ondernemingen in moeilijkheden die hiertoe op ondernemingsniveau een collectieve arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in moeilijkheden is.
Deze verhoging wordt gesteld ten overstaan van de spilindex die van kracht is op het moment waarop de verhoging ingaat.
Art. 12.De minimumloonschalen van het administratief personeel en van het verkooppersoneel van de groep II zijn vastgesteld in functie van de volgende aanvangsleeftijden : - 21 jaar voor de bedienden geklasseerd in eerste categorie; - 22 jaar voor de bedienden geklasseerd in tweede categorie; - 23 jaar voor de bedienden geklasseerd in derde categorie; - 25 jaar voor de bedienden geklasseerd in vierde en vijfde categorie.
Art. 13.De minimum maandloonschalen van het minderjarig administratief personeel en van het minderjarig verkooppersoneel van de groep II zijn vastgesteld voor alle categorieën volgens de volgende percentages van de minimumloonschalen op de leeftijd van 21 jaar : - 97,50 pct. op 20 jaar - 92,50 pct. op 19 jaar - 87,50 pct. op 18 jaar - 82,50 pct. op 17 jaar - 75,00 pct. op 16 jaar.
Het percentage van 90 pct. is evenwel van toepassing op de leeftijd van achttien jaar bij minderjarige personeelsleden onderworpen aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 inzake de sociale zekerheid voor werknemers (leerlingen).
Art. 14.De vooruitgang van de loonschalen in functie van de anciënniteit begint te evolueren vanaf het ogenblik waarop de bedienden de aanvangsleeftijd hebben bereikt vastgesteld in artikel 12.
De verhogingen ingevolge de vooruitgang in functie van de anciënniteit worden elk jaar betaald.
Art. 15.De minimum maandloonschalen van het administratief personeel en het verkooppersoneel van de groep II zijn deze vastgesteld in de tabel opgenomen in bijlage 3.
Art. 16.Vanaf 1 januari 2004 zullen de werkelijk betaalde lonen van het administratief personeel en van het verkooppersoneel van de groep II verhoogd worden met 24 EUR bruto per maand. Aan de deeltijdse werknemers zal deze verhoging naar verhouding tot hun prestaties toegekend worden.
Deze verhoging wordt gesteld ten overstaan van de spilindex die van kracht is op het moment waarop de verhoging ingaat.
Deze loonsverhoging is niet van toepassing op de ondernemingen in moeilijkheden die hiertoe op ondernemingsniveau een collectieve arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in moeilijkheden is.
Deze verhoging van de werkelijke lonen met 24 EUR bruto per maand kan in de bedrijven bij collectieve arbeidsovereenkomst omgezet worden in een evenwaardig financieel voordeel, waarvan de kost in geen geval hoger mag zijn dan deze van de bedoelde loonsverhoging. Deze omzetting is slechts mogelijk mits naleving van het sectorbarema, opgenomen in bijlage aan deze overeenkomst.
Art. 17.De minimumlonen lonen van het administratief personeel en van het verkooppersoneel van de groep II in de ondernemingen Aldi, Colruyt, Delhaize de Leeuw, Match en Mestdagh worden vastgesteld op 1 juli 2003, tegen index 111,07, spil van de stabilisatieschijf 109,97-112,18 (basis 1996 = 100), zoals voorzien in bijlage 4.
Vanaf 1 januari 2004 zullen de minimumloonschalen evenals de werkelijk betaalde lonen verhoogd worden met 24 EUR bruto per maand. Aan de deeltijdse werknemers zal deze verhoging naar verhouding tot hun prestaties toegekend worden.
Deze loonsverhoging is niet van toepassing op de ondernemingen in moeilijkheden die hiertoe op ondernemingsniveau een collectieve arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in moeilijkheden is.
Deze verhoging van de werkelijke lonen met 24 EUR bruto per maand kan in de bedrijven bij collectieve arbeidsovereenkomst omgezet worden in een evenwaardig financieel voordeel, waarvan de kost in geen geval hoger mag zijn dan deze van de bedoelde loonsverhoging. Deze omzetting is slechts mogelijk mits naleving van het sectorbarema, opgenomen in bijlage aan deze overeenkomst. Afdeling 3. - Filiaalhouders
Art. 18.Wanneer in het filiaal buiten de filiaalhouder niet tenminste het equivalent van één persoon met voltijdse betrekking wordt tewerkgesteld, moet het loon van de filiaalhouder tenminste 4,5 pct. van de maandomzet bedragen, ongeacht het genot van huisvesting in het filiaal.
Aan de filiaalhouder wiens inventaris betreffende de periode die voorafgaat aan de betaling van het loon niet is afgesloten met een mali, wordt een toeslag van 0,25 pct. van de maandomzet toegekend.
Deze toeslag omvat het gedeelte van het boni dat aan de filiaalhouder wordt toegekend.
In elk geval wordt aan de filiaalhouder een minimummaandloon gewaarborgd aan index 111,07, spil van de stabilisatieschijf 109,97- 112,18 (basis 1996 = 100), van : - 549,15 EUR voor een maandomzet beneden 8.880,81 EUR; - 648,40 EUR voor een maandomzet boven 8.880,81 EUR. Desgevallend betaalt de werkgever aan de belanghebbende de aanvullende R.S.Z.-bijdrage die de bediende is verschuldigd om onderworpen te blijven aan de ziekte- en invaliditeitsverzekering.
Art. 19.Wanneer in het filiaal één of twee personen buiten de filiaalhouder zijn tewerkgesteld en er een traditioneel verkoopsysteem wordt toegepast, moet het maandloon van de filiaalhouder ten minste 4,5 pct. van de maandomzet bereiken, ongeacht het genot van huisvesting in het filiaal.
Indien de inventaris betreffende de periode die voorafgaat aan de betaling van het loon niet met een mali wordt afgesloten, wordt een toeslag van 0,25 pct. van de maandomzet toegekend. Deze toeslag omvat het gedeelte van het boni dat aan de filiaalhouder wordt toegekend.
De in voorgaand lid vermelde voordelen worden echter slechts gewaarborgd tot beloop van een maandomzet van 8.880,81 EUR aan index 111,07, spil van de stabilisatieschijf 109,97-112,18 (basis 1996 = 100). Wanneer de maandomzet 8.880,81 EUR overschrijdt, wordt het maandloon verhoogd met ten minste een bedrag dat 1 pct. bereikt van het gedeelte van de maandomzet boven dit bedrag.
Nochtans wordt de filiaalhouder een maandelijks minimumloon gewaarborgd van 1.212,21 EUR aan index 111,07, spil van de stabilisatieschijf 109,97-112,18 (basis 1996 = 100).
Art. 20.Wanneer in het filiaal één of twee personen buiten de filiaalhouder zijn tewerkgesteld en er een verkoopsysteem in zelfbediening wordt toegepast, wordt aan de filiaalhouder een maandelijks minimumloon gewaarborgd van 1.232,46 EUR aan index 111,07, spil van de stabilisatieschijf 109,97-112,18 (basis 1996 = 100).
Art. 21.Wanneer in het filiaal drie of meer personen worden tewerkgesteld buiten de filiaalhouder, worden aan de filiaalhouder volgende forfaitaire minimummaandlonen gewaarborgd aan index 111,07, spil van de stabilisatieschijf 109,97-112,18 (basis 1996 = 100) : a) 1.394,46 EUR in de filialen waar drie tot en met vier personen, de filiaalhouder uitgezonderd, zijn tewerkgesteld; b) 1.549,64 EUR in de filialen waar vijf tot en met tien personen, de filiaalhouder uitgezonderd, zijn tewerkgesteld; c) 1 799,51 EUR in de filialen waar elf tot en met twintig personen, de filiaalhouder uitgezonderd, zijn tewerkgesteld;d) 2 080,34 EUR in de filialen waar eenentwintig personen en meer, de filiaalhouder uitgezonderd, zijn tewerkgesteld.
Art. 22.De voor de filiaalhouder voorziene lonen worden niet beïnvloed door een loonschaal gebaseerd op de leeftijd of op de anciënniteit; ze mogen geen vermindering tot gevolg hebben voor bedoeld personeel dat reeds hogere voordelen geniet.
Art. 23.Vanaf 1 januari 2004 zullen de werkelijk betaalde lonen van de filiaalhouders verhoogd worden met 24 EUR bruto per maand. Aan de deeltijdse werknemers zal deze verhoging naar verhouding tot hun prestaties toegekend worden.
Deze verhoging wordt gesteld ten overstaan van de spilindex die van kracht is op het moment waarop de verhoging ingaat.
Deze loonsverhoging is niet van toepassing op de ondernemingen in moeilijkheden die hiertoe op ondernemingsniveau een collectieve arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in moeilijkheden is.
Deze verhoging van de werkelijke lonen met 24 EUR bruto per maand kan in de bedrijven bij collectieve arbeidsovereenkomst omgezet worden in een evenwaardig financieel voordeel, waarvan de kost in geen geval hoger mag zijn dan deze van de bedoelde loonsverhoging. Deze omzetting is slechts mogelijk mits naleving van het sectorbarema, opgenomen in bijlagen 5 en 6 aan deze overeenkomst. HOOFDSTUK III. - Toepassingsmodaliteiten van de loonschalen Afdeling 1. - Toekenning van de verhogingen ingevolge de vooruitgang
van de loonschalen
Art. 24.De verhogingen die het gevolg zijn van de vooruitgang van de loonschalen worden door de werkgever betaald : - hetzij de eerste maand die volgt op deze van de datum van indiensttreding van de bediende; - hetzij op een andere datum van het jaar die paritair is afgesproken in de onderneming. Afdeling 2. - Deeltijds tewerkgesteld personeel
Art. 25.Voor het deeltijds tewerkgesteld personeel worden de loonschalen alsook de verhogingen van de minimumlonen en van de werkelijke lonen berekend naar rato van hun arbeidsuren in verhouding tot het conventioneel aantal arbeidsuren. Afdeling 3. - Bevordering in een hogere categorie
Art. 26.De bevordering in een hogere categorie heeft de onmiddellijke toekenning tot gevolg van het loon van de nieuwe categorie. Afdeling 4. - Administratief personeel buiten categorie
Art. 27.Alle leden van het administratief personeel die geklasseerd zijn boven de vierde categorie en waarvan de functie niet overeenstemt met de criteria van deze laatste, bekomen een merkelijk hoger loon - tenminste 20 pct., alle premies inbegrepen - dan dit van de bedienden van de vierde categorie. Afdeling 5. - Commerciële kosten
Art. 28.Behoudens andersluidend beding in de vrij door de partijen aangegane verbintenissen, mag het loon in geen geval zijn bezwaard met commerciële kosten ten laste van de filiaalhouder, behalve wanneer deze kosten door de filiaalhouder zijn gemaakt geweest zonder toelating van de werkgever. HOOFDSTUK IV. - Koppeling aan het indexcijfer der consumptieprijzen
Art. 29.De minimummaandlonen, vermeld in deze collectieve arbeidsovereenkomst, de werkelijk betaalde lonen gelden op basis van het indexcijfer van de consumptieprijzen 111,07, spil van de stabilisatieschijf 109,97-112,18 (basis 1996 = 100).
Voor het bepalen van de indexcijfers geldt het rekenkundig gemiddelde van het indexcijfer van de consumptieprijzen over de laatste drie maanden. De gebeurlijk daaruit volgende loonaanpassingen, zowel naar omhoog als naar omlaag, worden berekend naar rata van 1 pct. van de loonschaalminima van toepassing op dit ogenblik, bij elke verandering van 1 pct. van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen, berekend ten overstaan van het vorige gemiddelde indexcijfer. Deze berekening gebeurt vanaf het indexcijfer 111,07 hetzij voor de eerste maal dat het rekenkundig gemiddelde van de laatste drie maanden 112,18 bereikt naar omhoog of 109,97 naar omlaag.
Art. 30.Wat betreft de lonen van de filiaalhouders, veroorzaken de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen generlei wijziging van de percentages voorzien in de artikelen 18 en 19 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, doch de bedragen van de vermelde maandomzetcijfers, evenals de daaraan verbonden minimumlonen, wederzijds berekend tegen indexcijfer 111,07, worden automatisch aangepast aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig de bepalingen van voorgaand artikel op basis van het rekenkundig gemiddelde van de voorgaande drie maanden.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 31.De collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2002 betreffende de lonen wordt opgeheven (koninklijk besluit van 22 juni 2003, Belgisch Staatsblad van 25 augustus 2003).
Art. 32.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2003. Zij is gesloten voor onbepaalde tijd.
Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden gegeven bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair comité voor de bedienden van de kleinhandel in voedingswaren.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 maart 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 maart 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 maart 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 maart 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 maart 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN
Bijlage 5 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende de lonen BAREMA B : Filiaalhouders.
CAT I. Filialen waarin buiten de filiaalhouder niet tenminste het equivalent van 1 persoon voltijds tewerkgesteld is.
Wanneer de inventaris in mali wordt afgesloten : 4,50 pct. van de maandomzet.
Wanneer de inventaris niet in mali wordt afgesloten : 4,75 pct. van de maandomzet.
Minimummaandloon : euro 544,69.
Voor een maandomzet lager dan : euro 8.880,81.
Minimummaandloon : euro 643,97.
Voor een maandomzet hoger dan : euro 8.880,81.
CAT II. Filialen waarin buiten de filiaalhouder 1 of 2 personen tewerkgesteld zijn.
Traditioneel verkoopssysteem.
Wanneer de inventaris in mali wordt afgesloten : 4,50 pct. van de maandomzet.
Wanneer de inventaris niet in mali wordt afgesloten : 4,75 pct. van de maandomzet. + 1 pct. op het gedeelte van de maandomzet boven : euro 24.299,38.
Minimummaandloon : euro 1.207,81.
Zelfbediening.
Minimummaandloon : euro 1.228,09.
CAT III. Filialen waarin buiten de filiaalhouder 3 of meer personen tewerkgesteld zijn.
Minimummaandloon : 3 of 4 personen in dienst : euro 1.390,05; 5 tot 10 personen in dienst : euro 1.548,73; 11 tot 20 personen in dienst : euro 1.799,51; 21 personen of meer in dienst : euro 2. 080,34.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 maart 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN
Bijlage 6 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende de lonen BAREMA A : Filiaalhouders.
CAT I. Filialen waarin buiten de filiaalhouder niet tenminste het equivalent van 1 persoon voltijds tewerkgesteld is.
Wanneer de inventaris in mali wordt afgesloten : 4,50 pct. van de maandomzet.
Wanneer de inventaris niet in mali wordt afgesloten : 4,75 pct. van de maandomzet.
Minimummaandloon : euro 549,15.
Voor een maandomzet lager dan : euro 8.880,81.
Minimummaandloon : euro 648,4.
Voor een maandomzet hoger dan : euro 8.880,81.
CAT II. Filialen waarin buiten de filiaalhouder 1 of 2 personen tewerkgesteld zijn.
Traditioneel verkoopssysteem.
Wanneer de inventaris in mali wordt afgesloten : 4,50 pct. van de maandomzet.
Wanneer de inventaris niet in mali wordt afgesloten : 4,75 pct. van de maandomzet. + 1 pct. op het gedeelte van de maandomzet boven : euro 24.299,38.
Minimummaandloon : euro 1.212,21.
Zelfbediening.
Minimummaandloon : euro 1.232,46.
CAT III. Filialen waarin buiten de filiaalhouder 3 of meer personen tewerkgesteld zijn.
Minimummaandloon : 3 of 4 personen in dienst : euro 1.394,46; 5 tot 10 personen in dienst : euro 1.549,64; 11 tot 20 personen in dienst : euro 1.799,51; 21 personen of meer in dienst : euro 2.080,34.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 maart 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN