Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 juni 2020
gepubliceerd op 29 juli 2020

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 mei 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de vaststelling van het bedrag en van de toekennings- en betalingsmodaliteiten van een bijkomend sociaal voordeel dat in deze overeenkomst ook "de terugbetaling van de vakbondspremie" wordt genoemd in de diensten gesubsidieerd door het Waalse Gewest

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2020202384
pub.
29/07/2020
prom.
22/06/2020
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 JUNI 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 mei 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de vaststelling van het bedrag en van de toekennings- en betalingsmodaliteiten van een bijkomend sociaal voordeel dat in deze overeenkomst ook "de terugbetaling van de vakbondspremie" wordt genoemd in de diensten gesubsidieerd door het Waalse Gewest (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 mei 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de vaststelling van het bedrag en van de toekennings- en betalingsmodaliteiten van een bijkomend sociaal voordeel dat in deze overeenkomst ook "de terugbetaling van de vakbondspremie" wordt genoemd in de diensten gesubsidieerd door het Waalse Gewest.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 juni 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, N. MUYLLE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 mei 2019 Vaststelling van het bedrag en van de toekennings- en betalingsmodaliteiten van een bijkomend sociaal voordeel dat in deze overeenkomst ook "de terugbetaling van de vakbondspremie" wordt genoemd in de diensten gesubsidieerd door het Waalse Gewest (Overeenkomst geregistreerd op 24 juni 2019 onder het nummer 152213/CO/318.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en werkgevers van de diensten gesubsidieerd door het Waalse Gewest die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap.

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk arbeiders- en bediendepersoneel.

Onder "voltijdse werknemer" wordt verstaan : elke werknemer van wie de arbeidsregeling meer bedraagt dan 50 pct. van de arbeidsregeling die van toepassing is in de bovengenoemde diensten.

Onder "deeltijdse werknemer" wordt verstaan : elke werknemer van wie de arbeidsregeling minder bedraagt dan of gelijk is aan 50 pct. van de arbeidsregeling die van toepassing is in de bovengenoemde diensten.

Onder "boekjaar" wordt verstaan : de periode van 1 januari tot 31 december. HOOFDSTUK II. - Betreft

Art. 2.§ 1. De werknemers die zijn tewerkgesteld in één van de diensten bedoeld in artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 2002 tot oprichting van een fonds voor de bestaanszekerheid, genaamd "Sociaal Fonds voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp", en tot vaststelling van de statuten ervan, hebben recht op een vakbondspremie ten laste van bovengenoemd fonds binnen de voorwaarden die zijn bepaald door deze collectieve arbeidsovereenkomst. § 2. Aan de werknemers wordt ook een toelage op de vakbondspremie toegekend zoals bepaald in het akkoord van de Waalse non-profitsector 2018-2020 van 2 mei 2019, ten laste van het "Fonds intersyndical de la Région wallonne - FISRW", KBO-nr. 865327892. HOOFDSTUK III. - Toekenningsvoorwaarden Algemeen beginsel

Art. 3.§ 1. Om het totale bedrag van de terugbetaling van de vakbondspremie te genieten, moeten de werknemers bedoeld in artikel 1, op 1 januari van het voorgaande boekjaar voldoen aan de volgende voorwaarden : a) Aangesloten zijn bij één van de representatieve werknemersorganisaties, met name : - de Centrale der Voeding- en Hotelarbeiders en Diensten (ABVV Horval); - de Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België (ACLVB); - de Landelijke Bediendencentrale (LBC); - de Belgische Vakbond voor Bedienden, Technici en Kaders (BBTK); b) Door een arbeidsovereenkomst verbonden zijn aan één van de diensten bedoeld in artikel 1. § 2. De begunstigden die tijdens het voorgaande boekjaar minder dan 6 maanden hebben gepresteerd, rekening houdend met de gelijkstellingen die nauwkeurig worden beschreven in bijlage van deze arbeidsovereenkomst of minder dan 6 maanden aangesloten waren bij één van de vakorganisaties die worden genoemd is artikel 3, § 1, zullen 50 pct. ontvangen van de premie die verschuldigd is voor een volledig jaar, zonder afbreuk te doen aan de modaliteiten die zijn bepaald in artikel 6 van deze overeenkomst.

Afwijkingen

Art. 4.§ 1. De werknemers die voldoen aan de voorwaarden van artikel 3, § 1 en gebruik maken van tijdskrediet met motief, hebben recht op de terugbetaling van de vakbondspremie in functie van hun contractuele arbeidstijd. § 2. De zieke werknemers die voldoen aan de voorwaarden van artikel 3, § 1 hebben recht op de terugbetaling van de vakbondspremie voor een bedrag van de 36 eerste maanden van de opschorting van hun overeenkomst.

Onder "ziekteperiode" wordt verstaan : - de periodes van volledige ongeschiktheid ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte; - de periodes van totale ongeschiktheid die te wijten zijn aan een ongeval of een ziekte die geen beroepsziekte is. § 3. De werknemers die met pensioen zijn gegaan tijdens het voorgaande boekjaar en die voldoen aan de voorwaarden van artikel 3, § 1, a), hebben recht op de terugbetaling van de volledige vakbondspremie. § 4. De echtgenoot van de werknemer die voldeed aan de voorwaarde van artikel 3, § 1 en die overleden is tijdens het voorgaande boekjaar, heeft recht op de terugbetaling van de volledige vakbondspremie. § 5. De bruggepensioneerden die voldoen aan de voorwaarden van artikel 3, § 1, a), en die tot de laatste dag van hun beroepsloopbaan door een arbeidsovereenkomst verbonden zijn aan één van de diensten bedoeld in artikel 1, hebben recht op de terugbetaling van de vakbondspremie tot ze de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt.

Art. 5.Voor de berekening van het sociaal voordeel bedoeld in artikel 3, moet men onder "maand" elke maand verstaan tijdens dewelke de arbeidsovereenkomst uiterlijk op de vijftiende van start is gegaan, alsook elke maand tijdens dewelke er na de vijftiende een einde is gekomen aan de arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK IV. - Bedrag

Art. 6.§ 1. Het bedrag van het bijkomend sociaal voordeel wordt vastgesteld als volgt : a) De voltijdse werknemers : 131 EUR;b) De deeltijdse werknemers : 90 EUR;c) De werknemers die de twee arbeidsregelingen kennen : de premie wordt voltijds berekend;d) Voor de werknemers die minder dan 6 maanden gepresteerd hebben of minder dan 6 maanden aangesloten waren : - voltijdse werknemers : 65,5 EUR; - deeltijdse werknemers : 45 EUR. § 2. Overeenkomstig de akkoorden van de Waalse particuliere non-profitsector 2018-2020 van 2 mei 2019, komt daar een aanvullend bedrag bij ten laste van het FISRW, dat de vakorganisaties willen verdelen als volgt : - 14 EUR voor de voltijdse werknemers; - 25 EUR voor de deeltijdse werknemers. § 3. Het bedrag van het bijkomend voordeel is de som van de bedragen vastgesteld in § § 1 en 2.

Voor de werknemers met 2 arbeidsregelingen, voltijds en deeltijds, wordt de premie op voltijdse basis berekend. § 4. Voor de werknemers die minder dan 6 maanden hebben gepresteerd of minder dan 6 maanden aangesloten waren, is het bedrag de helft van het bedrag bepaald in § 3. HOOFDSTUK V. - Betalingsmodaliteiten van het sociaal fonds

Art. 7.De werkgevers bedoeld in artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 2002 die wordt genoemd in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, overhandigen vóór 15 maart aan elke werknemer die tijdens het voorgaande boekjaar was tewerkgesteld in hun dienst, een formulier in twee delen dat behoorlijk is ingevuld en ondertekend, waarvan het model is bepaald door het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap.

Deze formulieren worden vóór 15 januari aan de werkgevers bezorgd door het "Sociaal Fonds voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp".

Vanaf het tweede boekjaar van het brugpensioen overhandigt het sociaal fonds vóór 15 maart aan elke bruggepensioneerde een formulier in twee delen dat behoorlijk is ingevuld en ondertekend door de secretaris van dit fonds en waarvan het model is bepaald door het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap.

Art. 7bis.Uitzonderlijk voor het jaar 2019 zullen de formulieren worden overhandigd vóór 15 februari.

Art. 8.De personen die voldoen aan de toekenningsvoorwaarden bedoeld in de artikelen 3 en 4, overhandigen het formulier in twee delen bedoeld in artikel 7 aan één van de werknemersorganisaties die worden vermeld in artikel 3, § 1, a) waarvan ze lid zijn.

Deze organisatie gaat na of betrokkene daadwerkelijk is aangesloten en of zijn recht ook gerechtvaardigd is, berekent het bedrag van het sociaal voordeel en betaalt het bedrag terug aan de betrokkene. Het formulier "vakbondspremie" zal ter controle een volgnummer dragen en de stempel van één van de representatieve werknemersorganisaties bedoeld in artikel 3, § 1, a).

De controle en de betaling gebeuren van 1 april tot 15 september. Voor de formulieren die laattijdig worden ingediend, zal de betaling in de periode van 1 april tot 15 september van het volgende jaar worden uitgevoerd.

Art. 9.Op vraag van een vakorganisatie kan het sociaal fonds een voorschot op de vakbondspremies toekennen dat moet worden betaald aan de aangesloten werknemers.

De vakorganisatie moet duidelijk vermelden van welke bankrekening, arbeider of bediende, ze dit voorschot wil laten betalen.

Het voorschot kan worden gevraagd vanaf de maand april van elk jaar en heeft betrekking op 80 pct. van het bedrag dat het jaar voordien werd betaald.

Art. 10.Vóór 15 oktober bezorgt elke van de in artikel 3, § 1, a) bedoelde organisaties, het sociaal fonds een afrekening met daarop het totale bedrag van de betaalde sociale voordelen, vermeerderd met de bijhorende administratieve kosten zoals bepaald door de raad van bestuur van het sociaal fonds.

Bij deze afrekening wordt een kopie van het originele formulier gevoegd.

Het sociaal fonds zal de werknemersorganisaties voor de bedragen vastgesteld in artikel 6, § 1 terugbetalen, zodra ze hun gedeeltelijke of definitieve afrekeningen heeft ontvangen.

De afrekeningen die worden ingediend na de limietdatum 15 november, zullen automatisch het volgende jaar worden betaald.

De werknemersorganisaties moeten de aanvraagformulieren gedurende drie jaar bewaren; deze kunnen gecontroleerd worden door de personen die hiertoe worden aangesteld door de raad van bestuur van het fonds. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt voor haar toepassingsgebied en heft de overeenkomst op van 28 januari 2019 tot vaststelling van het bedrag en de toekennings- en betalingsmodaliteiten van een aanvullend sociaal voordeel ten laste van het "Sociaal Fonds voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp", in de diensten gesubsidieerd door het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap, de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (overeenkomst geregistreerd op 28 februari 2019 onder het nummer 150726/CO/318.01).

Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 27 mei 2019. Ze wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Ze kan opgezegd worden door elke partij met een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend per aangetekend schrijven bij de post, aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 juni 2020.

De Minister van Werk, N. MUYLLE

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 mei 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de vaststelling van het bedrag en van de toekennings- en betalingsmodaliteiten van een bijkomend sociaal voordeel dat in deze overeenkomst ook "de terugbetaling van de vakbondspremie" wordt genoemd in de diensten gesubsidieerd door het Waalse Gewest In het kader van de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, moet onder "gepresteerde dagen" worden verstaan : de dagen of delen van dagen die daadwerkelijk worden besteed aan de arbeid.

Onder "gelijkgestelde dagen" moet worden verstaan : 1. De dagen of delen van dagen die niet werden gepresteerd en waarvoor de werkgever een verloning moet betalen (bijvoorbeeld : gewaarborgd loon, feestdagen, kort verzuim,...); 2. De dagen tijdens dewelke de uitvoering van de arbeidsovereenkomst opgeschort wordt omwille van de jaarlijkse vakantie waarop de werknemers recht hebben krachtens de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers;3. De zesde niet-gepresteerde dag van elke vijfdagenweek, ingeval het wekelijks werk over het trimester hetzij over vijf, hetzij over meer dan vijf dagen is verdeeld; 4. De dagen die zijn vervat in de twaalf eerste maanden van de periode van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid naar aanleiding van een totale tijdelijke arbeidsongeschiktheid, op voorwaarde dat het erkende percentage van gedeeltelijke tijdelijke ongeschiktheid minstens gelijk is aan 66 pct.; 5. De rustdagen omwille van profylactisch verlof, zwangerschap en bevalling;6. De erkende periodes voor borstvoeding;7. De gewone wederoproepingsdagen onder de wapens, waarvan de duur 74 of 66 dagen niet mag overschrijden, naargelang de werknemer al dan niet deelneemt aan de opleiding tot reservekader; 8.De dagen besteed aan de uitvoering van burgerlijke plichten (voogd, lid van een familieraad, getuige in een rechtszaak, jurylid, kiezer, lid van een stembureau); 9. De dagen besteed aan de uitoefening van een publiek mandaat en vakbondsverplichtingen, vermeld in artikel 16, 9° en 10° van het koninklijk besluit van 30 maart 1967, zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 20 juli 1970;10. De dagen van deelname aan stages of studiedagen besteed aan de vakbondsopleiding, georganiseerd door de representatieve werknemersorganisaties of door gespecialiseerde instituten erkend door de bevoegde minister op basis van maximum twaalf dagen per jaar;11. De stakingsdagen of lock-outs, voor zover de procedures die zijn bepaald in artikel 39 van de overeenkomst "statuut van de vakbondsafvaardiging" van 13 december 1977 (koninklijk besluit van 11 april 1978, Belgisch Staatsblad van 13 juli 1978) nageleefd werden;12. De dagen van gedeeltelijke werkloosheid;13. De periode van extralegaal verlof door de werkgever toegestaan aan buitenlandse werknemers die terugkeren naar hun land;14. Voor de jonge werknemers, de schoolperiode en de periode tussen de datum waarop zij de school verlaten en het begin van hun eerste arbeidsovereenkomst (met een maximum van vier maanden, deze limiet is op 31 december gebracht voor de jongeren die het schooljaar beëindigd hebben). Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 juni 2020.

De Minister van Werk, N. MUYLLE

^