gepubliceerd op 25 augustus 2003
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende de lonen
22 JUNI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende de lonen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende de lonen.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 juni 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2002 Lonen (Overeenkomst geregistreerd op 3 januari 2003 onder het nummer 64942/CO/202) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren (PC 202), met uitsluiting van de werkgevers en de bedienden die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven (PSC 202.01). HOOFDSTUK II. - Barema Afdeling 1. - Verkooppersoneel van groep I
Art. 2.De vooruitgang van de loonschalen van het verkooppersoneel van groep I is jaarlijks. Ze is gespreid over een periode van 22 jaar, in functie van de anciënniteit in de onderneming.
Art. 3.De totale vooruitgang van de minimummaandloonschalen van het verkooppersoneel van groep I, in absolute waarde en ten overstaan van index 108,88, spil van de stabilisatieschijf 107,81 - 109,97 (basis 1996 = 100), is vastgesteld als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Vanaf 1 juni 2002 zullen de minimumloonschalen van het verkooppersoneel van groep I verhoogd worden met 12,50 EUR bruto per maand. Vanaf 1 februari 2003 zullen de minimumloonschalen van het verkooppersoneel van groep I verhoogd worden met 7,50 EUR bruto per maand. Aan de deeltijdse werknemers zullen deze voordelen naar verhouding tot hun prestaties toegekend worden.
Deze verhogingen worden gesteld ten overstaan van de spilindex die van kracht is op het moment waarop de verhoging ingaat.
Art. 4.De minimummaandloonschalen van het verkooppersoneel van groep I worden vastgesteld in functie van volgende aanvangsleeftijden : - 21 jaar voor de bedienden geklasseerd in eerste categorie; - 22 jaar voor de bedienden geklasseerd in tweede categorie; - 23 jaar voor de bedienden geklasseerd in derde categorie; - 25 jaar voor de bedienden geklasseerd in vierde categorie.
Art. 5.De minimummaandloonschalen van het minderjarig verkooppersoneel van groep I, worden vastgesteld voor alle categorieën volgens de volgende percentages van de minimummaandloonschalen op de leeftijd van 21 jaar : - 97,50 pct. op 20 jaar; - 92,50 pct. op 19 jaar; - 87,50 pct. op 18 jaar; - 82,50 pct. op 17 jaar; - 75,00 pct. op 16 jaar.
Het percentage van 90 pct. is evenwel van toepassing op de leeftijd van achttien jaar bij minderjarige personeelsleden onderworpen aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.
Art. 6.De vooruitgang van de loonschalen in functie van de anciënniteit begint te evolueren vanaf het ogenblik waarop de bedienden de aanvangsleeftijd hebben bereikt vastgesteld in artikel 4.
De verhogingen ingevolge de vooruitgang in functie van de anciënniteit worden elk jaar betaald.
Art. 7.De minimummaandloonschalen van het verkooppersoneel van de groep I zijn deze vastgesteld in de tabel opgenomen in bijlage 1.
Art. 8.§ 1. Vanaf 1 juni 2002 zullen de werkelijk betaalde lonen van het verkooppersoneel van groep I verhoogd worden met 12,50 EUR bruto per maand. Vanaf 1 februari 2003 zullen de werkelijk betaalde lonen van het verkooppersoneel van groep I verhoogd worden met 7,50 EUR bruto per maand. Aan de deeltijdse werknemers zullen deze voordelen naar verhouding tot hun prestaties toegekend worden.
Deze verhogingen worden gesteld ten overstaan van de spilindex die van kracht is op het moment waarop de verhoging ingaat. § 2. De eerste paragraaf is niet van toepassing op de ondernemingen in moeilijkheden die daartoe op ondernemingsvlak een collectieve arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in moeilijkheden is.
Art. 9.De minimumlonen van het verkooppersoneel van groep I in de ondernemingen Aldi, Colruyt, Delhaize de Leeuw, Match en Mestdagh worden vastgesteld op 1 januari 2002, tegen index 108,88, spil van de stabilisatieschijf 107,81 - 109,97 (basis 1996 = 100), zoals voorzien in bijlage 2.
Vanaf 1 juni 2002 zullen de minimumloonschalen evenals de werkelijk betaalde lonen verhoogd worden met 12,50 EUR bruto per maand. Vanaf 1 februari 2003 zullen de minimumloonschalen evenals de werkelijk betaalde lonen verhoogd worden met 7,50 EUR bruto per maand. Aan de deeltijdse werknemers zullen deze voordelen naar verhouding tot hun prestaties toegekend worden. Afdeling 2. Administratief personeel en verkooppersoneel van de groep
II
Art. 10.De vooruitgang van de loonschalen van het administratief personeel en van het verkooppersoneel van de groep II is jaarlijks.
Zij is gespreid over een periode van 22 jaar, in functie van de anciënniteit in de onderneming.
Art. 11.De totale vooruitgang van de minimummaandloonschalen van het administratief personeel en van het verkooppersoneel van de groep II, in absolute waarde en ten overstaan van index 108,88, spil van de stabilisatieschijf 107,81 - 109,97 (basis 1996 = 100), is vastgesteld als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Vanaf 1 juni 2002 zullen de minimumloonschalen van het administratief personeel en van het verkooppersoneel van de groep II verhoogd worden met 12,50 EUR bruto per maand. Vanaf 1 februari 2003 zullen de minimumloonschalen van het administratief personeel en van het verkooppersoneel van de groep II verhoogd worden met 7,50 EUR bruto per maand. Aan de deeltijdse werknemers zullen deze voordelen naar verhouding tot hun prestaties toegekend worden.
Deze verhogingen worden gesteld ten overstaan van de spilindex die van kracht is op het moment waarop de verhoging ingaat.
Art. 12.De minimumloonschalen van het administratief personeel en van het verkooppersoneel van de groep II zijn vastgesteld in functie van de volgende aanvangsleeftijden : - 21 jaar voor de bedienden geklasseerd in eerste categorie; - 22 jaar voor de bedienden geklasseerd in tweede categorie; - 23 jaar voor de bedienden geklasseerd in derde categorie; - 25 jaar voor de bedienden geklasseerd in vierde en vijfde categorie.
Art. 13.De minimummaandloonschalen van het minderjarig administratief personeel en van het minderjarig verkooppersoneel van de groep II zijn vastgesteld voor alle categorieën volgens de volgende percentages van de minimumloonschalen op de leeftijd van 21 jaar : - 97,50 pct. op 20 jaar; - 92,50 pct. op 19 jaar; - 87,50 pct. op 18 jaar; - 82,50 pct. op 17 jaar; - 75,00 pct. op 16 jaar.
Het percentage van 90 pct. is evenwel van toepassing op de leeftijd van achttien jaar bij minderjarige personeelsleden onderworpen aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.
Art. 14.De vooruitgang van de loonschalen in functie van de anciënniteit begint te evolueren vanaf het ogenblik waarop de bedienden de aanvangsleeftijd hebben bereikt vastgesteld in artikel 12.
De verhogingen ingevolge de vooruitgang in functie van de anciënniteit worden elk jaar betaald.
Art. 15.De minimummaandloonschalen van het administratief personeel en het verkooppersoneel van de groep II zijn deze vastgesteld in de tabel opgenomen in bijlage 3.
Art. 16.Vanaf 1 juni 2002 zullen de werkelijk betaalde lonen van het administratief personeel en van het verkooppersoneel van de groep II verhoogd worden met 12,50 EUR bruto per maand. Vanaf 1 februari 2003 zullen de werkelijk betaalde lonen administratief personeel en van het verkooppersoneel van de groep II verhoogd worden met 7,50 EUR bruto per maand. Aan de deeltijdse werknemers zullen deze voordelen naar verhouding tot hun prestaties toegekend worden.
Deze verhogingen worden gesteld ten overstaan van de spilindex die van kracht is op het moment waarop de verhoging ingaat.
Art. 17.De minimumlonen van het administratief personeel en van het verkooppersoneel van de groep II in de ondernemingen Aldi, Colruyt, Delhaize de Leeuw, Match en Mestdagh worden vastgesteld op 1 januari 2002, tegen index 108,88, spil van de stabilisatieschijf 107,81 - 109,97 (basis 1996 = 100), zoals voorzien in bijlage 4.
Vanaf 1 juni 2002 zullen de minimumloonschalen evenals de werkelijk betaalde lonen verhoogd worden met 12,50 EUR bruto per maand. Vanaf 1 februari 2003 zullen de minimumloonschalen evenals de werkelijk betaalde lonen verhoogd worden met 7,50 EUR bruto per maand. Aan de deeltijdse werknemers zullen deze voordelen naar verhouding tot hun prestaties toegekend worden. Afdeling 3. - Filiaalhouders
Art. 18.Wanneer in het filiaal buiten de filiaalhouder niet tenminste het equivalent van één persoon met voltijdse betrekking wordt tewerkgesteld, moet het loon van de filiaalhouder ten minste 4,5 pct. van de maandomzet bedragen, ongeacht het genot van huisvesting in het filiaal.
Aan de filiaalhouder wiens inventaris betreffende de periode die voorafgaat aan de betaling van het loon niet is afgesloten met een mali, wordt een toeslag van 0,25 pct. van de maandomzet toegekend.
Deze toeslag omvat het gedeelte van het boni dat aan de filiaalhouder wordt toegekend.
In elk geval wordt aan de filiaalhouder een minimummaandloon gewaarborgd aan index 108,88, spil van de stabilisatieschijf 107,81 - 109,97 (basis 1996 = 100), van : - 514,16 EUR voor een maandomzet beneden 8.705,82 EUR; - 611,48 EUR voor een maandomzet boven 8.705,82 EUR. Desgevallend betaalt de werkgever aan de belanghebbende de aanvullende Rijksdienst voor Sociale Zekerheidsbijdrage die de bediende is verschuldigd om onderworpen te blijven aan de ziekte- en invaliditeitsverzekering.
Art. 19.Wanneer in het filiaal één of twee personen buiten de filiaalhouder zijn tewerkgesteld en er een traditioneel verkoopsysteem wordt toegepast, moet het maandloon van de filiaalhouder ten minste 4,5 pct. van de maandomzet bereiken, ongeacht het genot van huisvesting in het filiaal.
Indien de inventaris betreffende de periode die voorafgaat aan de betaling van het loon niet met een mali wordt afgesloten, wordt een toeslag van 0,25 pct. van de maandomzet toegekend. Deze toeslag omvat het gedeelte van het boni dat aan de filiaalhouder wordt toegekend.
De in voorgaand lid vermelde voordelen worden echter slechts gewaarborgd tot beloop van een maandomzet van 8.705,82 EUR aan index 108,88, spil van de stabilisatieschijf 107,81 - 109,97 (basis 1996 = 100). Wanneer de maandomzet 8.705,82 EUR overschrijdt, wordt het maandloon verhoogd met ten minste een bedrag dat 1 pct. bereikt van het gedeelte van de maandomzet boven dit bedrag.
Nochtans wordt de filiaalhouder een maandelijks minimumloon gewaarborgd van 1.164,21 EUR aan index 108,88, spil van de stabilisatieschijf 107,81 - 109,97 (basis 1996 = 100).
Art. 20.Wanneer in het filiaal één of twee personen buiten de filiaalhouder zijn tewerkgesteld en er een verkoopsysteem in zelfbediening wordt toegepast, wordt aan de filiaalhouder een maandelijks minimumloon gewaarborgd van 1.164,21 EUR aan index 108,88, spil van de stabilisatieschijf 107,81 - 109,97 (basis 1996 = 100).
Art. 21.Wanneer in het filiaal drie of meer personen worden tewerkgesteld buiten de filiaalhouder, worden aan de filiaalhouder volgende forfaitaire minimummaandlonen gewaarborgd aan index 108,88, spil van de stabilisatieschijf 107,81 - 109,97 (basis 1996 = 100) : a) 1.342,86 EUR in de filialen waar drie tot en met vier personen, de filiaalhouder uitgezonderd, zijn tewerkgesteld; b) 1.498,42 EUR in de filialen waar vijf tot en met tien personen, de filiaalhouder uitgezonderd, zijn tewerkgesteld; c) 1.744,25 EUR in de filialen waar elf tot en met twintig personen, de filiaalhouder uitgezonderd, zijn tewerkgesteld; d) 2.019,54 EUR in de filialen waar eenentwintig personen en meer, de filiaalhouder uitgezonderd, zijn tewerkgesteld.
Art. 22.De voor de filiaalhouder voorziene lonen worden niet beïnvloed door een loonschaal gebaseerd op de leeftijd of op de anciënniteit; ze mogen geen vermindering tot gevolg hebben voor bedoeld personeel dat reeds hogere voordelen geniet.
Art. 23.Vanaf 1 juni 2002 zullen de werkelijk betaalde lonen van de filiaalhouders verhoogd worden met 12,50 EUR bruto per maand. Vanaf 1 februari 2003 zullen de werkelijk betaalde lonen van de filiaalhouders verhoogd worden met 7,50 EUR bruto per maand. Aan de deeltijdse werknemers zullen deze voordelen naar verhouding tot hun prestaties toegekend worden.
Deze verhogingen worden gesteld ten overstaan van de spilindex die van kracht is op het moment waarop de verhoging ingaat. HOOFDSTUK III. - Toepassingsmodaliteiten van de loonschalen Afdeling 1. - Toekenning van de verhogingen ingevolge
de vooruitgang van de loonschalen
Art. 24.De verhogingen die het gevolg zijn van de vooruitgang van de loonschalen worden door de werkgever betaald : - hetzij de eerste maand die volgt op deze van de datum van indiensttreding van de bediende; - hetzij op een andere datum van het jaar die paritair is afgesproken in de onderneming. Afdeling 2. - Deeltijds tewerkgesteld personeel
Art. 25.Voor het deeltijds tewerkgesteld personeel worden de loonschalen alsook de verhogingen van de minimumlonen en van de werkelijke lonen berekend naar rato van hun arbeidsuren in verhouding tot het conventioneel aantal arbeidsuren. Afdeling 3. - Bevordering in een hogere categorie
Art. 26.De bevordering in een hogere categorie heeft de onmiddellijke toekenning tot gevolg van het loon van de nieuwe categorie. Afdeling 4. - Administratief personeel buiten categorie
Art. 27.Alle leden van het administratief personeel die geklasseerd zijn boven de vierde categorie en waarvan de functie niet overeenstemt met de criteria van deze laatste, bekomen een merkelijk hoger loon ten minste 20 pct., alle premies inbegrepen - dan dit van de bedienden van de vierde categorie. Afdeling 5. - Commerciële kosten
Art. 28.Behoudens andersluidend beding in de vrij door de partijen aangegane verbintenissen, mag het loon in geen geval zijn bezwaard met commerciële kosten ten laste van de filiaalhouder, behalve wanneer deze kosten door de filiaalhouder zijn gemaakt geweest zonder toelating van de werkgever. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 29.De collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 1990 betreffende (koninklijk besluit van 4 december 1990, Belgisch Staatsblad van 18 december 1990) de loon- en arbeidsvoorwaarden wordt opgeheven.
Art. 30.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002 en is gesloten voor onbepaalde tijd.
Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden gegeven bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden van de kleinhandel in voedingswaren.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 juni 2003.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Annexe 1re / Bijlage 1 : Barème I B / Barema I B Barème du personnel de vente du groupe I (barème général, article 7 de la convention collective de travail) Minimummaandloonschalen van het verkooppersoneel van groep I (algemene loonschaal, artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Annexe 2 / Bijlage 2 : Barème I A / Barema I A Barème du personnel de vente du groupe I (Aldi, Colruyt, Delhaize, Match, Mestdagh, article 9 de la convention collective de travail) Minimummaandloonschalen van het verkooppersoneel van groep I (Aldi, Colruyt, Delhaize, Match, Mestdagh, artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Annexe 3 / Bijlage 3 : Barème II B / Barema II B Barème du personnel administratif et du personnel de vente du groupe II (barème général, article 15 de la convention collective de travail) Minimummaandloonschalen van het administratief personeel en het verkooppersoneel van groep II (algemene loonschaal, artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Annexe 4 / Bijlage 4 : Barème II A / Barema II A Barème du personnel administratif et du personnel de vente du groupe II (Aldi, Colruyt, Delhaize, Match, Mestdagh, article 17 de la convention collective de travail) Minimummaandloonschalen van het administratief personeel en het verkooppersoneel van groep II (Aldi, Colruyt, Delhaize, Match, Mestdagh, artikel 17 van de collectieve arbeidsovereenkomst) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld