Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 juni 2003
gepubliceerd op 14 augustus 2003

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 november 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende de oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Fonds de sécurité d'existence pour les entreprises de travail adapté agréées par la Commission communautaire française"

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003012484
pub.
14/08/2003
prom.
22/06/2003
ELI
eli/besluit/2003/06/22/2003012484/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 JUNI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 november 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende de oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Fonds de sécurité d'existence pour les entreprises de travail adapté agréées par la Commission communautaire française" (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 november 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende de oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Fonds de sécurité d'existence pour les entreprises de travail adapté agréées par la Commission communautaire française".

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 juni 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 november 2001 Oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Fonds de sécurité d'existence pour les entreprises de travail adapté agréées par la Commission communautaire française" (Overeenkomst geregistreerd op 29 januari 2002 onder het nummer 60773/CO/327) A. Oprichting

Artikel 1.Bij deze collectieve arbeidsovereenkomst en bij toepassing van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid (Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958), richt het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen een fonds voor bestaanszekerheid op, genaamd "Fonds de sécurité d'existence pour les entreprises de travail adapté agréées par la Commission communautaire française", waarvan de statuten hierna worden vastgesteld.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de werkgevers en de werknemers van de beschutte werkplaatsen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, erkend en gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie.

Onder "werknemers" verstaat men : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders en bedienden, zowel validen als mindervaliden.

Onder "paritair comité" wordt verstaan : het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 november 2001 en wordt gesloten voor onbepaalde tijd. Zij kan worden opgezegd door elk van de partijen voor 30 juni van ieder jaar, met uitwerking op 1 januari van het volgende jaar. De opzegging moet worden betekend door middel van een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het paritair comité.

B. Statuten HOOFDSTUK I. - Benaming en maatschappelijke zetel

Art. 4.Met ingang van 1 november 2001 wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht onder de benaming "Fonds de sécurité d'existence pour les entreprises de travail adapté agréées par la Commission communautaire française" waarvan de zetel gevestigd is te 1000 Brussel, Meiboomstraat 14. Deze zetel kan overgeplaatst worden bij eenparige beslissing van het beheerscomité voorzien in artikel 11. HOOFDSTUK II. - Doel

Art. 5.Het fonds dat door deze overeenkomst wordt beheerst heeft tot doel de financiële middelen waarover het beschikt te herverdelen ten bate van : - het brugpensioen; - de vakbondspremie; - de vorming : beroepsopleiding van het omkaderend personeel van de beschutte werkplaatsen, beroepsopleiding van de werknemers die er tewerkgesteld zijn en vakbondsvorming; - alle andere overeen te komen sociale voordelen. HOOFDSTUK III. - Financiering

Art. 6.De financiële middelen van het fonds bestaan uit : 1. Bijdragen die trimestrieel gestort worden door de door de Franse Gemeenschapscommissie erkende beschutte werkplaatsen op basis van de volgende elementen : - aantal werknemers die in het beschouwde trimester werden aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en die hebben genoten van de sociale Maribel; - 19,61 EUR (791 BEF) per werknemer in 2001; - 39,21 EUR per werknemer in 2002; - 58,82 EUR per werknemer in 2003; - 78,43 EUR per werknemer in 2004; - 98,04 EUR per werknemer in 2005.

Deze bedragen zijn gekoppeld aan het spilindexcijfer van december 1998 en worden aangepast overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld (Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1971).

Deze bijdragen zijn verschuldigd vanaf het eerste trimester van 2001. 2. De eventuele interesten die het gevolg zijn van het kapitaliseren van deze middelen.

Art. 7.De bijdragen worden geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, overeenkomstig artikel 7 van de wet van 7 januari 1958, betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid.

Art. 8.De administratiekosten van het fonds worden jaarlijks vastgesteld door het paritair beheerscomité waarvan sprake in artikel 11.

Deze kosten worden in de eerste plaats gedekt door : - de bijdragen bedoeld in artikel 6; - de intresten van de kapitalen die voortvloeien uit het storten van de bijdragen en, eventueel, bij wijze van aanvulling, een inhouding op de voorziene middelen waarvan het bedrag wordt bepaald door het voormeld beheerscomité. HOOFDSTUK IV. - Rechthebbenden, toekenning en uitkering van de sociale voordelen

Art. 9.De werknemers van de in artikel 2 bedoelde ondernemingen hebben recht op de sociale voordelen waarvan het bedrag, de aard en de toekenningsvoorwaarden worden vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen.

Art. 10.De uitkering van de sociale voordelen mag in geen geval afhankelijk worden gesteld van de storting door de werkgever van de door hem verschuldigde bijdragen. HOOFDSTUK V. - Beheer

Art. 11.Het fonds wordt beheerd door een paritair beheerscomité samengesteld uit 4 gewone leden en een vertegenwoordiger van de "Service bruxellois francophone des personnes handicapées" die een adviserende stem heeft en over een vetorecht beschikt.

Deze leden worden aangewezen door het paritair comité, voor de helft op voorstel van de representatieve werkgeversorganisaties en voor de andere helft op voorstel van de representatieve werknemersorganisaties.

De leden van het beheerscomité worden aangewezen voor een periode die wordt vastgesteld door het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen.

Het mandaat van lid van het beheerscomité eindigt bij ontslag of overlijden, als de duur van het mandaat verstreken is of nog wanneer de organisatie die het lid heeft voorgedragen zijn vervanging vraagt of wanneer de betrokkene geen lid meer is van de organisatie die hem heeft voorgedragen.

Het nieuwe lid beëindigt eventueel het mandaat van zijn voorganger.

De mandaten van de leden van het beheerscomité zijn hernieuwbaar.

Art. 12.De leden van het beheerscomité hebben ten opzichte van de verplichtingen van het fonds geen enkele persoonlijke verplichting.

Zij kunnen slechts ter verantwoording worden geroepen voor de uitvoering van hun mandaat.

Art. 13.Het beheerscomité kiest elk jaar een voorzitter en een ondervoorzitter onder zijn leden, respectievelijk en beurtelings uit de werknemersafvaardiging en uit de werkgeversafvaardiging.

Het duidt eveneens de perso(o)n(en) aan die met het secretariaat wordt(en) belast.

Art. 14.Het beheerscomité beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheden voor het beheer en de administratie van het fonds, binnen de limieten gesteld door de wet of deze statuten.

Tenzij andersluidende beslissing van het beheerscomité, treedt dit laatste in al zijn handelingen op en handelt het in recht via de voorzitter en de ondervoorzitter gezamenlijk, elk desgevallend vervangen door een gedelegeerd beheerder, daartoe door het beheerscomité aangesteld.

Het beheerscomité heeft onder meer als opdrachten : 1. over te gaan tot de eventuele aanwerving en afdanking van het personeel van het fonds;2. controle uit te oefenen en alle nodige maatregelen te treffen voor de uitvoering van deze statuten;3. de administratiekosten vast te stellen evenals de aard van de jaarlijkse ontvangsten die deze kosten dekken;4. tijdens de maand juni van elk jaar schriftelijk verslag over te maken aan het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen over de vervulling van zijn opdrachten.

Art. 15.Het beheerscomité vergadert minstens eenmaal per semester ten zetel van het fonds, hetzij op uitnodiging van de voorzitter ambtshalve handelend, hetzij op vraag van ten minste de helft van zijn leden, hetzij op vraag van een der in zijn schoot vertegenwoordigde organisaties.

De uitnodigingen moeten de dagorde bevatten. De notulen worden opgemaakt door de secretaris aangewezen door het beheerscomité en ondertekend door degene die de vergadering heeft voorgezeten.

Uittreksels uit deze notulen worden door de voorzitter en de ondervoorzitter ondertekend.

Het beheerscomité mag experts en/of technici uitnodigen.

Art. 16.Het beheerscomité kan slechts geldig vergaderen en beslissen indien ten minste de helft van zowel de leden van de werknemersafvaardiging als de leden van de werkgeversafvaardiging aanwezig zijn. HOOFDSTUK VI. - Verdeling van de besteding van de middelen

Art. 17.Van 2001 tot 2005, wordt de besteding van de middelen van het fonds, na aftrek van de beheerskosten, als volgt verdeeld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Het beschikbare bedrag voor de vorming wordt in 3 gelijke delen verdeeld. Het eerste deel is bestemd voor de vorming van het omkaderend personeel, het tweede voor de vorming van de werknemers en het derde voor de vakbondsvorming.

Het beheerscomité van het fonds moet waken over het goed beheer van het fonds voor bestaanszekerheid en inzonderheid alle maatregelen treffen die nodig zijn om de continuïteit te waarborgen van de uitbetalingen van het brugpensioen.

Het beheerscomité komt ieder jaar bijeen om een raming te maken van het aantal toekomstige bruggepensioneerden en het aantal werknemers dat met brugpensioen kan gaan. HOOFDSTUK VII. - Controle - Balans - Rekeningen

Art. 18.Vanaf 2001 worden de "balans en rekeningen" van het voorbije boekjaar ieder jaar afgesloten op 31 december.

Art. 19.Overeenkomstig artikel 12 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, duidt het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen een revisor of accountant aan ter controle van het beheer van het fonds.

Deze brengt ten minste éénmaal per jaar verslag uit over zijn opdracht aan het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen.

Bovendien deelt hij aan het beheerscomité van het fonds geregeld de uitslag van zijn onderzoek mede en doet hij alle aanbevelingen die hij nuttig acht. HOOFDSTUK VIII. - Ontbinding en vereffening

Art. 20.Het fonds is opgericht voor een onbepaalde duur. Het wordt ontbonden door het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen ingevolge een gebeurlijke vooropzeg zoals voorzien in artikel 3. Het voornoemd paritair comité beslist over de bestemming van de goederen en van de waarden van het fonds, na de betaling van het passief. Deze bestemming moet overeenstemmen met de doelstelling waarvoor het fonds werd opgericht.

Art. 21.Het voornoemd paritair comité wijst de vereffenaars aan onder de leden van het beheerscomité.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 juni 2003.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^