gepubliceerd op 20 augustus 2003
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende de regeling van de gedeeltelijke werkloosheid
22 JUNI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende de regeling van de gedeeltelijke werkloosheid (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende de regeling van de gedeeltelijke werkloosheid.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 juni 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 1999 Regeling van de gedeeltelijke werkloosheid (Overeenkomst geregistreerd op 26 juli 1999 onder het nummer 51617/CO/126) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.De werkgever die gebruik maakt van het koninklijk besluit van 16 juli 1998 tot vaststelling voor de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden volledig schorst (Belgisch Staatsblad van 31 juli 1998), en nadat het beperkt paritair comité zijn goedkeuring hiervoor heeft gegeven, verbindt zich er toe tijdens de duur van de afwijking de bepalingen voorzien in de artikelen 2 en 3 na te leven. HOOFDSTUK II. - Beschikkingen
Art. 2.De werkgever verbindt er zich toe ten minste tijdens de duur van de toegestane afwijking met betrekking tot de gedeeltelijke werkloosheid geen werklieden en werksters te ontslaan om technische of economische redenen.
Art. 3.Indien de verbintenis, voorzien in artikel 2, niet wordt nageleefd zal de werkgever voor de duurtijd van de overeengekomen periode aan de ontslagen werknemers het verschil betalen tussen enerzijds het normale loon, en anderzijds de werkloosheidsuitkering vermeerderd met de aanvullende werkloosheidsvergoeding toegekend door het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de stoffering en de houtbewerking". HOOFDSTUK III. - Geldigheidsduur
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 2001.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 juni 2003.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX