22 JULI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 augustus 1995 betreffende de arrondissementscommissarissen en de adjunct-arrondissementscommissarissen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 107, tweede lid, van de gecoördineerde Grondwet;

Gelet op de Provinciewet van 30 april 1836, inzonderheid op artikel 132 vervangen bij de wet van 6 juli 1993;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 augustus 1995 betreffende de arrondissementscommissarissen en de adjunct-arrondissementscommissarissen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 juli 1999;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, namelijk het artikel 3, 1ste lid, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd door de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de hoogdringendheid, Gezien de noodzaak om dringend alle maatregelen te treffen die noodzakelijk zijn voor de goede werking van de regering, om het voor haar mogelijk te maken de hervorming van de politiewet voort te zetten en de controle van de rampenplannen te organiseren;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 10, tweede lid, van het koninklijk besluit van 7 augustus 1995 wordt vervangen als volgt : « Zij kunnen gedetacheerd worden bij de Minister van Binnenlandse Zaken. In dat geval kunnen zij vervangen worden overeenkomstig de bepalingen van artikel 9 ».

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 juli 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE